Beste fietsende Caminoganger!

Voorbereiding van de Camino naar Santiago de Compostela per fiets.

Aankomst in Santiago de Compostela

Aankomst in Santiago de Compostela

Deze tekst bevat suggesties en adviezen voor allen die met het idee spelen ‘eens’ vanuit Nederland of Vlaanderen naar Santiago de Compostela te fietsen, alleen of in gezelschap. De informatie die u op mijn site vindt vult een leemte op de (in oktober 2020 vernieuwde) site van Genootschap van Sint Jacob; de informatie die u op hun site vindt over het onderwerp ‘fietsen naar Santiago’ is erg beperkt.
Uit Nederland vertrekken elk jaar een paar honderd pelgrims. Dat aantal neemt de afgelopen jaren gestadig af. Op basis van de statistieken van het pelgrimsbureau in Santiago schat ik het aantal fietsende pelgrims dat in 2018 vanuit Nederland vertrok op zo’n 250. 

Op de site die u nu bezoekt is het format ‘vraag en antwoord’ gebruikt. De site pelgrimerenperfiets bevat dezelfde informatie, maar de presetatie is anders. En wellicht toegankelijker.

De download camino-geschiedenis-en-achtergronden of deze site is interessant voor hen die meer willen weten over het hoe en waarom van de bedevaart.

Een Engelstalige tekst over de geschiedenis van deze bedevaart staat op http://www.via-compostela.com/en/history-pilgrimage.  Een vertaling van deze tekst is als bijlage aan hiervoor genoemde download toegevoegd.
Onderstaande tekst is gebaseerd op mijn fietstochten naar Santiago de Compostela in 2008 en 2011, gecombineerd met hetgeen ik las op diverse sites, o.a. blogs van andere fietsers. Zie ook de paragraaf ‘verantwoording’ helemaal onderaan deze site.
Bij het lezen van deze site moet u zich realiseren dat de tekst is gebaseerd op N=1, statistisch jargon voor één waarneming en het feit dat mijn ervaringen inmiddels wat gedateerd beginnen te worden. Desondanks ontvang ik meestal positieve reacties, maar in 2019 stuurde CaminoFrans me een bericht dat hij ‘na lezen van het allus helaas moet koncludeeren dat er veel onzin in staat!’ U bent gewaarschuwd.
Een video uit 2016 van Rogier Klappe die de camino fietste staat hier. Het beeld dat hij laat zien klopt exact; het komt geheel overeen met mijn ervaringen. Het is een en al genieten, tenzij u enorme pech hebt met ’t weer en/of uw fiets.
Tenslotte, het kan zijn dat u reclame ziet op deze site. Die reclame is niet mijn idee. Het hangt samen met het feit dat deze site is gemaakt met de gratis versie van het webpaginatool WordPress én met (de instellingen van) de browser die u gebruikt. Een groot aantal foto’s (de nieuwste gratis versie van WordPress ondersteunt dit niet meer) op deze site is met een dubbelklik in een apart venster (vaak vergroot) te zien.

De verslagen van mijn fietstochten staan op:
https://fietsennaarsantiago.wordpress.com/
en
https://langsoudewegen.wordpress.com/

Een fotoverslag van mijn camino in 2008 staat op https://fotoverslagcamino.wordpress.com/

Inhoudelijke verschillen tussen mijn site en de site van het Genootschap van St. Jacob:
1. De lengte van de routes. Het Genootschap stelt de route Langs Oude Wegen op 2.300 km. Ik vertel u dat de lengte van deze route 2.765 is. Een groot verschil.  Het Genootschap stelt dat de St. Jacobsroute lánger is dan de route Langs Oude Wegen (2.300 vs. 2.500 km). Ik houd u voor dat de route Langs Oude Wegen 350 lánger is dan de St. Jacobsroute, die volgens mij 2.415 km lang is. De vermoedelijke oorzaken van deze verschillen staan verderop beschreven.
2. Lengte van een etappe. Het Genootschap  schrijft dat u 60 à 80 km. per dag fietst, 70 km/dag gemiddeld. Ik noem 90 km/dag als gemiddelde. Een fors verschil. Ik ga ervan uit dat u ‘op tijd’, d.w.z. tussen 08:00 en 08:30 vertrekt en een goede conditie heeft. Maar uiteraard, wilt u rustig aan, ‘op uw gemakje’ fietsen en regelmatig ‘aanleggen’ dan is 60 km. per dag een prima uitgangspunt.
3. Bagagekar. Het Genootschap noemt een bagagekar als vervoermiddel van uw bagage. Ik raad zo’n karretje af, tenzij u ruime ervaring heeft met een bagagekar. Het lijkt interessant, maar besef dat u dan met meer kilo’s fietst (bergop telt élke kilo) en dat u een object achter u hebt zitten dat in (lange, 8% of meer) afdalingen uw controle over fiets en kar behoorlijk kan beïnvloeden. 
4. Verzekeringen. Het Genootschap wijst op het hebben van goede reis- en zorgverzekeringen. Prima. Ik ga ervan uit dat u -uiteraard- een zorgverzekering heeft en zelf heeft gedacht aan een (doorlopende) reisverzekering. Wilt u 100% ‘control’, check dan uw polisvoorwaarden en bepaal of u misschien wel oververzekerd bent. Is ‘zekerheid’ voor u van groot belang, neem dan ook een creditcard mee.

Direct naar de vragen

Santiago de Compostela actueel

Corona

In heel de wereld waart het coronavirus rond. Behalve in Santiago de Compostela, zo lijkt het. Op de officiële site van het pelgrimsbureau (https://oficinadelperegrino.com/) kan ik het woord ‘corona’ niet vinden. Welk consequenties er voor de pelgrims zijn, onderweg of in Santiago de Compostela is niet duidelijk. Mogelijk dat het pelgrimsbureau erop vertrouwt dat pelgrims de site van de deelregering van Galicië raadplegen.
Het jaar 2021 is een Heilig Jaar; dat komt niet zo vaak voor. Pre-corona  verwachtte men zo’n 500.000 pelgrims in 2021, mogelijk wel 550.000. En de restauratie van de kathedraal zal (althans volgens plan) in 2021 voltooid zijn. Dubbel feest dus. Maar hoe anders is het nu. Vanwege de coronapandemie gelden in elk land maatregelen, maar niet overal dezelfde. In Frankrijk heeft u een ‘pass sanitaire’ nodig om ergens wat te kunnen eten of drinken. Binnen zijn overal mondkapjes verplicht. In Spanje ook, maar daar heeft u geen QR-code nodig bij een horecabezoek. Dit is de situatie in oktober 2021. Mogelijk dat deze landen de maatregelen in de loop van 2022 afzwakken. Dat is afwachten. 

Nederlandse pelgrims in Puente la Reina, sept. 2021

In Spanje draaiden de albergues in 2021 op halve kracht. Reserveren van een slaapplek wordt sterk aanbevolen en soms is dat zelfs verplicht. Of dat ook de situatie zal zijn in 2022 is onduidelijk, maar ik vermoed dat reserveren in meer of mindere mate een ‘blijvertje’ zal zijn. Het aantal pelgrims zal in 2021 ver beneden het (in 2019) verwachte aantal liggen. Ik verwacht in 2022 een toename, maar van echte drukte zal -vermoed ik- nog geen sprake zijn.  Maar als de albegues nog niet op volle capaciteit mogen werken kan het vinden van een slaapplek toch nog lastig zijn.   
Deze site: https://tur43.es/general/los-peregrinos-ya-pueden-solicitar-la-compostela-online-para-evitar-las-colas.html, vermeldt dat het aanvragen van een getuigschrift (de felbegeerde compostela) ook (uitsluitend ?) on-line kan. Ook wordt erop gewezen dat de albergues een beperkt aantal pelgrims mogen toelaten, op aangeven van de deelregering van Galicië. 
Waar ik ook op wil wijzen is het volgende: Deze site is pre-corona geschreven. Het kan -gegeven corona- zo zijn dat enkele/veel van de in links genoemde albergues/campings de crisis niet overleefd hebben. En het kan zijn dat de prijzen substantieel verhoogd zijn. Ik weet het niet. Maar de corona/geld onafhankelijke informatie klopt nog steeds. Het Cruz de Ferro ligt nog altijd op 1505 meter en de afdaling naar Molinaseca is nog steeds linke soep. Maar wel spectaculair! Als u gaat: Buen camino!

Elektrische fiets

De elektrische fiets is aan een snelle opmars bezig. Ik verwacht niet dat het Pelgrimsbureau de reglementen daarop binnenkort zal aanpassen. Dus officieel geeft een elektrische fiets geen recht op de getuigschrift. Dat terzijde. Als u aangeeft gewoon met de fiets te zijn gekomen is er niets aan de hand.
De elektrische fiets is er in soorten en maten, veelal nog vrij prijzig. Als u met uw elektrische huis-tuin-en-keukenfiets aan de tocht begint is het van belang dat de accu nog in goede staat is én behoorlijk lang vermogen kan leveren. Want stilvallen met een elektrische fiets vér van de bewoonde wereld is echt een probleem. U moet dus de lengte van uw dagetappe afstemmen op het vermogen van uw accu. Dat is best lastig, want heuvelachtig gebied vraagt meer vermogen dan een plat fietspad. En bergen vergen uiteraard nóg meer vermogen. Laat u over de maximale lengte van een dagetappe adviseren door een deskundige fietsenmaker. Uiteraard, als u onderweg kunt opladen (bij. tijdens een lunch) dan liggen de zaken weer iets anders. 
Ik sprak in sept. 2021 twee Vlaamse pelgrims in Puente la Reina die op weg waren, ieder met een speciaal daarvoor aangeschafte elektrische fiets. Hun fietsen waren een stuk robuuster dan de doorsnee elektrische fiets die je in Nederland steeds vaker ziet. Onder normale omstandigheden in het heuvelachtige Franse binnenland hield de accu het dagelijks 110 à 120 km vol. In de bergen (ze waren net de Pyreneeën over) liep dat getal terug tot zo’n 80 km per dag. Het is dus mogelijk met een accu die krachtig genoeg is een ‘normaal’ etappeschema aan te houden. Maar let wel, hun ervaring was gebaseerd op de capaciteit van de accu hun fietsen. En zoals de foto laat zien, ze hadden nieuwe, stevige fietsen met een krachtige accu. 

Restauratie kathedraal in Santiago de Compostela

Al enkele jaren wordt er gewerkt aan de algehele restauratie van de kathedraal van Sint Jacob. De bedoeling is dat het project af is in het eerstkomend Heilig Jaar, 2021. Men is goed op weg en de resultaten beginnen zichtbaar te worden. Maar het project is nog niet af en dat zult u merken als u de kerk bezoekt. Er staan binnen en buiten steigers en niet alles is goed te zien. Wat al wel te zien is is onder andere de gerestaureerde Pórtico de la Gloria, de grote (glorieuze) toegang tot de kerk, waar Sint Jacob u verwelkomt. Het beeld staat hoog op een pilaar waarop de Boom van Jesse is afgebeeld. In vroeger tijden was het de gewoonte om met ’t hoofd tegen de onderkant van deze pilaar te ‘botsen’ als eerbetoon aan Sint Jacob. Dat kan al een tijdje niet meer. Ik weet niet welke alternatieven voor de ritueel zijn ontwikkeld. Die zullen er vast wel zijn; vrome pelgrims zijn vindingrijk. Maar belangrijker is dat het beeld van Sint Jacob nu is gerestaureerd.

Bovenstaande foto is afkomstig van de site van National Geographic, waar u nog veel meer foto’s van de gerestaureerde toegangspoort (uit juli 2018) kunt vinden. Meteen valt op dat de beelden gekleurd zijn. Vóór de restauratie waren de beelden vrijwel egaal grijs, te zien op de foto rechts. U ziet dan ook meteen hoe hoog het beeld staat. Een hekwerkje schermt de onderkant van de pilaar af. De bron van onderstaande foto is www.sobredos.com.

kerk-santiago-restauratie-2018-1-2 Op deze foto ziet u de resultaten van de restauratie van de buitenkant van de kerk, met name de kant die vanaf het plein vóór de kerk te zien is. Deze kant was tot voor kort vies en hier en daar bijna zwart. Ook groeide er onkruid op de voorkant van de kerk. Na de restauratie krijgt de kerk een wat beige kleur. Het ogenschijnlijk piepkleine beeldje boven in het torentje tussen de twee grote klokkentorens is het beeld van Sint Jacob. 
Als gevolg van de restauratiewerkzaamheden binnen in de kerk is in 2019 de dagelijkse pelgrimsmis (12:00 uur) verplaatst naar de Iglesia de San Francisco. Het spektakel met het beroemde door de kerk zwierende wierookvat zult u moeten missen.
Actuele informatie (juli 2020) staat op de site van de regionale krant, La Voz (de stem) de Galicia:

https://www.lavozdegalicia.es/noticia/santiago/santiago/2020/07/23/rehabilitacion-esculturas-catedral/00031595525026931374139.htm

Heilig jaar 2021
Het jaar 2021 is een Heilig Jaar. Dat betekent onder meer dat de Heilige Deur van de kathedraal open zal zijn. En dat elke pelgrim door díe deur de kerk binnen wil gaan. In pre-coronatijden was het gigantisch druk in Heilige Jaren. U moet denken aan ruim 500.000 pelgrims. Wat het aantal pelgrims in 2021 zal worden is -gegeven covid19- niet te voorspellen.  De voorbereidingen voor 2021 zijn al jaren aan de gang. Er is een aparte site voor ontworpen: 

https://xacobeo2021.caminodesantiago.gal/en/institucional/plan-estratexico-do-xacobeo-2021
Op deze site kunt u het “strategisch plan 2021” downloaden.

Een andere interessante site in dit kader is: 

https://www.xunta.gal/actualidade?langId=es_ES
Dit is de site van de xunta (deelregering) van Galicië. Trefwoord om informatie op internet te zoeken over het Heilig Jaar is: Xacobeo 2021.
xacobeo 2021Webcam

Klik hier om via een webcam uw eindbestemming live te zien. In 2018 kwamen hier 3.670 landgenoten aan. Dit aantal (ongeveer 3.500) is al een aantal jaren vrij constant. Omdat het totale aantal pelgrims nog steeds stijgt is Nederland (al een paar jaar) uit de top-10 gevallen. ‘We’ staan nu 14e. Van deze 3.670 vertrokken 396 pelrgrims vanuit huis, aan onbekend deel hiervan vertrok per fiets. Het aantal pelgrims dat vanuit huis startte is ook al jaren dalend: van 578 in 2015 via 551 en 457 naar 396 in 2018. Het is gissen naar de reden; een afnemend aanal landgenoten ouder dan 60 kan de reden niet zijn. De leeftijdsklasse 50-70 is vermoedelijk dominant in de populatie Nederlandse caminogangers. In het totale aantal pelgrims is het aantal pelgrims ouder dan 60 jaar 18%, 27% is jonger dan 30 jaar, cijfers 2018.

Totaal aantal pelgrims 2018
Traditioneel is de maand augustus de jaarlijkse topmaand. Het is in deze maand voor velen ongezellig druk, vooral tijdens de laatste 100 kilometer. Het maandrecord augustus werd gevestigd in het Heilig Jaar 2010. In dat jaar meldden zich in augustus 61542 pelgrims aan de balie van het pelgrimsbureau. In de jaren daarna werd dit maandrecord niet gebroken; Heilige Jaren zijn altijd topjaren.
In 2016 bedroeg de topdrukte in augustus 53704 pelgrims, in 2017 klom dit getal naar 57679 pelgrims en in 2018 lag de augustuspiek op 60.415. De kans is dus groot dat 2019 een nieuw augustusrecord zal vestigen.
Deze stijging is ook terug te zien in het totaal aantal pelgrims. Een paar jaar was 2010 -een Heilig Jaar- een recordjaar (272.417 pelgrims) maar 2017 en zeker 2018 overtroffen dit record ruim. Het staat nu (2018) op 327.378. Onwaarschijnlijk veel. Dat belooft wat voor het eerstkomend Heilig Jaar 2021. Des te opmerkelijk dat het aantal Nederlandse pelgrims gestaag daalt.
Ook het percentage fietsers daalt nog steeds. Was het enkele jaren geleden zo’n 10%, in 2017 lag het op 7% en in 2018 op 6,35%. Waarschijnlijke oorzaak van én de toename van het aantal pelgrims én de relatieve afname van het aantal fietsers is het toenemende aantal wandelaars dat alleen het laatste deel van de camino loopt. Grofweg de laatste 100 km met als startplaats Sarria. In deze plaats startten in 2018 88.500 pelgrims, bijna 50% van alle pelgrims die de Camino Francés volgden. Maar ook de all-inclusive reizen die (wereldwijd) worden aangeboden spelen een rol. Zulke reizen bieden de deelnemers her en der een korte wandeling over het pad van de Camino. Met pelgrimeren heeft ’t niet zoveel te maken. Sommige ‘echte’ pelgrims ergeren zich groen en geel aan deze caminotoeristen. Ik kan me er iets bij voorstellen.

Wierookvat
Eén van de spektakels in Santiago is de ceremonie met het gigantische wierookvat in de kathedraal. Jarenlang zwaaide het tenminste één keer per week door de kerk. In de mis op vrijdagavond. Op andere dagen/tijden ook wel, maar alleen als er voor betaald was. De financiering van de ‘voorstelling’ op vrijdagavond was in gevaar maar voor 2017 werd een oplossing gevonden. In 2018 (en naar ik verwacht ook 2019) doemt een ander probleem op: het wierookvat moet ‘aan de grond blijven’, omdat steigers in de kerk in de weg staan.  Wanneer en hoe lang dit het geval zal zijn is lastig aan te geven. Houdt er dus rekening mee dat u de ceremonie moet missen.

Huiskamer voor pelgrims
De Huiskamer van de Lage Landen (het Holland House van het Genootschap van Sint Jacob) is gevestigd in het pelgrimsbureau, het Centro de Acogida a Peregrinos aan de rúa das Carretas 33. De Huiskamer heeft een ruimte op de 1e etage van het pelgrimsbureau. In 2017 bezochten een 2.180 pelgrims deze ruimte. Ik verwacht dat u er vanaf begin april tot eind oktober 2019 weer terecht voor een tas koffie of om er een bakkie te doen.

Pelgrimsbureau google earth

Locatie pelgrimsbureau, rúa das Carrretas 33
Het pelgrimsbureau ligt wat uit het directe centrum, niet in het mooiste deel van de stad. Het was vroeger een ‘asilo de carretas’, een stalling voor koetsen, die voor 1,5 mio euro is verbouwd. Het straatje ernaar toe (de rúa das Carretas) nodigt niet echt uit voor een wandeling. De ingang van het pelgrimsbureau ligt links om de hoek aan de calle de Domingo García Sabell.
Vanaf het plein vóór de kathedraal (Praza do Obradoiro) is het wat lastig naar het pelgrimsbureau te fietsen. De rúa das Carretas heeft éénrichtingverkeer. Wilt u de verkeersregels respecteren, fiets dan door de rúa de San Francisco en de costa de San Francisco naar de rúa das Carretas op de hoek van de calle de Domingo García Sabell.
Opmerking: ‘vroeger’ lag het pelgrimsbureau veel centraler in de stad, vlakbij de kathedraal. Als u oude documentatie gebruikt dan vindt u daarin wellicht het inmiddels verouderde adres.

nieuw pelgrimsbureau collage

De site van het Genootschap
Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob heeft een eigen site. Daarop een aparte pagina met downloads te vinden. Deze bestanden zijn voor het overgrote deel tracks van allerlei pelgrimsroutes in Europa, in KML/KMZ of GPX-formaat. Het Genootschap is bezig om hun site een update te geven.
Ook kunnen leden gebruik maken het forum op de site van het Genootschap. Op dit forum kunnen zij vragen stellen die beantwoord (kunnen) worden door andere leden van het Genootschap. 
Noot
: De site die u nu bekijkt bevat ook links naar downloads, maar dat zijn vrijwel altijd pdf-bestanden met tekst- en beeldcontent. Bijvoorbeeld overzichten van albergues of campings waar u kunt overnachten. Deze downloads staan ín de tekst; er is geen aparte downloadpagina.

Foto in de header
De foto in de header van deze site is gemaakt op de ‘weg-met-de-bomen’, die loopt van Reliegos naar Mansilla de las Mulas. Deze weg is zo genoemd omdat er langs grote delen van het traject een rij platanen staat. Links ziet u het pad met lopende pelgrims, op het asfalt rijden fietsende pelgrims.

Kiezels, keien en zand op de wandelroute

Kiezels, keien en zand op de wandelroute

Het kiezelpad is onderdeel van de in 1993 speciaal voor pelgrims heraangelegde pelgrimsroute die loopt van Sahagún naar Mansilla de las Mulas, bijna 40 kilometer. Het is er vaak dor, droog en heet. Ook kan er een flinke westenwind staan. Er liggen zeer weinig dorpjes aan dit deel van de route. Wandelaars ervaren soms twee dagen lang een regelrechte uitputtingsslag.

Andere interessante sites
De site sintchristophorus.nl is een Nederlandstalig platform voor ervaringen, kennis, tips en adviezen voor fietsvakanties.
De site http://www.fietseninspanje.nl/  richt zich op degenen die alle uithoeken van Spanje fietsend willen verkennen. Ook op de site dewijdewereld.net</a> staat interessante informatie voor fietsers. En dan is er uiteraard de site het Genootschap van Sint Jacob. Op deze site staan onder FAQ enkele vragen beantwoord over onderwerpen van belang voor fietsers.

De Spaans- en Engelstalige site www.bicigrino.com heeft zich ontwikkeld tot een zeer informatieve site volledig gericht op fietsers, beter gezegd: mountainbikers. Want de Spaanse fietsers nemen vrijwel allemaal een mountainbike als ze naar Santiago de Compostela fietsen.
Bicigrino is de samentrekking van de woorden ‘bicicleta’ en ‘peregrino’, Spaans voor ‘fiets’ en ‘pelgrim’. U vindt op de bicigrinosite een veelheid aan informatie over de Camino Francés maar ook over andere camino’s. Dat varieert van overzichten met aanbevolen albergues en hotels tot informatie over het huren van fietsen en gps-tracks. De pdf-gids ‘Camino Francés en bicicleta‘ staat vol relevante informatie.
Omdat Spaanse fietsers vooral mountainbikers zijn is de route die bicigrino.com volgt niet de Sweerman-boekje-3 route, maar een route die waar enigszins mogelijk de wandelroute volgt. Voor Nederlandse fietsers met volle bepakking een behoorlijke uitdaging.

Logroño, slaapzaal in albergue

Slaapzaal in albergue

Daarnaast bestaat de actieve site van Ivar Rekve: http://www.caminodesantiago.me. Deze site heeft een eigen forum en bevat veel informatie over de Camino Francés. Onder andere een actueel overzicht van een serie ‘favorite albergues’. In een albergue (soms ook refugio genoemd) kunnen pelgrims met een geldig pelgrimspaspoort een slaapplek voor één nacht vinden.
Klik op Albergues Camino Frances – Caminodesantiago.me mrt 2015 voor een vrij actueel overzicht. Op de Spaanstalige site caminodesantiago.consumer staat een (mogelijk wat actueler) overzicht van albergues en bezienswaardigheden. Ook verderop in deze tekst staan nog enkele links naar pdf-files met albergues langs de Camino Francés.

Het Spaanse postbedrijf Correos heeft de camino ook ontdekt. Deze Spaanse versie van Post.nl heeft naast hun gewone site (www.correos.es) een speciale caminosite. Behalve traditionele posterijdiensten vindt u op deze site ook specifieke services voor pelgrims. Dit betreft o.a. het vervoer van bagage, lockers in het postkantoor van Santiago de Compostela en een prepaid betaalkaart.

Fietsblogs in 2019
In 2019 hoop ik wel weer fietsblogs te kunnen vinden. Het dalend aantal fietsers helpt daar jammer genoeg niet bij.

Fietsblogs in 2018
In 2018 heb ik geen blogs van fietsende pelgrims kunnen vinden. Gelukkig mailden lezers van deze site me links: https://www.pindat.com/reisblog/jaak.de.fietser, de blog van Vlaamse Wim en de blog van Peter.
Door op Verslag Arie Vreeburg 2018 te klikken kunt u het verslag lezen van de reis die Arie en zijn partner Anja in 2018 maakten. Zijn tekst is eerder een sfeerimpressie dan een dagdagelijks verslag. Mooi om te lezen hoe een pelgrim zijn reis kan beleven.
Van Jurrien Hilverts kreeg ik de link toegespeeld naar zijn fietstocht in 2018. Klik hier.

Fietsblogs uit 2017
Theo Damen ging voor de 2e keer fietsen.
Erik Ruissen vertrok rond eind mei.
Reine Vandenweghe ging eind mei de Via de la Plata fietsen.
– Ook Henri nam deze route, die start in Sevilla.
– En Kim koos voor een route langs de Portugese kust.

León, de mooiste stad aan de Camino

León, de mooiste stad aan de Camino

Uit deze blogs blijkt dat pelgrims onderling verschillen, maar ook dat voor velen het primaire doel is dagelijks een flink aantal kilometers te fietsen. Waarbij letterlijk en figuurlijk voorbij gegaan wordt aan het vele moois dat onderweg te beleven is. Zo staat ergens in een blog te lezen dat León wordt gemeden omdat het zo’n drukke stad is. Heel bijzonder en erg jammer, want León is de mooiste stad aan de camino. Dat vind ik. Er zijn ook reisverslagen te vinden die zo ongeveer het tegenovergestelde beweren. Het kan inderdaad gebeuren dat een grote stad als León overloopt door de drukte waardoor een verblijf niet zo prettig kan zijn.
De blogger wordt ook regelmatig door zijn volgers aangemoedigd om vooral ‘door te gaan’. “Zettumop”, schreef iemand om een pelgrim -die naar zijn idee niet erg opschoot- aan te moedigen er een tandje bij te zetten. En een ander gaf de aansporing “op naar het einddoel”. Duidelijke voorbeelden van stuurlui aan de wal die geen flauw idee hebben van waar deze fietstocht werkelijk om draait. Het gaat niet om het einddoel en het gaat al helemaal niet om zo snel mogelijk van A naar B te fietsen.
De op één na grootste fout van de pelgrim is teveel bagage meenemen. Maar met stip op 1 staat de fout te gehaast zijn. Uiteraard, indien er beperkingen zijn in tijd en/of budget, dan is gehaast fietsen wellicht onvermijdelijk. Maar als deze bezwaren niet gelden, dan is haast de meest slechte raadgever.

Een blog (2014) in een heel eigen stijl staat op https://katwijkxalo.wordpress.com/. De schrijver heeft weliswaar Santiago niet als eindbestemming, maar volgt wel de westelijke pelgrimsroute door Frankrijk. En ontmoet dus regelmatig fietsers die daar wel naar toe gaan.

Annemarie Verhallen en haar Peter

Col du Somport: Annemarie Verhallen en haar Peter

Ook Annemarie Verhallen heeft een verslag geschreven van haar fietstocht samen met Peter. Op luchtige wijze beschrijft ze wat een pelgrim onderweg meemaakt. Ook geeft ze haar conclusie waarom de fietstocht naar Santiago zo populair is. Ze schrijft dat de hedendaagse mens elke dag tal van beslissingen moet nemen, soms met heel vervelende gevolgen. Ze vervolgt met: “De moderne mens wordt er gestoord van. Nee, dan een pelgrimage. Wekenlang hoef je niets te beslissen van enige consequentie. Het doel is duidelijk en ver weg, zodat je ruim de tijd hebt om tot rust te komen. En ook mooi: iedereen vindt het leuk en knap wat je doet, zowel ter plekke als in Nederland. Al besef je zelf donders goed dat een bedevaart een egoïstische bezigheid is, het stimuleert toch.”
Prachtig verwoord wat de camino fietsen u geeft: ultieme vrijheid, een zee van tijd om van alles te overpeinzen, tot rust komen en genieten van alles om u heen. 
Jurrien Hilverts is een enthousiaste langeafstandfietser die al verschillende fietstochten heeft gemaakt. Op zijn site http://hilverts.net/camino-monstruoso-2015/ kunt u zijn verslagen lezen. 

Vragen en antwoorden

In onderstaande tekst worden 33 vragen over deze pelgrimstocht beantwoord. Voor ervaren langeafstandfietsers zijn sommige antwoorden minder interessant. Teveel ‘basiskennis’. Het kan ook voorkomen dat ervaringsdeskundigen het niet eens zijn met mijn tekst en/of interessante aanvullingen hebben. Mail me op sanxacobeo@hotmail.nl, ik sta open voor alle kritieken.

Mijn doelgroep op een terrasje

Mijn doelgroep op een terrasje

Doelgroep van de antwoorden
De doelgroep waarop ik me primair richt betreft hen die voor de eerste keer een lange fietstocht gaan maken en voor wie Santiago de Compostela een bijzondere aantrekkingskracht heeft. Precies degene die ik was in 2008.

De fietstocht naar Santiago de Compostela wordt vaak als een uitzonderlijke prestatie gezien. Fietsers die de eindstreep hebben gehaald (voor veel stuurlui op de wal nog steeds het belangrijkste van de hele tocht) worden uitbundig geprezen en toegejuicht. Prima. Maar laat dit niet verhullen dat íedereen naar Santiago kan fietsen. Een paar uitzonderingen daargelaten. Ervaar ’t zelf!

Aantekeningen bij de antwoorden
Sites waarnaar wordt verwezen zijn niet altijd Nederlandstalig; de camino is een Spaans erfgoed. Een mooie reden om uzelf wat Spaans te leren (lezen). Altijd handig op ‘el camino’.
Links naar allerlei achtergrondmateriaal (boeken, artikelen, video’s) staan op scribd.com. Daarnaast is de site van de zeer ervaren ‘Pelgrim Helmut’ uit Silvolde interessant. En natuurlijk de site van het Nederlands Genootschap van St. Jacob: www.santiago.nl

Genootschap
Iedereen kan lid worden van dit genootschap. De maandelijkse on-line nieuwsbrief Ultreia (zie bijv. Ultreia 86) is openbaar. Voor leden is er natuurlijk nog veel meer beschikbaar. Zoals: leden krijgen (eenmalig) een pelgrimspaspoort en elk kwartaal verschijnt het tijdschrift ‘De Jacobsstaf. De regionale afdelingen van het genootschap organiseren regelmatig activiteiten. Het lidmaatschap geldt voor één jaar en wordt (behoudens tijdige opzegging) jaarlijks verlengd.

Fietsers worden wat verwaarloosd door het Genootschap

Fietsers lijken wat verwaarloosd door het Genootschap

Naar eigen zeggen –Ultreia 32– wordt het genootschap verweten te weinig aandacht te besteden aan fietsers. Dat verwijt komt niet uit de lucht vallen. Mijn site wil de ruimte invullen die het genootschap op dit punt open laat. Naar ik vorig jaar (2018) begreep zou er een nieuwe ‘fietsredactie’ actief worden, maar daar heb ik na een eerste gesprek verder niets meer van vernomen. Ik ben me ervan bewust dat ‘el camino’ primair een wandelevenement is. En dat de camino veel wandelaars een spirituele ervaring biedt; bij fietsers is de kans daarop minder. Met als reden: in tegenstelling tot fietsers ondergaan veel wandelaars el camino aanzienlijk intenser. Wat er mede toe leidt dat u onderweg een soort van scheidslijn tussen wandelaars en fietsers kunt ervaren. Voor sommige wandelaars kúnnen fietsers gewoonweg geen pelgrim zijn.

Basis voor onderstaande tekst zijn mijn persoonlijke ervaringen, opgedaan in 2008, 2009, 2011 en 2012, aangevuld met de vele publicaties op het internet en reacties van bezoekers van deze site via SanXacobeo@hotmail.nl
Van mijn fietstochten in 2008 en 2011 staan op Youtube twee korte (11:34 minuten) video’s. Natuurlijk veel te kort om ‘alles’ te laten zien. Maar ze geven wel een goede eerste indruk van deze fietstochten omdat veel materiaal al fietsend is gemaakt. Klik hier voor de video uit 2008 en hier voor de video uit 2011.

Opmerkingen:

  • Het kan gebeuren dat een link niet werkt; de site is veranderd of bestaat niet meer. Ik tracht dit euvel tot een minimum te beperken.
  • Tijdens het lezen van de antwoorden kan het lijken alsof ‘fietsen naar Santiago’ een mannending is. Dat is niet zo (in het totale aantal pelgrims in 2018 was de verdeling keurig 50/50) en dat moet zo ook niet overkomen. De fietstocht is ook voor vrouwen met een goede conditie prima te doen. Alhoewel zeer weinig, er zijn zelfs gezinnen die de tocht maken. Maar dat betreft vrijwel altijd gezinnen met kinderen die al een behoorlijke ervaring hebben met het fietsen van lange afstanden. Onderstaande tekst besteedt geen specifieke aandacht aan een gezinstocht. Wie over langeafstand fietsen met kinderen wat meer wil weten kan terecht op de site van Pieter en Irene. Dit stel lijkt -gezien hun site- van hun hobby een business gemaakt te hebben. Wie weet waren zij ’t fietsend gezin dat ik in 2008 ontmoette op de natuurcamping in Labouheyre .

Drieendertig vragen

1. Waarom Santiago de Compostela?
2. Waarom fietsen?
3. In welke tijd van het jaar?
4. Alleen of met z‘n tweeën?
5. Wat kost het?
6. Welke route?
7. Is de Ruta del Norte een optie?
8. Waarin verschillen de twee routes door Frankrijk?
9. Waarin zijn de twee routes gelijk?
10. Hoeveel etappes?
11. Moet ik de grote steden mijden?
12. Is trainen noodzakelijk?
13. Hoe verloopt een fietsdag?
14. Hoe overnachten?
15. Wie ontmoet ik onderweg?
16. Waarover moet ik me zorgen maken?
17. Moet ik de taal spreken?
18. Wat mee te nemen?
19. Eten onderweg?
20. Aan welke eisen moet de fiets voldoen?
21. Wat zijn de moeilijkste etappes?
22. Bagage naar huis sturen?
23. Is er onderweg internet?
24. Speciale aandacht?
25. Wat moet ik niet missen?
26. Wat moet ik opschrijven?
27. Gele pijlen?
28. Is er speciale Caminomuziek?
29. Wat te doen in Santiago de Compostela?
30. Waar overnachten in Santiago?
31. Uitstapjes?
32. Hoe kom ik terug?
33. Wat zijn de tien geboden?

Caminobord in Puente la Reina.

Ik hoop hiermee personen van dienst te zijn die zich afvragen wat u moet regelen en waarmee rekening te houden als u aan de tocht naar Santiago de Compostela begint. Voor wie onderstaande tekst teveel van het goede is kan hier korte antwoorden lezen op de tien meest relevante vragen.
Na de antwoorden op deze vragen volgt de paragraaf ‘Verantwoording’. Hierin worden de achtergronden over het hoe en waarom van deze site beschreven.

Voor degenen die het zo simpel mogelijk willen houden zijn onderstaande ‘adviezen’ mogelijk wat overdreven. Gewoon gaan met die banaan!

Een Franse pelgrimsgîte is geen hotelkamer

Een Franse pelgrimsgîte is geen hotelkamer

Trainen doet u onderweg wel, u overnacht in een B&B of hotel (scheelt slaapspullen en een tentje), u eet in een restaurant (scheelt kookspullen) en u beperkt uw kleding tot een minimum. Evenals reserveonderdelen voor de fiets en gereedschap. Dat is allemaal onderweg te koop. En u maakt geen planning. Dus geen zorgen of de planning wel gehaald wordt. Het reisdevies is ‘we zien wel!’. Waar nodig vragen we ’t aan wie we toevallig tegenkomen. Maar aangezien de meeste Nederlanders wat minder avontuurlijk zijn aangelegd en iets meer koersen op zekerheid, maar ook willen weten waaraan wordt begonnen, is het verder lezen in onderstaande tekst wellicht interessant. Bovendien, altijd overnachten in B&B’s en hotels en altijd buiten de deur eten verhoogt de kosten aanzienlijk. Maar het is natuurlijk wel een stuk gemakkelijker fietsen. Aan u de keuze.

Bon voyage, Buen Camino!

1. Waarom Santiago?

Motieven
Deze vraag moet ieder voor zich beantwoorden. Globaal gesproken zijn er drie motieven:
1. Pelgrimeren, in de betekenis met minimale middelen een reis maken naar een bedevaartsoord. De achterliggende reden kan divers zijn, zoals: tijd nemen voor bezinning op levensvragen, tot jezelf willen komen, nadenken over de start van een nieuwe levensfase, spiritueel, religieus.
2. Langeafstand fietsvakantie. Met de fiets een reis maken naar een (vrij) verre bestemming. Naast Santiago de Compostela zijn ook Rome, Berlijn, Praag en Barcelona interessante eindbestemmingen voor een Europese fietsvakantie. Deze fietsers willen genieten van veel vrijheid, van ontmoetingen, natuur, cultuur, eten en drinken en wat avontuur.
3. Een prestatie leveren. Voor een goed doel (bijv. Kika) of gewoon voor het goede gevoel dat het oplevert.

Pelgrims bespreken hun motivatie

Pelgrims bespreken hun motivatie

Pelgrim
De term ‘pelgrim’ wordt algemeen gebruikt om iedereen die te voet of per fiets naar Santiago gaat aan te duiden. Dat niet iedereen een pelgrim in de zuivere zin van het woord is, daar stoort vrijwel niemand (CaminoFrans uitgezonderd) zich aan. Een pelgrim in de zuivere zin van het woord is volgens antropoloog André Droogers (zie Jacobsstaf 108) iemand die vrijwillig kiest te leven in de marge van het normale leven. Uitgaande van deze definitie is niemand die naar Santiago fietst een pelgrim. Hoe dan ook, als u naar Santiago gaat fietsen, dan zal ‘iedereen’ u pelgrim noemen; in Spanje bent u een peregrino. Dat sluit perfect aan bij de oorspronkelijke betekenis van het woord pelgrim, ontstaan tijdens de middeleeuwse bloeiperiode van de camino. In het boek Vita N(u)ova gebruikt Dante Alighieri het woord in brede zin ‘iemand die naar een ander land gaat’. In meer specifieke zin, zo staat in Vita Nuova te lezen, betekent pelgrim ‘iemand die naar het graf van Sint Jacob gaat’ (of ervan terugkomt).

Uiteraard kan elke persoonlijke motivatie een mix zijn van bovenstaande motieven. Feit is dat velen met het idee spelen, spontaan of aangestoken door een verhaal van deze of gene vage kennis die ‘het ook gedaan heeft’. Het is dan ook een bijzondere bestemming. Na de herovering van Granada in 1492 heeft Paus Alexander VI Santiago de Compostela tot een van de drie grote christelijke bedevaartplaatsen verklaard. De twee andere zijn Rome en Jerusalem. Vele duizenden pelgrims zijn u al voor gegaan. Reden om de stad tot belangrijk bedevaartsoord te verklaren is de aanwezigheid van de tombe van de Apostel St. Jacob (San Iago) aan wie een cruciale rol in de herovering van wat nu Spanje heet op de moren (een mix van Arabieren en Berbers uit Noord-Afrika) werd toegedicht.
Noot: Andere bronnen stellen dat paus Calixtus II Santiago de Compostela al in 1122 heeft verheven tot bijzonder bedevaartsoord. Het zou goed kunnen. Want deze paus was de broer van Raymond van Bourgondië die via een huwelijk met de zesjarige (!) Urraca van Castilië korte tijd heerser over Galicië was. Galicië was toen deel van het rijk van de vader van Urraca, Alfonso VI van Castilië. Een broederdienst in het gezin van Bourgondië valt niet uit te sluiten.

Oorsprong van de camino
Er bestaan verschillende theorieën over de oorsprong van de camino:

  1. De tocht is een oorspronkelijk Keltisch ritueel waarbij de pelgrim naar het einde der wereld loopt, ter verering van de Keltische zonnegod Lugh. De Kelten noemden de melkweg de keten van Lugh; de naam van de stad Lugo -nabij Santiago- is afgeleid van Lugh (Lugus of Lugos). De Romeinen namen dit ritueel over onder de naam Vía Láctea, de melkweg. De naam Compostela (Sterrenveld) is een verwijzing naar de sterren van de melkweg.
  2. In de 8e eeuw ontstond het idee om het christendom en de islam te verenigen. In o.a. Toledo leefden islamieten, christenen en joden lange tijd in vrede samen. Tegenstanders van dit idee ontwikkelden de bedevaart naar Santiago de Compostela, gelegen in ‘bevrijd gebied’.
  3. Koning Alfonso II van Asturië bedacht in de 9e eeuw samen met de bisschop van Iria Flavia het concept ‘Santiago Matamoros‘. Hét symbool in de strijd van de (Asturische) christenen tegen de moren. Bekend als de reconquista, de herovering van Spanje en Portugal op de moren (722-1492). De kathedraal van Santiago de Compostela (destijds gelegen in het diocees Iria Flavia) wordt zijn bedevaartsoord.
  4. Kluizenaar Pelagio (Pelagius) ontdekt begin 9e eeuw het graf van apostel Jacobus, die bij leven in Spanje preekte; een ster wees Pelagio de weg. De apostel sterft weliswaar in het huidige Israël, maar zijn lichaam komt op wonderbaarlijke wijze in Galicië terecht. Waar het in een graftombe wordt gelegd. Later verhuist het naar een kerk die uitgroeit tot kathedraal. Er ontstaat een bedevaart naar de zilveren schrijn met de stoffelijke resten van de apostel in de kathedraal van Santiago de Compostela, vrij vertaald: Sint Jacob van het sterrenveld.

Een paar jaar geleden was theorie 2 te vinden op de site van het aartsbisdom van Santiago de Compostela. Nu niet meer, mogelijk heeft men geoordeeld dat er te weinig onderbouwing was voor theorie 2. Men beperkt zich nu tot de geschiedenis van het diocees vanaf 1095, kort voordat paus Calixtus II in 1120 besloot dat de aartsbisschoppelijke zetel moest overgaan van Braga (nu noord Portugal) naar Santiago de Compostela. Pikant detail: Paus Calixtus II was de broer van Raymond van Bourgondië die in die tijd namens zijn schoonvader, koning Alfonso  VI, heerser was over Galicië.
Theorie 4 is de in Nederland meest gehoorde theorie. Echter, ten tijde van het leven van apostel Jacobus was het christendom een kleine godsdienst (een Joodse sekte) in Antiochië en later ook Klein Azië. In het verre Noord-West Spanje leefden Kelten onder Romeinse heerschappij met bijbehorende goden. De kans dat Jacobus naar die verre, natte, koude en onherbergzame streek is vertrokken om er te preken, is vrijwel zo niet helemaal nul. Merk ook op dat Jacobus in 44 AD werd onthoofd, nog geen 15 jaar na de dood van Jezus.
Mij lijkt theorie 3 best aannemelijk. Theorie 1 klopt mijns inziens ook. Alhoewel er honderden eeuwen zitten tussen de tijd van de Kelten en het begin van de katholieke bedevaart in de 8e/9e eeuw, is het mogelijk dat er een kerstening van een heidens ritueel heeft plaatsgevonden. Waarmee het belang van de katholieke kerk én van de christelijke koningen van Castilië werd gediend.

Mijn samenvatting van de caminogeschiedenis
Al in de tijd van de Kelten bestond het ritueel naar het einde der wereld te lopen. Eén van die locaties lag aan de westkust van het Iberisch schiereiland. Aan de weg ernaar toe werd in de tijd van de Romeinen de nederzetting Aseconia gevestigd. Het Romeinse rijk stortte eind 4e  begin 5e eeuw in. In 410 veroverden de Visigoten Rome. Ook de Romeinse provincie Hispania, door de Grieken Ibéria genoemd, viel in handen van de Visigoten. Van de Romeinse cultuur bleef niet zoveel over, de stad Mérida uitgezonderd.
Noot: degenen die de Via de la Plata volgen kunnen in Mérida ook een klein museum bezoeken dat is gewijd aan de Spaanse Visigoten. Ook is er een prachtige Romeinse site met o.a. een theater.
Rond 813 werden op de begraafplaats van (inmiddels verdwenen en vergeten) Romeinse nederzetting Aseconia botten gevonden. Geestelijk leiders verbonden deze ontdekking met de plaatselijke legende uit de 7e eeuw die vertelde over de prediking van apostel Jacobus in Galicië. Waardoor een bedevaart naar deze uithoek van het land op gang kwam.

Alfonso II uitvinder van Santiago Matamoros

Niet lang daarvoor hadden islamitische Arabieren en Berbers de macht over bijna het hele Iberisch schiereiland overgenomen van de christelijke Visigoten. De Visigoten in Asturië waren in 722 het tegenoffensief gestart. De Asturische koning Alfonso II ontwikkelde samen met bisschop Teodomiro het idee om de centrale figuur van de plaatselijke bedevaart (Sint Jacob) model te laten staan voor de mythische figuur Santiago Matamoros. Een koene christelijke ridder die heldendaden verrichtte in echte en verzonnen veldslagen tegen de Arabieren. Alternatieve feiten zijn geen moderne uitvinding.
De Arabieren werden stukje bij beetje teruggedrongen. Mede door hulp van christelijke Frankische koningen en gesteund door de paus van Rome. Er volgde een etnische zuivering met een grotendeels verlaten land als resultaat. Om herbevolking van dit land (door christenen) op gang te brengen werd de bedevaart naar het graf van Sint Jacob internationaal gestimuleerd, met name in het huidige Frankrijk. Van begin 10e tot einde 12e eeuw trokken christenen over de Pyreneeën naar noord-west Spanje. Sommigen om een nieuw bestaan op te bouwen in het verlaten land, als boer, ambachtsman of koopman. Anderen gingen als monnik of krijgsman en weer anderen -al dan niet vrijwillig- als pelgrim. Het pad dat ze volgden werd naar hen genoemd: het Franse pad, de camino Francés. Nadat het land was herbevolkt verminderde de belangstelling sterk, mede als gevolg van andere oorzaken: oorlogen, hongersnood en ziektes. Nadat in 1590 de beenderen van Sint Jacob kwijt geraakt waren (en pas eeuwen later ‘teruggevonden’ werden) is de belangstelling voor de bedevaart, vermoedelijk vrij lange tijd, tot nagenoeg nul gedaald.
Slimme marketing onder gunstige omstandigheden eind 20e eeuw heeft de belangstelling een enorme boost gegeven. Hoe lang die deze keer zal duren is niet te voorspellen. Vooralsnog is het booming business en een zegen voor het arme Galicië.

Veel pelgrims ervaren het Caminogevoel op deze plek.

Veel pelgrims ervaren het caminogevoel (ook) bij het Cruz de Ferro.

Het caminogevoel
U hoort of leest her en der over het bijzondere caminogevoel dat bij pelgrims opkomt. Wat is dat? Wat doet de camino met je? Dat verschilt. Lopende pelgrims ervaren de camino intenser dan fietsers. Voor pelgrims die alleen gaan is het caminogevoel intenser dan voor hen die in (een groter) gezelschap gaan. Mogelijk ervaren bepaalde fietsers die in een groep als wielrenner gaan het ‘Vrienden van Amstel-gevoel’, maar dat is duidelijk niet het caminogevoel. Voor Vlaamse lezers: het Vrienden van Amstel-gevoel laat zich omschrijven als: “Een gevoel van vooral jezelf zijn en met vrienden kunnen ontspannen zodat er een grote verbroedering ontstaat.” Amstelbier drinken schijnt daarbij te helpen.
Deze wielrenners, samen met de Spaanse mountainbikers en de (Amerikaanse) caminotoeristen geven voeding aan het idee dat de camino aan zijn eigen succes ten onder zal gaan. Voorlopig is het nog niet zover, maar laat deze ontwikkeling een aansporing zijn vooral nú te gaan, alhoewel sommigen zullen zeggen dat het eigenlijk al te laat is.

Hieronder een citaat uit een reisverslag dat een zeer treffende beschrijving van het caminogevoel geeft, van toepassing op de fietsende pelgrim die alleen gaat: “De camino is gaan, verder gaan, mensen ontmoeten, zich hechten aan sommigen en ze weer los laten, hen soms terug ontmoeten, veel alleen zijn, soms te veel, genieten van de stilte, de landschappen, de geschiedenis achter de kloosters en kerken, denken aan de pelgrims van eeuwen en eeuwen, hopen dat je fiets je niet in de steek laat, denken en nog eens denken, maar je tijd daarvoor nemen, niets ‘moet’, alles mag, je kiest zelf maar, mensen missen, blij zijn dat je je fototoestel toch niet verloren bent na tien minuten zoeken, dingen verliezen, overleven, soms ‘struggle for life’ maar dat wist je op voorhand …”
Bron: http://frankfietstnaarsantiagodecompostela.skynetblogs.be.

Het in 2014 vernieuwde Compostela

De in 2014 vernieuwde Compostela

Het gaat me wat te ver om dit een spirituele ervaring te noemen. En ook niet ‘jezelf tegenkomen’. Maar vrijwel elk woord in de tekst van Frank beschrijft zoals ook ik de camino ervaren heb. Laat ik het erop houden dat naar Santiago fietsen op z’n minst een zeer bijzondere ervaring is. Een ervaring om heel lang van na te genieten. Uit het citaat hierboven blijkt ook dat het beleven van de weg ernaar toe belangrijker is dan het bereiken van de eindbestemming. Handel naar dit principe, neem de tijd en geniet onderweg!

De opleving van de camino is van recente datum
Alhoewel deze -van origine- pelgrimstocht al meer dan 1.000 jaar oud is, is de huidige belangstelling ervoor van vrij recente datum na vele eeuwen in ruste te zijn geweest. De camino beleefde een hoogtepunt in de 12e eeuw. Vanaf de 14e eeuw treedt verval in. Een dieptepunt is 25 juli 1867. Op deze naamdag van Santiago zijn slechts 40 pelgrims in de kathedraal. In de periode daarna werd het niet veel beter. Zo lag het gemiddelde in de jaren 1970-1985 op slechts 185 pelgrims per jaar. Na enkele pogingen van nieuw opgerichte Santiago-genootschappen om het verval te stoppen begint het aantal pelgrims medio jaren ’80 van de vorige eeuw langzaam te groeien. De stormachtige groei van het aantal pelgrims begon in het Heilig Jaar 1993. Met als voorlopig hoogtepunt 2018 met bijna 330.000 pelgrims. Het is best mogelijk dat in het Heilig Jaar het aantal van 400.000 wordt overschreden.

Splinternieuwe (2013) albergue in Foncebadón.

Albergue uit 2011 in Foncebadón.

Belangrijke stimulans voor de opleving van ‘el camino’ was het beleid van de regering van Galicië om vanaf beginjaren ’90 van de vorige eeuw de camino te ondersteunen. Paden werden verbeterd, de bewegwijzering werd vernieuwd, er werden (municipale) albergues opgericht en ondernemers werden gestimuleerd om actief te worden. Zo kon het gebeuren dat er in het vrijwel compleet verlaten Foncebadón nu weer gegeten en overnacht kan worden. Nee, het ziekenhuis dat er in de middeleeuwen stond kwam niet terug.
Voorafgaand aan de actie van de overheid van Galicië waren er andere ontwikkelingen die de camino weer tot leven brachten. Onder andere de oprichting van een Frans caminogenootschap in 1950. Geïnspireerd door de Franse betrokkenheid bij de camino -o.a. via Karel de Grote- en de start van de Franse pelgrimage vanuit Le Puy-en-Velay in 950. De camino heet niet voor niets de Camino Francés, vertaald: het Franse pad.

Gans

el Ganso

Niet-christelijke oorsprong?
Naast de katholiek-christelijke betekenis van de Camino is er nog een ‘heidense’ uitleg, gebaseerd op het principe dat de vroege Katholieke kerk aan veel heidense feesten en rituelen een katholieke betekenis gaf. Bijv. kerstmis is (zou zijn) het zonnewendefeest. Zo ook de camino. Het lopen naar het einde der wereld (Finisterra, in de buurt van Santiago aan de Spaanse westkust) is (zou zijn) een Keltisch ritueel, met de gans als symbool: de Camino de los Gansos. Mooi om over na te denken als u een stukje na Astorga door het gehucht el Ganso komt. Deze keltische route is ook bekend als de Camino de los Ocas; oca is Spaans voor ooi en de Camino de las Estrellas; estrella is Spaans voor ster.

Gedenksteen in O’Cebreiro.

De grote promotor van de huidige camino was de Spaanse priester en pastoor van O’ Cebreiro, Elías Valiña Sampedro (1929-1989). Rechts naast de kerk in O’Cebreiro staat een zuil met gedenkstenen en een sokkel met een beeld van (het hoofd van) deze man. Sinds 1996 reikt de overkoepelde Spaanse camino-organisatie een Premio uit die de naam draagt van de pastoor van O’Cebreiro. Het is opmerkelijk dat het al meer dan 25 jaar oude Nederlands Genootschap van St. Jacob nog nooit in de prijzen is gevallen. In Nederland kan Clemens Sweerman als belangrijk promotor gezien worden. Hij viel wel in de prijzen: de Fietsvakantie Trofee van 2009, in 2018 overleed hij.

Er zijn pelgrims in soorten en maten.

Er zijn pelgrims in soorten en maten.

Credential
U kunt aan de fietstocht beginnen als pelgrim, als gewone (langeafstand) fietser of als ‘wielrenner’. Pelgrims gaan op pad met een credential (Spaans: credencial), het pelgrimspaspoort. Fietsers en wielrenners vertrekken zonder dit document. Alhoewel, omdat een credential onderweg (met name in Spanje) ontzettend ‘handig’ is, koopt ook menige langeafstandfietser zulk document.
Een credential ‘bewijst’ dat de houder een pelgrim is en daarom bepaalde voorrechten heeft. Het belangrijkste voorrecht is ‘gastvrij ontvangen worden’. Gastvrije ontvangst kan een pelgrim op allerlei plaatsen krijgen (voor alle duidelijkheid: ‘kunnen krijgen’ is niet hetzelfde als ‘mogen eisen’), maar vooral in de Spaanse (katholieke) albergues. Een credential is dus noodzakelijk indien u wilt overnachten in Spaanse pelgrimsrefugio’s of albergues en in Franse pelgrimsgîtes, zie ook de vraag: Hoe overnachten?

Voor overnachten in een refugio (dit is in Samos) is een pelgrimspaspoort noodzakelijk

In een refugio is een pelgrimspaspoort vereist

Het document dient ook om stempels te verzamelen. Dit werkt volgens het ‘Elfstedentochtprincipe’. Overal langs de route kunt u stempels (Spaans: sello; Frans: tampon) krijgen. En overal is ook letterlijk overal: in kerken en kloosters, in albergues en refugio’s, op campings en in hotels, in gemeentehuizen, in cafés en restaurants, bij de VVV en ga zo maar door. Soms moet u erom vragen, in albergues is het onderdeel van de incheckprocedure en soms is het zelfbediening. Stempel en stempelkussen staan klaar, help yourself.

Voorblad van het speciale Franciscaner pelgrimspaspoort uit 2014

Voorblad van het speciale Franciscaner pelgrimspaspoort uit 2014

Meer over het credential, de stempels en de twee Caminogetuigschriften staat hier. Een officieel credential (pelgrimspaspoort, niet te verwarren met de Compostela, het getuigschrift na voltooiing van de pelgrimstocht) wordt tegen betaling van een paar euro uitgegeven door erkende instellingen. Klik hier voor een overzicht van erkende instellingen.
Er zijn dus verschillende credentials, maar het verschil zit ‘m voornamelijk in het voorblad en in het stempel van de uitgevende organisatie op pagina 1. Iedere organisatie die pelgrimspaspoorten uitgeeft heeft vaak een eigen variant van de voorkant en uiteraard een eigen stempel. De binnenkant is vooral gevuld met lege ‘vakjes’ (of een geheel blanco blad) bedoeld om stempels te verzamelen.
U kunt een credential bestellen via www.santiagodecompostela.me. Deze one-man-site, gerund door Ivar Rekve, heeft een on-line winkeltje in caminoartikelen. Waaronder het pelgrimspaspoort, uitgegeven door het pelgrimsbureau in Santiago. Hij verkoopt een pelgrimspaspoort voor euro 2,00 excl. verzendkosten. Deze prijs is door het Kapittel van de kathedraal in Santiago in 2016 vastgesteld als maximumprijs voor een credential.
U kunt ook wachten met aanschaf van een pelgrimspaspoort tot u in Saint-Jean-Pied-de-Port bent aangekomen. Het pelgrimsbureau in dat stadje verkoopt ook geldige pelgrimspaspoorten. U spaart er een paar euro mee uit maar u loopt dan een hele reeks Franse stempels mis en u kunt geen gebruik maken van Franse pelgrimsgîtes.

Pelgrimspaspoort pagina 1

Pelgrimspaspoort pagina 1

Op een Spaans credencial staat:
Nombre del peregrino = naam van de pelgrim.
D.N.I. / Pasaporte = nummer identiteitsbewijs.
Dirección = adres/woonplaats/land waar u woont.
Lugar de inicio de la peregrinación = plaats van vertrek.
En bicicleta = per fiets. (dit vakje aankruisen).
De ruimte onder ‘Cumplió la peregrinación, Sello’ is bestemd voor een stempel (sello) van het pelgrimsbureau in Santiago. Aan de balie waar u uw credential toont zal het baliepersoneel hier een stempel zetten en de datum van aankomst invullen: Santiago, a de de 2019.

Onder de tekst ‘Credencial que expide’ (= Credential uitgegeven door) staat het stempel van de uitgevende instantie. In dit voorbeeld het pelgrimsbureau in Santiago. Indien een stempel ontbreekt, indien er een willekeurig stempel staat en als de tekst “El Sepulcro del Apóstol de la Catedral de Santigago, meta de la Peregrinación Jacobea'”  niet op de voorkant van document staat dan is het pelgrimspaspoort ongeldig. Met ‘willekeurig’ worden alle stempels bedoeld van niet door het pelgrimsbureau erkende instellingen, namaaksels en imitaties.

Stempel van het Genootschap op pagina 1 van een pelgrimspaspoort

Stempel van het Genootschap. Pelgrimspaspoort pagina 1.

Wilt u er 100% zeker van zijn dat u een geldig credential heeft, word dan lid van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob en u ontvangt er een. In een door dit genootschap uitgegeven credentials staat -dus- hun stempel.
Het Nederlandse pelgrimspaspoort bevat ook een tekst waarin gevraagd wordt de pelgrim zo nodig te helpen en een handtekening van de voorzitter van het genootschap.
Ook in Frankrijk en Spanje worden credentials verstrekt door door het pelgrimsbureau in Santiago erkende instellingen. Bijv. het pelgrimsbureau in St. Jean-Pied-de-Port of Spaanse kerken. Voor meer adressen in Spanje, klik hier. De Camino Francés kan immers in elke plaats op de route worden begonnen, bijvoorbeeld in Astorga.

De pastoor van de kerk in Châtellerault zet een 'tampon'.

De pastoor van de kerk in Châtellerault zet een ‘tampon’.

Onderweg een credential aanschaffen kan dus. In Frankrijk zal dat wat lastiger zijn dan in Spanje, waar u in de eerste de beste albergue waar u wilt overnachten er (meestal) een kunt kopen. Houd uw ID-bewijs bij de hand. Prijs: een paar euro.
In Frankrijk kunt u het proberen bij een ‘Office du Tourisme’ in een wat grotere plaats aan de route, bijv. Tours of Vézelay. Prijs: circa 10 euro. De kans dat een pastoor van een of andere kerk er een voor u heeft liggen is klein. Uiteraard is het altijd handig als u de taal spreekt.

Pelgrimspaspoort uitgegeven door de 'Amigos del Camino de Santiago' in Astorga.

Pelgrimspaspoort uitgegeven door de ‘Amigos del Camino de Santiago’ in Astorga.

Het overkoepelend Spaans caminogenootschap is de Federación Española de Asociaciones de Amigos del Camino de Santiago. Hierbij zijn alle Spaanse caminogenootschappen aangesloten. De website van deze organisatie staat hier. Ze heeft haar zetel (sede) in Logroño aan de calle Ruavieja 3, bajo. Ze is opgericht in Estella op 29 december 1961, naar voorbeeld van de Franse Societé des Amis de Saint-Jacques de Compostelle, opgericht in juli 1950. De reden dat de Fransen zoveel eerder waren dan de Spanjaarden heeft waarschijnlijk een historische oorzaak. In de begintijd van de bedevaart waren er nauwe banden tussen de Franse kloosterorde van Cluny, Franse koningen (o.a. Karel de Grote en later Odo van Bourgondië) en de koningen van Castilië. De Fransen waren de Spaanse christenen te hulp geschoten in hun strijd tegen de moren. De naam ‘Francés’ verwijst naar het feit dat de pelgrims, kooplieden en arbeiders die in de vroege middeleeuwen deze route liepen, mensen waren die vanuit het huidige Frankrijk kwamen.

Geloofsbrief van Vlaamse pelgrim.

Geloofsbrief van Vlaamse pelgrim.

Het Caminogenootschap in Vlaanderen geeft naast een stempelboekje een officiële geloofsbrief aan pelgrims. In Nederland zijn stempelboekje en geloofsbrief gecombineerd in het pelgrimspaspoort. De tekst op de geloofsbrief lijkt op de tekst in het pelgrimspaspoort (help de pelgrim zo nodig) en het is een mooi document. Het woord geloofsbrief is de vertaling van de universeel gebruikte term ‘credential’ en dus treffender dan de term ‘pelgrimspaspoort’. Niet dat de pelgrim wat aan zijn geloofsbrief heeft: geen enkel Frans of Spaans pelgrimsonderkomen vraagt erom en de tekst is in het Nederlands gesteld. Naar het stempelboekje of pelgrimspaspoort wordt uitdrukkelijk wel gevraagd. Maar het gaat om het idee. In de middeleeuwen waren geloofsbrieven op veel terreinen van essentieel belang. Mooi dat de Vlamingen dit element proberen vast te houden.

Caminogenootschappen
Net zoals in Spanje zijn er ook in Frankrijk regionale genootschappen van Saint Jacques. Die hebben zich weer verenigd in twee overkoepelende organisaties. De ene gevestigd in Le Puy-en-Velay: Fédération Française des Associations des Chemis de Saint-Jacques de Compostelle, de FFACC, waarbij bijv. het Genootschap Voie de Vézelay is aangesloten. De andere is de hiervoor genoemde Société, gevestigd in Parijs, waarbij bijv. de Assocation Lot et Garonnaise is aangesloten.
De meeste regionale genootschappen hebben een eigen site. De informatiewaarde is per site verschillend. Sommige sites bevatten een overzicht van de overnachtingsmogelijkheden in hun gebied, bijv. in de Vienne. Voor alle genootschappen geldt dat ze zich vrijwel uitsluitend richten op de lopende (Franse) pelgrim. Omdat de wandel- en fietsroutes nogal verschillen is maar een beperkt deel van de geboden informatie voor fietsers interessant.

Compostela
In het pelgrimsbureau in Santiago (rúa das Carretas 33) kunt u op vertoon van een pelgrimspaspoort met voldoende stempels een getuigschrift, de compostela krijgen. Er zijn twee varianten. De ‘echte’ compostela en het certificado alternativo. De compostela krijgt u als u als reden voor het fietsen (of lopen) van de camino opgeeft ‘religieus’ (religioso) of ‘spiritueel’ (spiritual), al dan niet aangevuld met het motief ‘cultural’. Beide documenten zijn gratis; een koker om uw document te beschermen tegen beschadiging tijdens het transport kost een paar euro. Een vrijwillge bijdrage (donativo) wordt altijd op prijs gesteld.
Het certificado alternativo is voor degenen die enkel het motief ‘cultural’ opgeven als reden waarom men de camino heeft afgelegd. Helaas is er nauwelijks (zeg maar ‘geen’) informatie over dit document op de site van het pelgrimsbureau of elders te vinden. Het zou dus kunnen zijn dat er stilletjes afscheid is genomen van dit document en dat u vriendelijk wordt verwezen naar het Certificado de Distancia. Dit document is in maart 2014 ‘op veler verzoek’ geïntroduceerd. Het is een luxe vormgegeven document. U kunt het ‘los’ aanschaffen of in combinatie met de gewone compostela. Het bevat gegevens (zoals startplaats en aantal afgelegde kilometers) over de pelgrimstocht van degene die het aanvraagt. Ook pelgrims die allang thuis zijn kunnen het aanvragen. Stuur een mail naar: certificadodedistancia@catedraldesantiago.es.
Het certificado de distancia kost een paar euro. Zie ook vraag 29.

De Camino wordt (helaas?) commerciëler

De camino wordt (helaas?) commerciëler

Drukte op de camino
De camino wordt langzaamaan commerciëler en efficiënter. Zo moet tegenwoordig betaald worden voor een bezoek aan de kerk met de kip en de haan in Santo Domingo de la Calzada, worden in het pelgrimsbureau geen compostela’s meer in prachtig handschrift en met alle namen van de pelgrim voluit uitgeschreven, kunt u de sokkel van het beeld van Santiago achter in de kathedraal niet meer aanraken, wordt Foncebadón weer bewoond, etc.

Caminotoeristen nabij Ligonde

Caminotoeristen nabij Ligonde

Ook steeds meer reisorganisaties bieden comfortabele Santiagoreizen aan met een klein vleugje camino, door een of meer korte wandel- of fietsetappes in de reis op te nemen. Caminotoeristen met witte benen en kleine rugzakjes mengen zich tussen de ‘echte’ pelgrims die vele honderden kilometers hebben gelopen of gefietst. Hoe dichter u bij Santiago komt, hoe meer caminotoeristen u ziet. Als u voor de eerste keer gaat dan valt dat niet zo op. Maar voor degenen die al een keer (of meerdere) zijn geweest, zijn de veranderingen goed merkbaar. Deze ontwikkeling zal zich alleen maar voortzetten.

Steen markeert grens van de gemeente Santiago

Neem de tijd
De afstand is niet misselijk, zo’n 2.500 à 2.900 kilometer. Afhankelijk van waaruit u in Nederland vertrekt en welke route u neemt. Het is avontuurlijk. Niemand kan vooraf uittekenen hoe alles zal verlopen gedurende de 4 à 5 weken die de tocht zal duren. Precies daarom is het de meesten te doen. Het is avontuurlijk en sportief, met een cultureel tintje. Benut de mogelijkheid om onderweg veel te zien. Laat u niet haasten en neem de tijd om rond te kijken.

Ondanks het feit dat sommige reisverslagen anders doen vermoeden, zijn de indrukken die u opdoet en de contacten met anderen het belangrijkst. Niet de afgelegde kilometers, de overbrugde hoogtemeters of de gemiddelde snelheid.

Genoeg tijd voor bezinning op deze achteraf weggetjes

Genoeg tijd voor bezinning op deze achteraf weggetjes

Heeft u de tocht voltooid dan kunt u dat met trots aan iedereen die het horen wil vertellen. Tot slot speelt mee dat de tocht een bezinning kan zijn. Een bezinning op uw carrière, uw relatie, het geloof, het leven als geheel. Dit komt nog het meest bij de pelgrims die in de Middeleeuwen de tocht lopend volbrachten.
Sommige fietsers willen per se geen pelgrim zijn. Ze kopen geen pelgrimspaspoort, overnachten (dus) niet in albergues, deponeren geen steen bij het Cruz de Ferro en zonderen zich af van allen die ze onderweg ontmoeten. Ieder zijn eigen keuze, maar door je als eenling op te stellen en alles te mijden wat de camino zo bijzonder maakt, mist u veel en doet u zichzelf tekort.

Naargeestige bouwval in Castrojeriz.

Vervallen en naargeestig bouwsel in Castrojeriz.

Weer anderen klagen in hun blog over wat ze onderweg ‘moeten’ meemaken. Over de eentonige kilometers en het karige pelgrimsmenu, over onhygiënische albergues met snurkende gasten, over de hitte en de vele klimmetjes, over Spanjaarden en Fransen die geen Engels verstaan, over naargeestige en vervallen dorpjes en over lopende pelgrims die de weg (over)bevolken. Vanuit een negatieve mindset gezien klopt ’t allemaal en kunt u maar beter thuis blijven. Klik op reisverslag herman kusters om het reisverslag van een soms wat narrige fietser te lezen.

Kerkje in El Burgo Ranero

Kerkje in El Burgo Ranero

Een andere pelgrim schreef in 2013: “In de loop van de dag werden de plaatsjes echter vervallen en naargeestig. De kroon spande El Burgo Ranero. Er cirkelden nog net geen gieren om de kerktoren, maar verder vond ik het helemaal niks. Ik zou hier kamperen, maar ben snel verder gegaan.
Waarschijnlijk is deze fietser zo rond drie uur in de middag het dorpje binnen gereden. Het is dan siësta en er heerst een uitgestorven sfeer. Ook de gieren houden dan siësta. Komt u op een meer christelijke tijd dan kunt u in het kerkje van San Pedro Apóstol een stempel halen.

Santiago matamoros
Santiago is ook interessant uit geschiedkundig oogpunt. De apostel St. Jacob (de meerdere, el mayor) is de patroonheilige van Spanje.

Symbolen van St. Jacob. Zwaard en schelp.

Hij staat bekend als Santiago matamoros, de morendoder. Verwijzend naar de eeuwenlange bezetting van Spanje (met uitzondering van Asturië) door de moren. En de herovering van het land, in de laatste fase onder leiding van de katholieke koningen (reyes católicos, deze titel werd hen verleend door Paus Alexander VI ) Isabella van Castilië in 1469 getrouwd met Fernando van Aragón. Spanjaarden spreken over de reconquista, de herovering en niet verovering. Blijkbaar uitgaande van het idee dat die inwoners van het gebied rond het jaar 700 (en daarvoor) ook Spanjaarden waren.
Een belangrijk moment in het begin van de reconquista was de slag bij Clavijo op 23 mei 844, toen Ramiro I, koning van Asturië, de troepen van Abd ar-Rahman II versloeg. Geholpen door een ridder op een wit paard: Santiago Apóstol, althans zo vertelt de legende.

Uitzicht vanaf kasteel in Clavijo

Uitzicht vanaf kasteel in Clavijo

Geschiedkundigen beweren dat in werkelijkheid de slag bij Clavijo nooit heeft plaatsgevonden, een stelling waar overigens niet iedereen het mee eens is. En voor wie denkt waar ken ik de naam ‘Abd ar-Rahman’ van. Juist ja, Abd er Rahman Al Ghafiqi werd in 732 bij Poitiers verslagen door Karel Martél. Als u de westelijke route neemt komt u dicht langs het slagveld waar de moren door Karel Martél verslagen werden. De ruïnes van het kasteel van Clavijo liggen als een kraaiennest boven een kloof, 15 km ten zuiden van Logroño.

Hieronder in vogelvlucht de historische ontwikkeling van het Iberisch Schiereiland tussen 400 en 1400. De jaartallen zijn indicatief. Enkele tussenvormen, zoals het grote koninkrijk Nájera-Pamplona rond het jaar 1000 hebben maar korte tijd bestaan. Het viel na de dood van koning Sancho III uiteen waarna zijn zoon Fernando I de eerste koning van Castilië werd.
Goed is te zien dat het oude koninkrijk León werd overgenomen door het koninkrijk Castilië (fusie in 1230; de twee rivaliserende koningen waren broers van elkaar). Daardoor werd het castiliaans de officiële Spaanse taal. In het monasterio van San Millán (nabij Nájera, niet ver van de fietsroute) kunt u de oudste castiliaanse bibliotheek bezoeken.

Graven van de koningen van Leon

Graven van de koningen van Leon

Tussen de steden León en Burgos bestaat nog steeds rivaliteit. León heeft meer historie. De Romeinse keizer Augustus stationeerde in de Romeinse provincie Hispania (vandaar de huidige naam: Spanje) enkele van zijn legioenen o.a. om goud- en zilvermijnen te beschermen tegen de aanvallen van de ‘barbaren uit Cantabrië’. In Hispania werd veel goud en zilver gedolven en naar Rome verscheept. Veelal wordt gesteld dat de via de la Plata (zilverroute) naar dit zilvertransport is vernoemd, plata is Spaans voor zilver. Alhoewel dit een mooie verklaring lijkt wordt die betwist. De via de la Plata heeft (zoals veel meer in Spanje) Arabische roots. De naam is afgeleid van het Arabische al-balat, dat ‘geplaveide weg’ betekent. In het hele Romeinse rijk zijn wegen van (basalt)stenen -zoals bijv. de via Appia- aangelegd om efficiënt transport van manschappen, buit en voedsel mogelijk te maken. De Arabieren in Spanje maakten er dankbaar gebruik van.
In León (afgeleid van Legio = legioen) werd het gedurende een kleine honderd jaar het zesde legioen gelegerd (Legio VI Victrix), reden waarom het de bijnaam Hispaniensis kreeg. Legio X Gemina werd een tijd in Asturica Augusta (nu Astorga) gestationeerd. Na de ineenstorting van het Romeinse rijk beleefde León goede tijden als handelscentrum voor goud en zilver dat in ‘de buurt’ werd gevonden. Het was de hoofdstad van het koninkrijk van León tusssen 910 en 1230. De koningen liggen in het Panteon de los Reyes, grenzend aan de mooi gerestaureerde kerk van San Isidoro (zeker een bezoek waard).

El Cid in Burgos

El Cid in Burgos

Burgos is in 884 gesticht als versterkte nederzetting (burgo) met een burcht aan de nieuwe grens tussen het Koninkrijk van Asturië (later León) en het emiraat van Córdoba. Oorspronkelijk lag Burgos hoog boven de rivier de Arlanzón. Momenteel ligt de stad aan deze rivier en is van de burcht alleen een ruïne over. Van 1037 tot 1087 was het de hoofdstad van het Koninkrijk Castilië (Land van kastelen). Daarna nam Toledo (de oude hoofdstad van de Visigoten) deze positie over. In juni 1561 maakte de ook in Nederland bekende Filips II Madrid de hoofdstad van Spanje. Een samenvoeging van de koninkrijken Castilië en León, Navarra (Baskenland), Aragón en Granada, het laatste stukje heroverd moslimgebied. Beroemd figuur in Burgos is El Cid, die leefde van 1040 tot 1099. Hij speelde een belangrijke rol tijdens de reconquista.

Iberisch schiereiland tussen 400 en 1400

Iberisch schiereiland tussen 400 en 1400

Slag bij Las Navas de Tolosa.

Net als El Cid was Santiago matamoros een belangrijk figuur in de herovering van Spanje op de moren. El Cid heeft een praalgraf in de kathedraal van Burgos. De apostel Jacobus heeft een praalgraf in Santiago. Klein verschil: El Cid, echte naam Rodrigo Díaz de Vivar, heeft in Spanje strijd gevoerd. Dat Sint Jacob een actieve strijder in Spanje was moet worden betwijfeld. Desondanks zijn de hoefijzers die het paard van Santiago matamoros droeg tijdens de slag bij las Navas de Tolosa op 16 juli 1212 te bewonderen in het monasterio van Cañas, een paar kilometer van de fietsroute. U ziet, Santiago matamoros is een fantastisch figuur. Hoe dan ook, ruim 600 jaar strijd. Onze tachtigjarige oorlog is er niks bij. U zult op vele plaatsen in Spanje de afbeeldingen van Santiago op zijn paard zien. Evenals het rode zwaard van de orde van Sint Jacob. De kleur rood symboliseert het bloed van de verslagen arabieren.

Een van de vele beelden van Santiago Matamoros

Over de herkomst van de schelp als symbool (la Concha de Santiago) bestaan verschillende meningen. Volgens de site Spain.info.nl_BE namen middeleeuwse pelgrims deze schelp mee naar huis als bewijs dat ze in Santiago waren geweest. Men vond deze schelpen op het strand van de west-Spaanse kust. Er zijn ook andere verklaringen, klik hier.

Codex Calixtinus
Het oudste boek waarin de pelgrimsroute is beschreven is het Liber Peregrinationis, het boek voor pelgrims. Dit boek is het vijfde deel van de Codex Calixtinus, ook het Liber Sancti Jacobi genoemd. Een serie teksten genoemd naar Paus Calixtus onder wiens invloed ze omstreeks 1160 door verschillende auteurs werden samengesteld. Deel vijf van de Codex Calixtinus -toegeschreven aan Aymeric Picaud van Partenay- gaat specifiek over de pelgrimsroute. Vaak wordt het de eerste reisgids genoemd. Het boek is nog steeds te koop en de tekst staat op internet.
Zeer interessant is de aflevering van Geschiedenis-24 (1987, Hans Keller en Cees Nooteboom) getiteld: ‘De geschiedenis van een tocht‘. Alhoewel de beelden oud zijn is hun verhaal nog uiterst actueel. Een aanrader voor wie wil gaan en voor hen die de tocht al gemaakt hebben.

Detail van de tombe (met daarin de resten) van Sint Jacob. Deze tombe staat in de kathedraal van Santiago de Compostela.

Dat in deze tombe de resten van Sint Jacob liggen is een legende en wordt dan ook niet (meer) erkend door het Vaticaan. Paus Johannes-Paulus II en Paus Benedictus XVI vermeden het woord ‘tombe’ en spraken over een ‘memorial’.
Desondanks neemt het aantal pelgrims naar Santiago ieder jaar toe. Uit twee grafieken hieronder wordt duidelijk hoe snel de populariteit van de pelgrimstocht naar Santiago stijgt.

Aantallen pelgrims

Na vele tientallen (mogelijk honderden) jaren waarin er nauwelijks een pelgrim naar Santiago de Compostela liep (bijv. in het hele jaar 1978 werden slechts dertien pelgrims geteld), trad in 1993 een trendbreuk op. 

Aantallen pelgrims grafiek 1983-2021 per jan 2019
In samenwerking met de regering van Galicië kreeg het bisdom de bedevaart weer op gang. In 1998 kwamen er ruim 30.000 pelgrims aan. In 2015 werden ruim 260.000 pelgrims geregistreerd. In het ingelaste Heilig Jaar 2016 hebben zich wat minder pelgrims gemeld dan verwacht: 277.915. Maar in 2018 steeg het aantal naar bijna 330.000. In 2021, het eerstvolgende Heilig Jaar, is (Deo volente) de kathedraal geheel gerestaureerd. Het samenvallen van deze twee belangrijke feiten zal waarschijnlijk leiden tot een ongekend aantal pelgrims. Ik verwacht zeker meer dan 350.000; misschien worden het er wel 400.000. Best veel voor een stad met zo’n 100.000 inwoners.

De verhouding lopen/fietsen was een aantal jaren 85/15, veranderde de afgelopen tijd richting 90/10 en lag in 2016 op 92/8, in 2018 gedaald naar 6.35%. Fietsers worden een steeds kleinere minderheid.
De snelle stijging van het aantal pelgrims kan uiteraard niet zonder gevolgen blijven. Ondanks de uitbreiding van het aantal (private) albergues in Spanje zal de toenemende drukte het vinden van een bed in een albergue lastiger maken. Aan de stijging van het aantal pelgrims liggen -waarschijnlijk- onderstaande oorzaken ten grondslag:
1. De camino lopen levert inspiratie voor een nieuwe levensfase. Het aantal mensen dat hieraan behoefte heeft neemt toe, bijv. na een echtscheiding, burn-out, mislukte studie, overwonnen ziekte, etc.
2. De camino (gedeeltelijk) lopen of fietsen is vooral voor Spanjaarden een goedkope manier van vakantie houden. De faciliteiten zijn prima en de prijs is laag.
3. Reisorganisaties wakkeren het caminotoerisme aan. Zij beloven hun klanten de unieke ervaring van eeuwenoud ritueel gecombineerd met een luxe ondersteuning. Onder andere Amerikanen lijken hiervoor gevoelig en lopen de laatste 100 kilometer met minimale bagage.
4. Europa vergrijst. Voor vitale pensionado’s is de camino een interessante uitdaging. Niet al te moeilijk, prima faciliteiten en de camino lopen/fietsen levert een unieke beleving op.
5. En er zijn gelovigen die de tocht zien als een bedevaart naar een Heilig Oord.

Deze compleet verschillende motieven, gecombineerd met de internationale diversiteit maakt het gesprek met pelgrims die u onderweg ontmoet zo interessant.

aantallen-nederlandse-pelgrims-tot-2021-versie-2017
Het aantal Nederlandse pelgrims is in enkele jaren geleden explosief gestegen. Van 2.500 in 2011 naar zo’n 3.500 in 2015. De afgelopen jaren stagneert de groei enigszins. Het zou kunnen dat de top is bereikt.
Uit de grafiek blijkt dat Heilige Jaren geen invloed hebben op het aantal Nederlandse pelgrims; nergens zijn pieken te zien.
In deze cijfers zijn de fietsers en wandelaars die zich in Santiago niet hebben laten inschrijven niet meegeteld. Hoeveel er dat zijn is moeilijk te zeggen. Het aantal Nederlandse fietsers dat zonder credential op stap gaat en zich (dus) niet laat inschrijven op het pelgrimsbureau in Santiago zou wel eens -relatief gesproken- aanzienlijk kunnen zijn. Het idee ‘pelgrim’ te zijn en de associatie met het katholieke geloof kan sommigen ervan weerhouden een credential te kopen. Het scheelt een paar euro maar u kunt geen gebruik maken van de diensten van (de meeste) albergues. Uiteraard geen probleem voor hen die dat toch al niet van plan waren.

Lopende pelgrims kunnen het de fietser lastig maken.

Drukte op de Camino.

De toenemende drukte merkt u pas echt op het laatste deel van de camino. Ruim zestig procent van de pelgrims die de camino Francés lopen, vertrekt in of ná León. Vanaf Sarría kan de drukte enorm zijn omdat starten in deze plaats, 114 km van Santiago, voor wandelaars nog net recht geeft op een compostela. In 2018 vertrokken bijna 90.000 pelgrims vanuit Sarría. Na Sarría is het dus erg druk op de camino, vooral in augustus.

Van de 3.670 Nederlandse pelgrims die in 2018 aankwamen vertrokken er 396 uit Nederland. Dus slechts 11% van de Nederlandse pelgrims vertrekt vanuit huis, vijf procentpunt lager dan een paar jaar geleden. Een deel van hen (naar mijn inschatting ongeveer 250) pakte de fiets. Ongeveer 2/3 (ook een schatting) van de fietsers neemt de westelijke route door Frankrijk. Eenderde volgt de oostelijke route. Dat verklaart waarom u op de oostelijke route weinig of geen Nederlandse pelgrims ontmoet. Na Puente la Reina wordt de kans op ontmoetingen met Nederlandse pelgrims aanzienlijk groter.
Als u via St.Jean-Pied-de-Port fietst dan zult u merken dat dit dorpje een populaire startplaats is. In 2018 vertrokken hier ongeveer 33.500 pelgrims. Binnen de stadsmuren komt u tientallen pelgrims tegen. Bovendien trekt het dorpje veel toeristen. Voor sommigen is dit een reden om St.Jean-Pied-de-Port te mijden. Het pelgrimsbureau ligt hoog in de ‘binnenstad’ aan de hoofdstraat, net voor een oude stadspoort. Daarmee staat St. Jean op de 2e plek in de ranglijst startplaatsen. Sarría is ook in 2018 nummer 1 met 88.500 startende pelgrims.

Pelgrims ontmoeten elkaar in Hontanas.

Pelgrims ontmoeten elkaar in Hontanas.

Overigens is niet iedereen het er mee eens dat het fantastisch is de camino te lopen (of te fietsen). Er zijn argumenten bedacht waarom je deze route juist niet zou moeten nemen, althans niet te voet. Uiteraard zijn de argumenten overdreven en soms wat gezocht, maar er zit vaak ook wat in. Zeker in augustus is vooral het laatste deel van de camino erg druk. Ik heb Nederlandse pensionado’s gesproken (die al meer dan tien jaar in Spanje woonden en nauwelijks Spaans spraken). Ze hadden de laatste 100 km van de camino gelopen, want dan krijg je al een compostela. (het criterium voor fietsers is: de laatste 200 km fietsen). Als deze categorie pelgrims de overhand gaat krijgen dan wordt het snel minder leuk. Dus degenen die op zoek zijn naar een echt outdoor fietsavontuur kunnen beter de mountainbike nemen en de Camino del Norte rijden. Of door bijv. Mongolië gaan fietsen.

naar de vragen

2. Waarom fietsen?

Fietsen met bagage in Postel

Acht procent fietst
Omdat het sneller gaat dan lopen en omdat u tóch nog heel veel kunt zien. Het eerste is van belang als u geen drie maanden de tijd hebt, of u uw partner niet zo lang alleen wilt laten. Maar dat neemt niet weg dat el camino vooral een wandelevenement is. Dat merkt u aan alles. Bijv. in het logo van het Nederlandse genootschap van Sint Jacob staat een lopende pelgrim afgebeeld. Een Engelstalige beschrijving van el camino (via de Camino Francés in 33 etappes) voor wandelaars staat in de pdf Camino de Santiago te voet. Deze tekst is ook voor bepaalde fietsers lezenswaard. Vooral voor hen die geïnteresseerd zijn in historie en cultuur van de dorpen en steden die aan de camino liggen.

De Camino wandelen is niet altijd een pretje

De Camino lopen is niet altijd een pretje

Slechts iets meer dan 6% (de Spaanse mountainbikers meegerekend) kwam in 2018 per fiets aan in Santiago. In de ogen van veel wandelaars -zo lijkt ‘t- zijn fietsers eerder vakantiegasten of sportievelingen met prestatiedrang dan pelgrims die rust, vriendschap en verbondenheid zoeken. En eerlijk gezegd kan ik wel een eind meegaan in deze beleving. Vooral als ’t met mooi weer bergje-af gaat en de wandelaars in de hitte (zakdoeken op ’t hoofd, bijna bezwijkend onder hun rugzak) dezelfde weg te voet moeten afleggen.
Een prettige eigenschap van fietsen is dat u veel kunt zien, dat u flexibel bent en dat het een goede bezigheid voor lijf en leden is.
Het Genootschap van Sint Jacob heeft aan het verschil tussen wandelaars en fietsers twee artikelen gewijd. De vrijheid van een fietser is geschreven vanuit de optiek van de fietser. Deze tekst geeft een goed beeld. De reactie daarop van enkele wandelaars staat in De weldadige wandelaar. In deze tekst is te lezen dat (sommige) wandelaars de fietsers niet als echte pelgrims zien. Want -zo schrijft iemand- wandelaars gaan voor ontmoetingen met mensen en fietsers gaan van plaats naar plaats.
Hoe dan ook, tips over (langeafstand) fietsen in het algemeen en over klimmen en dalen in het bijzonder vindt u op deze site en ook hier.
Fietsen naar Santiago is ook een vrij populaire activiteit om sponsorgelden voor een goed doel te vergaren. Meestal gaat het daarbij om de prestatie. Het maken van veel kilometers in zo min mogelijk tijd of het bereiken van de eindstreep in Santiago. Want zo werkt het in de (westerse) wereld. Prima, want elk goed doel kan elke euro goed gebruiken. Maar laat uw prestatiedrang niet de boventoon voeren. Denk ook aan uzelf en geniet van de tocht. Laat de weg het doel zijn, niet de bestemming of uw prestatie!

Pelgrims of langeafstand fietsers?

Er zijn er ook die wel een prestatie willen neerzetten en zij werken het parcours in drie weken af. Op een racefiets of met een mountainbike, meestal geen of nauwelijks bagage en met één doel: zo snel mogelijk in Santiago aankomen. Zoals een gezelschap Vlaamse wielrenners dat het parcours aflegde in 15 (!) etappes. Voor deze doelgroep is deze tekst niet geschreven. Maar het moet gezegd: de echte pelgrim loopt. Pas dan ervaart u de eindeloosheid van de tocht en ondergaat u de ontberingen die eraan gekoppeld zijn.

U kunt ook op deze manier pelgrimeren.

Ongeveer 30 dagen
Als u vanuit Nederland loopt bent u ruim 100 dagen onderweg, de fietser rond de 30 dagen. De fietser kan wat minder kritisch zijn op het mee te nemen gewicht. De lopende pelgrim moet op elke gram letten. Tien kilo kan, maar acht kilo is beter. Voor de fietser zijn deze cijfers resp. 23 kg en 18 kg. En tenslotte, de wandelaar heeft een behoorlijke kans op lichamelijke ongemakken: pijn in de rug en/of blaren op de voeten. De goed voorbereide fietser kan de tocht maken zonder enig lichamelijk ongemak.

Lopend naar Santiago is ver en slopend.

Lopen naar Santiago is ver, heet en stoffig met (soms) weinig schaduw.

Daar tegenover staat dat de lopende pelgrim de tocht aanzienlijk intenser ervaart dan de fietser. Voor de fietser kan het vakantiegevoel wel ‘ns boven komen drijven, voor de wandelaar is de tocht bepaald geen vakantie. Santiago is voor de wandelaar (vanuit Nederland) ver, slopend en soms afzien. Maar de beloning voor de lopende pelgrim is groter: meer gezien, meer beleefd, meer ervaren, intenser geleefd. Desondanks: persoonlijk geef ik de voorkeur aan fietsen.
Om critici vóór te zijn: de foto hiernaast geeft de situatie weer direct na de eeuwwisseling. Deze weg -sommigen noemen ‘m de weg met de bomen- loopt van Reliegos naar Mansilla de las Mulas. Het wandelpad links van de weg werd in de jaren ’90 aangelegd als onderdeel van het beleid van de regering van Galicië om el camino op de kaart te zetten nadat deze tot Europees erfgoed was verklaard. Inmiddels zijn de bomen groter en geven ze wandelaars enige bescherming tegen de soms verzengende Spaanse middagzon. Maar dit laat onverlet dat de camino wandelen soms behoorlijk afzien is. Het Spaanse Rode Kruis patrouilleert niet voor niets op lange eenzame paden waar geen bescherming tegen de zon is. Aan pelgrims worden flesjes water uitgedeeld. Fietsen is ook wel ‘ns afzien, maar naar mijn idee en ervaring aanzienlijk minder dan wandelen.

De echte pelgrim loopt….

Fietsers missen wel wat
Door te fietsen mist u best wel wat van de echte camino in Spanje. Bijvoorbeeld: op het traject Puente la Reina naar Viana volgt de fietser de oude hoofdweg (NA1110/N111). Heerlijk ontspannen fietsen op een brede weg. Dat kan omdat het doorgaande autoverkeer de A12 volgt. De oude hoofdweg mijdt echter de kleine dorpjes op het traject zoals Villamayor de Monjardín. De wandelroute komt wel door al die dorpjes. De fietser moet erop bedacht zijn even linksaf te gaan naar de beroemde gratis wijntap in Irache; de wandelaar vindt ‘m op zijn route. Hetzelfde geldt voor een dorpje zoals Hontanas en het monasterio San Juan de Ortega.
Bijzonder is dat u zult merken via een onzichtbaar draadje met andere fietsende pelgrims verbonden te zijn. Mensen die u vandaag ontmoet ziet u een paar dagen niet en dan staat u opeens weer oog in oog met hen ergens op een plein, op een camping of langs de kant van de weg. Soms zoeken pelgrims elkaar op en fietsen een stuk samen. Soms dagen lang. Maar het is de vraag of iedereen op gezelschap zit te wachten.

Voor degenen die op de teksten op de blog van een pelgrim reageren met opbeurend bedoelde opmerkingen zoals ‘je bent er bijna’ en ‘nog maar 100 kilometer’ heb ik een teleurstellend bericht. Bijna het ergste wat een pelgrim kan overkomen is dat hij/zij zich realiseert ‘ik ben er bijna’. Want dat betekent ‘het is afgelopen, uit, over, ten einde’. Hoe fijn de aankomst op het plein voor de kathedraal ook zal zijn, het besef dat ‘het’ daarmee over is, is voor velen ook een domper op de feestvreugde.

Of dus toch lopen?
Ervan uitgaande dat u vijf à zes weken beschikbaar heeft kunt u in plaats van fietsen vanuit Nederland ook gaan lopen vanuit St. Jean Pied-de-Port. De verschillen tussen het fietsen en het lopen van el camino zijn:

1. Fysiek is wandelen aanzienlijk zwaarder. Op sommige (eenzame) delen van de camino is het Spaanse Rode Kruis actief om in problemen geraakte wandelaars hulp te bieden.
2. De dagindeling is anders: wandelaars vertrekken in alle vroegte (om 06:00 is geen uitzondering), fietsers vertrekken tussen 08:00 en 09:00. De meeste wandelaars stoppen om uiterlijk 14:00 uur, de fietser tussen 16:00 en 17:00 uur.
3. Gemiddelde dagetappe wandelen: 25 km. Fietsen: 80 km.
4. De routes zijn regelmatig anders. Niet alleen tussen de dorpen en steden aan de camino, maar soms wijkt de fietsroute (ver) af van de wandelroute en komt -dus- door plaatsen die niets met de camino van doen hebben. Ook mist de fietsroute caminoplaatsen zoals Redecilla del Camino.
5. Fietsers volgen (meestal) het asfalt, wandelaars lopen (veelal) op zand- en gravelpaden.
6. Wandelaars hebben bij sommige albergues voorrang op fietsers; soms zijn fietsers pas na vijf uur welkom in een albergue. (als er dan nog plaats is)
7. Fietsers zijn flexibeler. Zij kunnen gemakkelijker een bezienswaardigheid bezoeken die niet direct aan de route ligt of doorrijden naar een andere albergue.
8. Wandelaars voelen zich (en zijn het wellicht ook) de échte pelgrims. De eerlijkheid gebiedt -mij- te zeggen dat de camino fietsen soms inderdaad voelt als een vakantie. Wandelaars hebben meer contacten met andere pelgrims dan fietsers. Door de camino te lopen (vanaf Saint Jean-Pied-de-Port) beleeft u de camino wezenlijk anders en waarschijnlijk ook aanzienlijk intenser.
9. Wandelaars moeten alerter zijn op het gewicht van hun bagage. Zij kunnen aanzienlijk minder kilo’s meenemen.
10. Wandelaars zijn (vooral in Spanje) veruit in de meerderheid. Dat, gecombineerd met hun min of meer gelijktijdig vertrek, heeft tot gevolg dat elke ochtend veel wandelaars onderweg zijn. U -wat later vertrokken- passeert deze optocht van groepen, groepjes, duo’s en eenlingen tussen grofweg 10:00 en 12:00 uur. Na 14:00 is er nauwelijks nog een wandelaar te bekennen.

Persoonlijk ervoer ik het verschil wandelen/fietsen het meest daar waar de route bergaf ging. Voor wandelaars is bergaf -vooral als het steil is- vanwege de kilo’s op hun rug zeker zo inspannend als bergop. Bergaf met bepakking is een aanslag op de knieën. Geen vergelijk met bergaf fietsen. De bagage geeft dan juist extra vaart. Zonder te remmen loopt de snelheid binnen een kilometer op naar 50, 60 of zelfs wel 70 km/uur. Bij mooi weer een heerlijk gevoel, maar het is wel ontzettend link.
Er zijn overigens wandelaars die fietsen zwaarder vinden. Ze verwijzen dan bijv. naar de vele kilo’s die bergop gezeuld moeten worden en naar de concentratie van de fietser op zijn routeboekje en de weg. 

Indien u een beschrijving van de Camino Francés wilt lezen vanuit de optiek van de wandelaar, lees dan Camino de Santiago te voet. Deze Engelstalige pdf is een samenvoeging van de 33 etappes van el camino, zoals te lezen op de site http://www.galiciaguide.com. Zeer lezenswaard indien u geïnteresseerd bent in cultuur en historie van de Camino Francés.

E-bike met derailleur

E-bike met derailleur

Elektrische fiets
Met de opkomst van de elektrische fiets wordt ook de vraag actueel of dit transportmiddel geschikt is voor de tocht naar Santiago. Het antwoord is, ja mits.
De mits betreft vooral het tijdig opladen van de accu.
Uiteraard is het verstandig met voldoende accucapaciteit te gaan fietsen. Tenminste 300 watt/uur, maar 400 watt/uur is beter. Reken met gemiddeld 65 km per dag. In totaal duurt uw fietstocht zes à zeven weken.
Ook zijn er extra risico’s, met name in geval van pech onderweg. Weliswaar is de elektrische fiets (bici eléctricas) ook in Spanje bekend, maar daarmee is niet gegarandeerd dat u op een soepele oplossing van problemen kunt vertrouwen. Meer informatie over de risico’s die u loopt staat hier. Waar u zeker rekening mee moet houden is de kans op een shimmy. Vooral elektrische damesfietsen met lage instap zijn hiervoor -vanwege hun gewicht in combinatie met lage instap- erg gevoelig. In een afdaling kan de fiets gaan zwabberen en wordt dan bijna onbestuurbaar. Vallen met alle gevolgen van dien is niet uitgesloten. Dat kan al gebeuren bij snelheden van 35 à 40 km/uur. Let dus op uw snelheid in een afdaling.
Ook de keuze van het type versnelling is belangrijk. Er zijn drie varianten:
– derailleurversnelling
– naafversnelling
– automatische versnelling
De derailleurversnelling heeft in bergachtig gebied de voorkeur. Lees hier meer.

Geen compostela?
U kunt zich afvragen of pelgrims met een elektrische fiets geweigerd worden in Spaanse refugio’s. Op formele gronden kan dit. Het reglement van de Caminobureau in Santiago erkent alleen diegenen als pelgrim die op eigen kracht of ondersteund door paarden- of (muil)ezelkracht de tocht maken. Gemotoriseerde ondersteuning in welke vorm dan ook hoort daar niet bij. Men schrijft: “Quedan excluidas, por tanto, otras formas de desplazamiento para acceder a la Compostela, excepto cuando se trate de discapacitados.” Voor gehandicapten gelden dus wel uitzonderingen.

Rua do Vilar 1, ingang van het pelgrimsburo

Rua do Vilar 1, ingang van het oude pelgrimsbureau

Maar of de praktijk ook altijd zo werkt is een ander verhaal. Naar mijn idee zal het wel meevallen met het weigeren van elektrische fietsen in albergues. Ik kan me niet herinneren dat de hospitalero persoonlijk de fietsen kwam inspecteren om te zien of deze niet gemotoriseerd waren. En al zou de hospitalero het zien, dan is het niet zeker dat de toegang tot de albergue geweigerd wordt. Waar regels zijn, zijn ook uitzonderingen mogelijk. In een pragmatisch Spanje zeker. Bovendien, een toenemend aantal albergues is een particulier bedrijf. En voor deze uitbaters is elke klant er één.

Om teleurstellingen te voorkomen is het verstandig dat u (bij de vraag ‘hoe bent u hier gekomen?’) gewoon ‘per fiets’ opgeeft als u bij het pelgrimsbureau een compostela wilt verkrijgen.
Op sommige sites staat dat “Het pelgrimsbureau in Santiago de Compostela heeft erkend dat fietsers op een fiets met trapondersteuning ook op eigen kracht voortbewegen.” Deze bewering is gestoeld op de case Maus Sturmer. Zij heeft hemel en aarde bewogen om een Compostela te krijgen. Het pelgrimsbureau weigerde dat aanvankelijk omdat mw. Sturmer expliciet aangaf met een eléktrische fiets de camino te hebben afgelegd.

Trek de accu eruit...

Trek de accu er uit…

Na wat gebakkelei ging het pelgrimsbureau overstag. Een geval van katholiek pragmatisme vermoed ik. Maar sommigen zien ’t als een erkenning van de stelling dat een elektrische fiets óók onder het criterium ‘eigen kracht’ valt. Deze stelling klopt -lijkt mij- nadat de accu uit de elektrische fiets is verwijderd. Hoe ’t ook zij, het is verstandig het pelgrimsbureau op dit punt niet (opnieuw) uit te dagen.

naar de vragen

3. In welke tijd van het jaar?

18 mei 2013, het is zeer koud op weg naar O`Cebreiro.

18 mei 2013, het is zeer koud op weg naar O`Cebreiro.

Juni
De beste tijd is juni. Daarom: plan uw vertrek, indien mogelijk, in de periode 25 mei – 15 juni.
Vroeg in mei vertrekken kan ook, maar dan kan het soms nog koud zijn. Niet alleen in Noord-Frankrijk, maar ook in Noord-Spanje. De maximumtemperatuur was medio mei 2013 in bijv. Burgos 9 graden en in Foncebadón 2 graden met sneeuwbuien. Zo extreem is het niet elk jaar, maar het kan wel weer gebeuren.

Het kan soms flink plensen

Het kan soms flink plensen

Op 26 mei 2015 ’s middags op de Col du Somport was ’t slechts vier graden. Hieronder een beeld van ‘het weer in Frankrijk’. Voor vier plaatsen (twee op de westelijke en twee op de oostelijke route) zijn de dag- en nachttemperaturen en de regenval in vier grafiekjes weergegeven. De cijfers zijn langjarige gemiddelden. Er kunnen dus flinke uitschieters zijn. Meer historische temperatuurdata staan op de site http://www.incapable.fr. Klik hier voor een overzicht van de jaartemperatuur (2012) in Auxerre. Op deze site kunt u van bijna 200 plaatsen dit soort gegevens vinden.

Het weer in Frankrijk (mei t/m september)

In juli en augustus kan ’t op de Spaanse Meseta erg warm zijn en vanaf september korten de dagen aanzienlijk. Juni is de beste tijd. Nog voor alle vakantiedrukte onderweg, lange dagen en een behoorlijke kans op goed fietsweer. Lange dagen zijn van belang omdat u dan het ritme ‘vroeg op en op tijd stoppen’ kunt aanhouden. Wat vroeg op is, hangt af van de keuze hoe u wilt overnachten: zes uur als u kampeert, zeven uur-half acht in een hotel. In beide gevallen is deze tijd afgestemd op de vertrektijd: acht uur ’s ochtends, tevens de uiterste vertrektijd uit Spaanse albergues.

Zon op, zon onder in Burgos

Vergis u niet. U kunt de Nederlandse tijden zon-op, zon-onder niet zomaar transplanteren naar Spanje. Hiernaast een grafiek van het zon-op/zon-onder tijdvak voor Burgos. In juni gaat de zon rond tien over half zeven op en rond tien voor tien onder.

Een groene Tierra de Campos nabij Iglesias (23 juni 2008)

Op tijd stoppen, bijvoorbeeld om vier uur geeft gelegenheid tot rust en u kunt nog eens wat bekijken. Hoe verder u naar ’t westen komt, hoe later ’t donker wordt. Belangrijk is ook dat het in juni nog groen is en er bloemen bloeien langs de kant van de weg. In het najaar zijn de Meseta (Spaanse hoogvlakte) en de Tierra de Campos (uitgestrekte graanvelden) grote dorre gele vlaktes, waar de wind vrij spel heeft. De wind kan het hele jaar een flinke tegenstander zijn. Niet voor niets zult u op diverse plaatsen moderne windmolens zien. Hieronder een kaart met de windkracht in Spanje. Duidelijk is te zien dat er in het gebied tussen Burgos en León (de Meseta) een flinke wind kan staan.

Windkracht in Spanje. Op de Meseta kan het flink waaien.

Windkracht in Spanje. Op de Meseta kan het flink waaien.

Dezelfde plek op 7 juli 2011.

Het weer
Hieronder twee grafieken die inzicht geven in ‘het weer’ in de plaatsen Burgos en Santiago. Links een beeld van de regenhoeveelheden in millimeters per maand. Rechts de dag- en nachttemperaturen. Bron voor beide grafieken zijn de gemiddelden per maand over de periode 2001-2011 van de site www.tutiempo.net. Een site waarop ook de actuele Spaanse weersverwachting staat.

Dezelfde plek op 20 juni 2012.

Omdat het gemiddelden zijn, moet u rekening houden met uitslagen naar boven en beneden. Dit geldt met name de grafiek die regenhoeveelheden laat zien. Over de verdeling van de regenval over de periode van een maand is weinig te zeggen. Gemiddeld regent het op twee tot tien dagen per maand. U kunt dus de pech hebben dat de dubbele maandhoeveelheid regen valt als u in Santiago bent. Meer gegevens over temperatuur en regenval staan op de Spaanse site aemet.es. Klik hier voor de gegevens van bijv. León.

Regenval en temperaturen in Burgos en Santiago

En tenslotte pleit het voor juni dat er dan in Spanje massa’s ooievaars rondvliegen en nestelen. Mooi om te zien.
Indien u de feestelijkheden (en de drukte) rond de naamdag van Sint Jacob, ook wel San Xacobeo, San(t’) Iago of ‘ome Koos’ genoemd, op 25 juli wilt meemaken plant u uw vertrek op of rond 20 juni. In een heilig jaar (ano santo) is het dan extra druk. Het eerstvolgende heilig jaar (sinds 2016) is in 2021; het eerste was in 1126, ingesteld door Paus Calixtus II.

aantal pelgrims in 2015 per maand

Ook in 2015 was augustus de drukste maand.

Augustus is -zoals elk jaar- de topmaand
In 2015 werden bij het pelgrimsbureau 277.915 pelgrims geregistreerd (alle routes bijeen), waarvan er 23.357 per fiets arriveerden. De grafiek hiernaast geeft de verdeling over de maanden van het jaar en de verhouding Spaanse/buitenlandse pelgrims, Deze verdeling is over de jaren heen vrijwel gelijk.: augustus is erg druk en de verdeling Spanjaard/buitenlander is 50/50.
Voor een goede interpretatie van deze grafiek is het belangrijk te weten dat: (1) de helft van alle pelgrims Spaanse wandelaars en (enkele) mountainbikers zijn, (2) ongeveer twee-derde van het totale aantal pelgrims de Camino Francés neemt en (3) bijna 50% van de lopende pelgrims in of na León vertrekt. 

eenzame-weg-noord-spanje

Soms lijkt een etappe eindeloos

De grote drukte is in augustus op deze laatste kilometers goed merkbaar. Vooral vóór twaalf uur. Vanaf Sarria wandelen grote colonnes voetgangers richting Santiago. De albergues draaien overuren. Op het traject vóór León is het aantal pelgrims weliswaar minder, maar er zijn ook minder en minder grote albergues. Het vinden van een bed in een albergue kan (mede vanwege het acceptatiebeleid) voor fietsers ook daar lastig zijn. En de hygiëne in albergue is in augustus ook ietsje minder dan u zou wensen. Mijd dus augustus, niet alleen vanwege de hitte op de Meseta.

naar de vragen

4. Alleen of met z‘n tweeën?

Het voordeel van alleen fietsen is dat u een eigen tempo kunt aanhouden, kunt stoppen waar u wilt, tijd nemen om foto’s te maken en wat al niet meer. Baas over eigen route. En het geeft de mogelijkheid om in alle rust te fietsen. Er is niemand die tegen u aan praat op momenten dat u stil wilt zijn. Toch verdient met z’n tweeën gaan de voorkeur. Vooral uit optiek van veiligheid. Er zijn hele stukken route waar u compleet alleen bent als u niet samen fietst. Als er wat gebeurt, van een eenvoudig pechgeval tot erger, u staat er helemaal alleen voor.

Gezellig samen genieten van het pelgrimsmenu in Nájera

Áls u nog kunt staan. Ook is het overnachten in een hotel goedkoper. Kamers worden veelal per eenheid verhuurd ongeacht of er een of twee personen slapen. En het kan natuurlijk een stuk gezelliger zijn om met z’n tweeën ervaringen te delen of een stad te bezoeken. In je uppie je avondmaal oppeuzelen is ook maar alleen. Het alleen zijn tijdens de avonduren kan ook opbreken. Uiteraard geldt dit niet voor iedereen, maar voor sommige pelgrims is het alleen zijn vooral ’s avonds een zware belasting. Ook kunt u door heimwee worden overvallen. Kortom, tal van redenen om niet alleen te gaan. De Jacobsstaf nr 97 beschrijft op pag 16 e.v. reacties van pelgrims op een gebroken vriendschap. Want dat gebeurt ook onderweg naar Santiago. Compagnons die als vrienden vertrekken maar elkaar onderweg voor goed verliezen.
Er zijn ook levenspartners die de tocht maken. Het kan uitstekend mits men bereid is rekening met elkaar te houden. Maar dat is niet anders dan in het ‘gewone leven’.

Veel fietsers gaan als duo

Veel fietsers gaan als duo

Maak enkele afspraken
Indien u met (een of meer) compagnon(s) gaat fietsen, maak dan vooraf een aantal duidelijke afspraken. Over het al dan niet samen rijden, over wat te doen als de een ziek wordt, of als je elkaar kwijt bent. En over (ongeveer) hoe laat te vertrekken en te stoppen, wat te doen als er iemand in de familie- of kennissenkring overlijdt. Het lijkt ver gezocht, maar het gebeurt. Uiteraard kunt u een aantal heikele en/of weinig waarschijnlijke scenario’s taboe verklaren en het erop aan laten komen, als het scenario zich voordoet. Maar steek niet te vaak uw kop in het zand. Het kan bijv. erg vervelend zijn als op de tweede dag blijkt dat de ene compagnon vroeg op stap wil terwijl de ander gewend is aan ‘eerst een koffie en een krantje’.

Maak ook een soort van planning zodat beiden weten waaraan begonnen wordt. Vooral van belang is het tempo waarin wordt gereden en de ruimte die er is om dingen te bekijken. Het zou ideaal zijn als beide fietsers gelijkgestemd zijn. Maar meestal moeten de compagnons zich over en weer wat aanpassen. Als u dat van tevoren weet en er afspraken over maakt kan de camino uitgroeien tot een niet te vergeten ervaring voor allebei.

Er zijn ook andere meningen: geen afspraken maken. Echte vriendschap overwint alles. Laat ’t komen zoals ’t komt en vertrouw altijd op de goede afloop. En inderdaad, er zijn tal van getuigenissen van pelgrims die op moeilijke momenten vanuit ‘das Blaue hinein’ een oplossing kregen aangereikt. Sommigen spreken dan van een ontmoeting met een ‘engel’, anderen reageren zakelijker. Maar ontegenzeglijk en uit eigen ervaring puttend: het gebeurt.

Alleen is soms héél alleen

Cavia: alleen is soms héél alleen

Mijn keuze
Op de man af gevraagd is mijn keuze toch: alleen rijden, ondanks de risico’s en de (mogelijke) eenzaamheid. Ik heb de tocht zowel alleen als met een compagnon gemaakt. Alleen rijden beviel me beter. Vooral vanwege de ultieme vrijheid en de intensere contacten met anderen, pelgrims en ‘locals’. Bent u een echt gezelligheidsmens die niet alleen kán zijn, of vindt u de risico’s toch te groot, ga dan met een compagnon.

Bij de afweging alleen of in gezelschap is afgezien van de mening van de achterblijvers, het thuisfront. Voor hen kan het een geruststelling zijn indien u niet alleen gaat. Niet dat ze geen vertrouwen hebben in uw voorbereiding, in uw conditie of in uw doorzettingsvermogen. Nee, het is gewoon een vreemd idee iemand helemaal in z’n eentje te zien wegfietsen voor een tocht van vier of vijf weken. Nog afgezien van het vooruitzicht gedurende die periode ‘alleen’ achter te blijven. Onderschat de impact van uw onderneming op de achterblijvers niet. Ze kunnen het soms zwaarder hebben dan u.

Soms is de groep erg groot.

Soms is de groep erg groot.

Als groep fietsen
De toenemende populariteit van de camino trekt ook groepen aan. Een lokale fietsclub, een groep collega’s, een vriendengroep, etc. Prima idee. Er is echter één belangrijke ‘maar’. Dit betreft het overnachten in Spaanse refugio’s en Franse pelgrimsgites. Op de site van de Spaanse caminogenootschappen wordt expliciet gesteld dat groepen (fietsers) geen gebruik kunnen maken van de Spaanse albergues langs de route. In hoeverre dat ook praktijk is, is de vraag, maar het is een punt om rekening mee te houden. Het kan zijn dat particuliere, commerciële albergues niet moeilijk doen. Het kan ook zijn dat in het voor- en naseizoen minder albergues moeilijk doen. Niet duidelijk is wanneer een groep een groep is (4 personen?, 8 personen?). De Spanjaarden adviseren groepen om in andere onderkomens te overnachten: camping, polideportivos, colegios, residencias, hostales, etc. Het is goed te begrijpen. De meeste albergues hebben niet zoveel capaciteit (< 50 bedden) en de lopende pelgrims hebben vaak voorrang op fietsers. Zeker als het wat drukker begint te worden. Dus, gaat u als groep, zoek andere overnachtingsmogelijkheden, of spreid de groep over verschillende albergues.

Georganiseerde fietsreis naar santiago

Overnachten in tenten

De populariteit van de fietstocht is ook input voor een businesscase. Zo worden er georganiseerde kampeerfietsreizen aangeboden. U gaat dan in een los-vaste groep, waarbij u zelf kunt bepalen hoe lang u over de etappe doet. De organisator biedt u onder andere een pelgrimspaspoort, een reisschema, overnachtingen in een tent en de terugreis (per trein!). Ideaal voor hen die graag naar Santiago willen fietsen maar voor wie de risico’s en het gedoe erom heen een belemmering vormen.

naar de vragen

5. Wat kost het?

Zelf koken is wel zo goedkoop

Zelf koken is wel zo goedkoop

Dat varieert sterk
Wat de totale kosten van de pelgrimage zijn is lastig te zeggen. Veel hangt af van waar u overnacht, wel of niet zelf uw potje kookt, hoeveel u onderweg wilt zien (en daarvoor entree moet betalen), of u pech heeft of niet en hoe u terugreist. En uiteraard van de tijd die u onderweg bent. Vier weken of zes weken, dat scheelt een slok op een borrel.
Een grof richtgetal voor de alleen reizende pelgrim: reken op een bedrag tussen de 1.200 en 1.700 euro. Als u kiest voor luxe, dan lopen de kosten op tot 2.000 euro of meer. Reist u in gezelschap, kampeert u niet en slaapt u samen in één hotelkamer, dan zal 2.000 euro p.p. normaliter wel het maximum zijn. Deze bedragen zijn exclusief de uitgaven voor de (eventuele) aanschaf van een fiets, materialen en grote pech onderweg.

Hieronder een paar aanknopingspunten met globale getallen. De cijfers zijn indicatief, prijspeil 2011/2012 en wat naar boven afgerond. Uit blogs van fietsers in 2016/2017 maak ik op dat de kosten iets boven het niveau van 2011/2012 liggen. Als zekerheidsmarge kunt u eventueel 5% prijsstijging hanteren ten opzichte van de onderstaande cijfers.
Waar relevant staat tussen {} de bandbreedte in euro’s.

1. Overnachten op een camping kost gemiddeld negen euro. {4-15}.

2. Overnachten in een hotel kost 50 euro per kamer, meestal exclusief ontbijt. {30-300}. Rijdt u met een compagnon en deelt u de kamer, reken dan op 25 euro.

3. Overnachten in een B&B of hostal kost 35 euro {25-50}; in een refugio acht euro {4-12}.

Geweldig diner in Aubeterre-sur-Dronne

4. Voor eten onderweg (inclusief ontbijt) moet u rekenen op negen euro {6-12}, tenzij u uitgebreid wilt ontbijten en lekker wilt lunchen in een brasserie. Dan kost het al snel minstens twintig euro per dag.

5. Het avondmaal kost als u zelf kookt zes euro {4-10} maar als u in een restaurant gaat eten kost het -incl. wijn- al gauw 25 euro. In Spanje kost een pelgrimsmenu slechts tien euro {9-12}, maar ook in Frankrijk zijn vrij goedkope eenvoudige maaltijden te krijgen (plat du jour, ca. 14 euro).

6. Vanaf 15 juni 2017 zijn de extra roamingkosten verdwenen. U verbruikt uw data- en belbundel op dezelfde wijze als in Nederland. Ik reken daarom geen extra kosten voor bellen en mobiel internet. De eventuele kosten van een extra databundel kunt u zelf bepalen.
Gezien de enorme toename van wifi op allerlei plaatsen is het gebruik van mobiele data echter lang niet altijd nodig. Weest u er wel van bewust dat een openbaar wifinetwerk erg onveilig is. Dus niet gebruiken om te internetbankieren of voor andere privacygevoelige zaken.

Binnenplaatsje van café in Dissay. Pelgrims nemen een drankje.

7. De kosten van een terrasje onderweg zijn erg verschillend. Reken op in totaal 75 euro. Geniet van de plaatselijke brouwsels: txapa in Baskenland en orujo in Galicië. Drink in Spanje geen Heineken maar San Miguel.

8. De kosten van pech variëren van nul tot meer dan vijftig euro als er echte problemen zijn.

9. Entree is voor pelgrims soms gratis, vaak met korting; reken per bezoek op ongeveer vijf euro. Houd er wel rekening mee dat de openstellingstijden in -vooral- Spanje anders zijn dan u gewend bent. Tussen 13:00 uur en 16:30 is men vaak gesloten. De middagopenstelling loopt vaak door tot 19:30 uur.

10. Vervoer terug van uw bagage via Soetens kost zestig euro, van uw fiets 120 euro. Via Ryanair zestig respectievelijk tachtig euro, uitgaande van een vlucht met een overstap (naar Eindhoven) op London/Stansted.

11. De kosten van uw ticket zijn per vliegmaatschappij sterk verschillend. De reis met Ryanair naar Eindhoven kost ongeveer 100 euro, met een overstap en een wachttijd op London/Stansted (5 uur). Vanaf Santiago de Compostela en A Coruña zijn via Vueling goedkope vluchten mogelijk met bestemming Amsterdam/Schiphol. Let op: Nederland heet in Spanje ‘Países Bajos’ of ‘Holanda’. Alternatieven kunnen een paar honderd euro kosten.

Schaaldieren in visrestaurant in Rúa do Franco

12. Tenslotte: wat kost de beloning als u in Santiago bent aangekomen? De een neemt genoegen met een klein souvenir. De ander gaat copieus uit eten (kreeft of zoiets) en een derde kiest voor een of meer nachten in het Parador van Santiago. En weer een ander neemt de bus naar Fisterra. Geen peil op te trekken. Maar als u echt de remmen losgooit dan loopt het al snel in de papieren.

Kostenmatrix
Op basis van hierboven genoemde bedragen heb ik de dagelijkse kosten voor drie uitgavenpatronen (budget, normaal, luxe) berekend. De samenstelling van de dagtotalen staat in de tabel hieronder. Het budgetbedrag ‘overnachting’ is een gemiddelde van de overnachtingskosten in Franse B&B’s/pelgrimsgîtes en Spaanse albergues.
Genoemde kosten zijn afgerond om niet de indruk te wekken dat het precieze bedragen zijn. In de dagtotalen zijn geen uitgaven gerekend voor pech of andere bijzondere (grote) uitgaven, bijv. een duur souvenir.

Kostensoort Budget Normaal Luxe
Overnachting 13 19 36
Ontbijt/lunch/eten onderweg 8 13 21
Avondeten 9 14 20
Terras/café/entree 0 3 6
Overige kosten 0 1 2
Totaal per dag 30 50 85

De kosten voor een overnachting zijn berekend op basis van een alleen reizende pelgrim. Het prijspeil is oorspronkelijk dat van 2012, geindexeerd naar 2019. In deze indexering is rekening gehouden met prijsverhogingen van overnachten en eten. Maar ook met een prijsverlaging omdat ik de kosten van mobiel bellen/internet heb laten vervallen. Nu gebruikt iedereen zijn bundel. In 2012 leidde mobiel bellen en internetten in het buitenland tot (soms veel) extra uitgaven. 
Omdat de kosten van een hotelovernachting per kamer worden afgerekend, kunnen de bovenstaande bedragen iets lager uitvallen indien samenreizende pelgrims de hotelkamer delen. De overnachtingen op een camping of in een albergue worden altijd per persoon afgerekend. De genoemde bedragen voor overnachten zijn een gewogen gemiddelde; in Spanje is overnachten veel goedkoper vergeleken met Frankrijk.
Het zal u niet verbazen dat uw keuzes ter zake overnachting en maaltijden sterk bepalend zijn voor de gemiddelde kosten per dag. Zuinig aan doen betekent dus sober overnachten en sobere maaltijden. Dat hoeft overigens helemaal niet verkeerd te zijn.
In onderstaande tabel zijn de totale kosten in euro (excl. aanschaf materialen, kosten bij pech en excl. terugreis) per type fietser/per route en per bestedingspatroon (budget, normaal, luxe) uitgezet.

Type fietser

Wielrenner

Langeafstand fietser

Rustige pelgrim

Route

Bestedingen per dag

west

   20*

oost

   23*

west

   28*

oost

   32*

west

   39*

oost

   45*

Budget, € 30

nvt**

nvt**

840

960

1170

1350

Normaal, € 50

1000

1150

1400

1600

1900

2200

Luxe, € 85

1700

2000

2400

2700

3300

3800

*) Dit getal staat voor het aantal dagen dat deze route netto duurt.
**) Voor de wielrenner is het niet mogelijk tegen het lage (budget) dagtarief te reizen.

Pelgrims op de camping in Castrojeriz

Pelgrims op de camping in Castrojeriz

U kunt eruit opmaken dat de kosten voor de rustig fietsende pelgrim die enkel in hotels overnacht, in restaurants eet en de route ‘Langs oude wegen’ neemt aanzienlijk (3800 vs 1400 euro) hoger zijn van de kosten die de stevig doorfietsende langeafstandfietser maakt die de Sint Jacobsroute volgt, in B&B’s, refugio’s en gîtes overnacht en goedkope (pelgrims)menu’s neemt.
Ter vergelijking: Spain-is-More biedt in 2019 een reis aan à 1.360 (éénpersoonsreis). Het betreft een fietstocht van León naar Santiago die 9 dagen duurt. De prijs is inclusief vliegreizen, huurfiets en hotelovernachtingen. Maar exclusief lunches, diners en eten/drinken onderweg. Vergelijkbaar gemaakt met de bovengenoemde dagprijzen kost deze reis zo’n 140 à 150 euro per dag.

De budgetbesteding houdt in: zelf -eenvoudig- koken en zelf ontbijt en lunch regelen, op goedkope campings slapen, nauwelijks wijn of bier drinken, geen terrasjes en geen entreegelden. In Spanje kan men i.p.v op een camping te slapen in goedkope (niet-private) refugio’s overnachten en zo nu en dan het pelgrimsmenu nemen. Kortom: een beetje afzien.

Rekentool
Het Genootschap van Sint Jacob heeft een rekentool op hun site staan waarin u zelf kunt invullen op welk bedrag u uw dagelijkse uitgaven in Frankrijk resp. Spanje begroot. U kiest uw route en hoeveel kilometer u per dag fietst en voilá het tool rekent uit wat de totale kosten zijn.  Als defaultwaarde wordt een dagtarief van 40 euro gehanteerd. 

Pelgrimsgîte in Gurat

Pelgrimsgîte in Gurat

Globaal gesproken zijn de prijzen voor etenswaren in Franse supermarktjes (U treft geen enkele hypermarché op de Sweermanroutes) gelijk aan de Nederlandse prijzen, mogelijk soms iets duurder, bijvoorbeeld fruit. De baguettes zijn goedkoper dan de stokbroden bij AH. In Spanje liggen de supermarktprijzen soms iets lager. Uiteraard zijn campingwinkels vrij duur. Er zijn Nederlandse pelgrims die zich hieraan groen en geel ergeren, daarmee de buitenlandse vooroordelen over de Hollandse pinnigheid bevestigend.

naar de vragen

6. Welke route?

Rosenstock Huessy

Rosenstock-Huessy Huis, Hagestraat 10, Haarlem

Alhoewel St. Jacobiparochie met het Jabikspaad soms ook als het startpunt van de Camino vanuit Nederland wordt gezien, heeft Haarlem de meeste rechten. In deze stad is in het Rosenstock-Huessy Huis aan de Hagestraat 10 een stempelplaats gevestigd. Daar ontvangt een groep vrijwilligers pelgrims. U krijgt er informatie, een kop koffie en een (eerste) stempel in uw pelgrimspaspoort. Ook kunt u een rondleiding krijgen door het oude klooster met kapel en u kunt zich laten uitzwaaien door familie en bekenden.

Als u gebruik wilt maken van de diensten van de vrijwilligers, stuur dan een mail naar haarlem.santiago@gmail.com met vermelding van telefoonnummer, geplande vertrekdatum/tijd en manier van pelgrimeren: lopen of fietsen. U kunt ook een webformulier van het Genootschap invullen en verzenden.
Het huidige Rosenstock-Huessy Huis was in 1437 het Sint-Jacobs Godshuis, dat op aangeven van de weduwe van Jan Bette Heinricxzn een opvanghuis werd voor de armen in Haarlem, onder bestuur van het Sint Jacobsgilde. Het gaf tevens onderdak aan pelgrims op weg naar Santiago. Nu een mooie historische plek.

Routes door Frankrijk

Vier verschillende wandelroutes naar Santiago

Door Frankrijk lopen vier wandelroutes. Voor fietsers heeft Clemens Sweerman (overleden op 13 juni 2018) twee fietsroutes door België en Frankrijk ontwikkeld plus een fietsvariant van de Camino Francés in Spanje. De reis naar de eindbestemming in Spanje via de westelijke St. Jacobsroute is ca 2.500 km. Via de oostelijke route Langs oude wegen (en pelgrimssteden) ca 2.800 km. Zie voor de belangrijkste verschillen tussen de twee fietsroutes door Frankrijk vraag 8. De vier Franse wandelroutes zijn in bovenstaande figuur weergegeven:
1. de GR 655, voie de Tours in rood.
2. de GR 654, voie de Vézelay in groen.
3. de GR 65, voie du Puy (en-Velay) in paars.
4. de GR 653, voie de Arles in rose.

Deze routes hebben ook een Latijnse naam die verwijst naar de oude pelgrimssteden aan de route. Via Turonensis (Tours, GR655), de via Lemovicensis (Limoges, GR654), de via Podiensis (le Puy, GR65) en de via Tolosana (Toulouse GR653). Deze steden zijn de enige link met de pelgrimsroutes tijdens de bloeiperiode van de pelgrimage naar Santiago de Compostela rond de 11e eeuw. De routes tussen de (pelgrims)steden zijn alle in de jaren ’70 van de vorige eeuw ontwikkeld door le Comité départemental des Sentiers de Grande Randonnée. Vandaar de aanduiding GR: Grande Randonnée. Er zijn tal van andere GR-routes in Frankrijk.
De eerste drie wandelroutes komen samen in Saint Jean-Pied-de-Port en steken van daaruit de Pyreneeën over via de Puerto de Ibañeta. De voie Arles neemt de Somportpas. In Puente la Reina komen deze twee routes samen met de Spaanse route uit de provincie Aragón en gaan verder als de Camino Francés, hierboven zwart gestippeld.
De bruine Spaanse kustroute is de Ruta del Norte. Een alternatief voor de Camino Francés, maar aanzienlijk zwaarder. En veel minder populair. Meer over deze route staat onder vraag 7.
Sweermans westelijke Sint Jacobsroute is een fietsvariant van de voie de Tours. De oostelijke route Langs oude wegen en pelgrimssteden is een fietsvariant gebaseerd op delen van de drie andere Franse wandelroutes. Om deze routes te koppelen heeft Sweerman ‘koppelstukjes’ bedacht. De grijs gestippelde lijntjes in bovenstaande figuur. Nadat de twee fietsroutes aan de voet van de Pyreneeën zijn samengekomen volgt Sweermans fietsvariant van de Camino Francés.
De term fietsvariant doelt op het feit dat de wandelroutes veelal zanderige paden volgen. De fietsroute gaat in dezelfde richting, maar volgt vrijwel altijd het asfalt van de Franse D (doorgaande departementale wegen) en C (smalle binnenweggetjes) wegen. In Spanje zijn veel minder kleine binnenweggetjes. Daarom moest Sweerman er regelmatig voor kiezen om óf ver van de wandelroute af te wijken, óf het zand- en keienpad van de wandelroute te volgen of helaas tóch maar een drukke N-weg te nemen. Het idee dat u écht over oude middeleeuwse pelgrimsroutes fietst is (bijna altijd) een illusie. Tenzij u over de N10 (nu D910) gaat fietsen, bijv. van Tours naar Châtellerault. Maar fietsen op deze drukke verkeersweg is anno nu een vrij hachelijke onderneming.

De westelijke Sint Jacobsroute is ’t gemakkelijkst

Markant bouwsel langs de westelijke Sweermanroute

Markant bouwsel langs de westelijke Sweermanroute

Voor wie de eerste keer de route rijdt, verdient de westelijke route door Frankrijk (via Turonensis) en verder naar het zuiden overgaand in de Camino Francés de voorkeur. Deze route is initieel door Clemens Sweerman ontwikkeld en staat beschreven in drie boekjes:

De drie boekjes kosten samen bijna € 70, exclusief verzendkosten. Van deze routes zijn ook GPS-bestanden beschikbaar. Deze bestanden zijn op de site van Europafietsers.nl te downloaden. De boekjes zijn ook op Europafietsers.nl te bestellen maar ook op andere sites, bijv. Fietsvakantiewinkel.nl.

Op de 9e druk van deel 1 van de Jacobsroute is deze aanvulling toepassing. De 7e druk van deel 2 heeft nu (februari 2019) geen aanvulling. De link naar de aanvulling op de 7e druk van de Camino Francés staat hier.

Mogelijk heeft van (een van) deze boekjes een druk uit 2013. Dan zijn onderstaande, meest actuele, aanvullingen interessant:

Maar in het algemeen geldt: “gebruik geen verouderde versies.” Het wegennet en de nummering ervan verandert als gevolg van de decentralisatie van het wegbeheer (naar Franse departementen) in een hoog tempo. Maar ook in Spanje staat de ontwikkeling van wegen niet stil.

De westelijke fietsroute kent een paar alternatieven, zoals:
– via Chartres naar Tours in plaats van via Parijs.
– via Angoulême naar Dax in plaats van via Saintes en Bordeaux.

Er kunnen onderweg misverstanden ontstaan omdat sommige Franse departementale overheden zelf de fietsroute “St. Jacques à vélo” ontwikkelen, onderdeel van Euro-véloroute 3, de Pilgrimsroute. Deze route loopt soms gelijk met de westelijke Sweermanroute maar vaak ook niet. De Franse bewegwijzering van deze route kan daarom conflicteren met de Nederlandse stickers van het genootschap die u onderweg ziet en/of met de routebeschrijving in met name Sweermans boekje 2, resp. de GPS-route.

Santiago 2.500 km

Santiago 2.500 km

Klik op route santiago voor een pdf-file van de gehele St.Jacobsroute. Deze route komt oorspronkelijk van de inmiddels vervallen site santiago2011.nl en hij is inmiddels behoorlijk gedateerd. Het dorpje Demen is startpunt. Deze versie wijkt inmiddels sterk af van St. Jacobsroute volgens de actuele Sweermanboekjes en de GPS-route. Gebruik dit pfd-bestand daarom alleen om een idee van de route te krijgen.

De route Langs Oude Wegen en Pelgrimssteden is ’t mooist
Voor wie niet terugschrikt voor een forse klim is er deze, erg mooie, route. Meestal verkort Langs oude wegen of LOW genoemd. Deze oostelijke route loopt van Maastricht via Vézelay naar de Pyreneeën en is beschreven in twee boekjes:

Op de 5e druk van deel 2 van de route Langs Oude Wegen is deze aanvulling van toepassing. Deel 1 van deze route heeft nu (februari 2019) geen aanvulling.

Mogelijk heeft van (een van) deze boekjes een druk uit 2012 of 2015. Dan zijn onderstaande, meest actuele, aanvullingen interessant:

Na de Pyreneeën volgt deze route de camino Francés, zie hiervoor genoemd boekje 3 van de westelijke route.

Via de links naar site van Europafietsers vindt u de bijbehorende GPS-bestanden.
De oostelijke route is vooral in het begin lastiger vanwege de heuvels in de Belgische Ardennen. En ook het stuk tussen Vézelay en Cahors (500 km) is behoorlijk heuvelachtig. Deze route is de mooiste route qua landschap en stadjes. De westelijke route wordt pas interessant na Chartres en er zit bovendien een heel stuk doodsaaie Les Landes in.
Voor de fijnproevers: De oostelijke fietsroute voert naar Vézelay, pikt daar de ‘Via Lemovicensis‘ (GR 654; Voie de Vézelay) op tot St. Léonard-de-Noblat. Van daaruit wordt een doorsteek gemaakt naar Cahors waarna de fietsroute een klein stukje de ‘Via Podiensis’ (GR 65, Voie du Puy), komend uit Le Puy-en-Velay, volgt. Tot aan Lectoure. Vanaf Lectoure wordt een doorsteek gemaakt naar L’Isle-de-Noe. Daar sluit de fietsroute aan op de ‘Via Tolosana‘ (GR 653, Voie de Arles) die vanuit Arles komt. De Via Tolosana is de enige Franse route die de Pyreneeën oversteekt via de col du Somport en in Jaca aansluit op de Spaanse Ruta Aragonés. De drie andere Franse routes komen -oorspronkelijk- samen in het plaatsje Ostabat, 18 km voor St. Jean-Pied-de-Port. Inmiddels heeft St. Jean-Pied-de-Port de rol als verzamelpunt voor de oversteek van de Pyreneeën van Ostabat overgenomen.
Een alternatief voor deze Sweermanroutes door Frankrijk is een combinatie van de fietsroute Eindhoven-Barcelona en de Katharen-fietsroute Narbonne-Biarritz, ‘overstappen’ in Béziers of Narbonne. De Katharenroute is prachtig maar ook zeer pittig.

Op Gronze.com vindt u veel gegevens over alle wandelroutes -bijv. Voie de Vézelay- keurig bijeen. U kunt goed zien dat de fietsroute ‘Langs oude wegen’ een samenstelling is van delen van drie wandelroutes. Vandaar ook de naam van deze fietsroute.

Soms kiezen pelgrims ervoor om de twee Franse routes te combineren. Ze steken halverwege Frankrijk over van de ene naar de andere fietsroute. Lees hier het verslag van een Vlaams groepje pelgrims dat deze oversteek maakt. Ze zetten er behoorlijk de vaart in, in 23 (!) dagen van Riemst naar Santiago.

Totale afstand van de routes
Omdat de St. Jacobsroute en de route LOW vanaf Puente la Reina verder gaan als één route staan de afstanden hieronder als volgt vermeld:
– St. Jacobsroute: Haarlem-Puente la Reina: 1.650 km.
– Langs oude wegen: Haarlem-Puente la Reina: 2.000 km.
– Camino Francés: Puente la Reina – Santiago: 765 km.

Op basis van deze cijfers is de totale afstand van de St. Jacobsroute 2.415 kilometer en van de route Langs oude wegen 2.765 kilometer. Deze afstanden zijn indicaties. De werkelijk gefietste afstand is uiteraard afhankelijk van waar precies u vertrekt, maar ook van welke routevariant u volgt, welke pas over de Pyreneeën u neemt en hoe vaak u -gepland of ongepland- van de route afwijkt. Wilt u precies weten hoeveel kilometer u gefietst hebt, zorg er dan voor dat de kilometerteller op uw fiets nauwkeurig is afgesteld. 

Welke Pyreneeënpas?
Beide fietsroutes door Frankrijk eindigen aan de voet van de Pyreneeën. Daar staat u voor de keuze welke pas over de Pyreneeën u neemt. De meeste fietsers hebben deze keuze vooraf al gemaakt. Maar u kunt in zuid-Frankrijk bij zowel de westelijke als de oostelijke route door Frankrijk nog kiezen welke pas u neemt.
Veruit de meeste fietsers (en wandelaars) kiezen ervoor om naar Saint Jean-Pied-de-Port te gaan en van daaruit de Spaanse puerto de Ibañeta, de Roelandspas op 1.057 meter, te nemen. Een klein aantal -bijna uitsluitend fietsers- neemt vanuit Oloron-Ste-Marie de col du Somport, ruim 1.600 meter hoog, precies op de Spaans-Franse grens. Deze oversteek sluit in Jaca aan op de Spaanse Ruta Aragonés die uit het oosten naar Puente la Reina voert. Welke pas u ook neemt, in Puente la Reina komen alle routes samen en gaan verder als de Camino Francés.

Helaas bestaat het idee dat de oostelijke Somportpas stukken zwaarder is dan de westelijke Roelandspas. Misschien doordat de ene pas in absolute cijfers een stuk hoger ligt dan de andere pas. Maar de zwaarte van een bergpas wordt niet bepaald door de absolute hoogte ervan, maar van geheel andere factoren. Uitgezonderd passen op grote hoogte met ijle lucht, maar daar is geen sprake van. Bepalend voor hoe zwaar u een klim ervaart zijn vooral uw conditie, het stijgingspercentage en de lengte van de klim en het weer. En uiteraard van wat in wielrennersland zo mooi ‘moraal’ wordt genoemd. Met een goede moraal kunt u elke klim gemakkelijk aan. Wat ‘moraal’ precies is kunt u ’t beste aan een echte wielrenner vragen.

Somportpas, afdaling naar Jaca

Welke Pyreneeënpas de moeilijkste is hangt vrijwel uitsluitend af van het weer dat u treft. Onder gelijke weersomstandigheden is er bijna geen verschil.
Het te overbruggen hoogteverschil is ongeveer gelijk (950 meter), de stijgingspercentages verschillen nauwelijks, meestal tussen de 6% en 8%. De relevante verschillen tussen de twee Pyreneeënpassen zijn:

  1. de route via de Somport is langer*.
  2. op de route via de Roelandspas ligt het drukke en toeristische St. Jean-Pied-de-Port. In Oloron-Sainte-Marie is nauwelijks een pelgrim te bekennen.
  3. de weg naar de Roelandspas voert 24 km over de vrij drukke D933/N135. De route over de Somport mijdt zoveel mogelijk de vrij drukke N134 en is daardoor veiliger.
  4. de Somportpas zelf en de route ernaar toe is mooier (vind ik) dan de westelijke route.
  5. Bij de Roelandspas ligt het kleine Roncesvalles met de grote ‘Nederlandse’ albergue. Op de Somport is een herberg met beperkte capaciteit.

*) Reken op zo’n 100 kilometer extra als u vanuit Dax via de Somportpas naar Puente la Reina fietst. Vanuit Oloron-Ste-Marie naar Puente la Reina via de Somportpas is zo’n 50 km extra vergeleken met de route via St. Jean-Pied-de-Port en de Puerto de Ibañeta.

Wilt u de grote stroom pelgrims volgen, de kortste route nemen en wilt u Pamplona bezoeken, fiets dan over de Roelandspas. Heeft u tijd, wilt u de drukte mijden en genieten van mooie natuur, uitzichten, stadjes zoals Jaca en Sangüesa, het stuwmeer bij Yesa, de monasterio’s in Leyre en in San Juan de la Peña én het bijzondere kapelletje in Eunate, neem dan de Somportpas.

Puerto de Ibañeta
Dit is de meest populaire bergpas. Hij ligt in Spanje een paar kilometer voor Roncesvalles. De Franse namen zijn: col d’Ibaneta en Ronceveaux. In het Nederlands heet de col de Roelandspas. Genoemd naar een ridder van Karel de Grote, Roeland (Roelant, Roland, Orlando of Hruodland) die daar door de Basken werd aangevallen en verslagen. U weet wel, de man van het Roelandslied. In Roncesvalles staat een monument dat aan dit gevecht herinnert.
De Frans/Spaanse grens ligt er een paar kilometer vóór, bij Arnéguy. De fietsers volgen vanaf St. Jean-Pied-de-Port de D933, na de grens in Spanje de N-135 geheten. Dit is een drukke weg, niet zo heel breed en met vrij veel vrachtverkeer. En niet zo leuk om te fietsen. De wandelaars volgen een geheel andere, wat moeilijk begaanbare bergroute, iets oostelijker gelegen. Behalve bij erg slecht weer. Dan wordt hen geadviseerd ook het asfalt te volgen. De Ibañetapas heeft een duidelijk startpunt: St.Jean-Pied-de-Port. De totale klim is 24 kilometer, maar hij begint pas echt bij Arnéguy. Klik hier voor een gedetailleerd profiel van de beklimming van de puerto de Ibañeta.

pyreneeen-passen-ibaneta

Ibañeta, soms mistig en koud

Op de bergpas staat een modern kerkgebouwtje. Behalve een paar borden die de richtingen aanwijzen en een vervallen kerkhofje is er verder niets. Het kan er -ook midden in de zomer- mistig en koud zijn.
Pas in Roncesvalles, vier kilometer bergafwaarts, vindt u een gelegenheid om wat te eten of te drinken. Daar staat ook een klooster en de pelgrimsalbergue die gerund wordt door Nederlandse vrijwilligers van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Ook staat er de Silo van Charlemagne, Karel de Grote, met daarin enkele pelgrimsgraven. Vanaf Roncesvalles daalt de weg (enkele korte klimmetjes daargelaten) naar Pamplona. Een mooie, echt Spaanse stad. Ooit de trotse hoofdstad van het koninkrijk van Navarra.

De Somportpas

De N-134 naar de Col du Somport

Urdos: de N-134 naar de Col du Somport

Klik hier voor een gedetailleerd profiel van de beklimming van de col du Somport. De lengte van deze klim is afhankelijk van het punt waar de klim volgens u begint. Rekent u vanaf Oloron-Sainte-Marie dan is de klim 56 kilometer. Neemt u Accous als startpunt dan is de klim 28 kilometer. Het echte klimmen begint pas bij Urdos, 13 kilometer onder de top. De weg gaat vanaf Oloron Ste Marie weliswaar omhoog, maar het stijgingspercentage is daar maximaal 4%. Deze weg loopt grotendeels over een rustige weg via enkele kleine dorpjes. Het laatste stukje vóór Urdos volgt u de N-134. Mogelijk ervaart u de Somportpas best wel gemakkelijk als u overnacht in een van deze dorpjes, bijv. Accous of Etsaut. Of, als laatste mogelijkheid vóór de col, in Urdos. Ongeveer 4,5 kilometer ná Urdos verlaat u de N-134 weer en vervolgens rijdt u 8,5 kilometer door een mooi natuurgbied over een rustige weg langzaam omhoog naar de col op 1.632 meter.

Twee Nederlandse fietsers zijn bijna op de Col du Somport

Op de col ligt de Frans/Spaanse grens en er staat een café/restaurant annex albergue. Vlak na deze pas in Candanchú liggen de fundamenten van het middeleeuwse pelgrimsklooster en hospitaal Santa Cristina. Deze pas was in de bloeiperiode van de Camino de belangrijkste bergpas in de Pyreneeën. Er is nu vrijwel niets meer dat daaraan herinnert.

Hostal op de Col du Somport

Hostal op de Col du Somport

Vrij snel na de pas komt u door het (ski)dorpje Canfranc en Canfranc Estación. Deze toevoeging verwijst naar het enorme station dat er staat. Het was ooit bedoeld als belangrijk station aan de spoorlijn naar het Franse Pau. Maar die is na de aanleg nooit gebruikt. Nu is Canfranc Estación een Spaans eindstation, veel te groot voor het huidige gebruik. De spoorlijn is grotendeels afgebroken; onderweg naar de Somport ziet u nog wat restanten. In Canfranc (Estación) zijn verschillende restaurantjes en overnachtingsmogelijkheden.

pyreneeen-passen-somport

De percentages in hiervoor getoonde grafieken van de klim naar de Pyreneeënpassen kunt als volgt interpreteren:

  • tot 4% stijging is gemakkelijk, ook gedurende veel kilometers.
  • tussen 4% en 6% begint het pittiger te worden, maar zeker niet onoverkomelijk.
  • tussen 6% en 8% kan de stijging als “vrij zwaar” worden ervaren.
  • tussen 8% en 10% is ronduit zwaar. Uw snelheid kan terugvallen tot 5 km/uur.
  • boven de 10% is bijna niet te doen, tenzij u erg weinig bagage heeft.

Ter vergelijking: Alpe d’Huez: gemiddeld 8 à 9%; de steilste 1.000 meter op de Mont Ventoux is 10%. De gehele klim op de Ventoux is gemiddeld 7,4%. Sommige lezers zullen wel mopperen dat de weg naar de afgrond is geplaveid met gemiddelden. Maar neem van me aan: het klim naar een van de Pyreneeëncols is prima te doen, behalve bij slecht weer. Regen en kou kunnen grote spelbrekers zijn.

De Camino Francés

En vanaf hier worden alle wegen naar Santiago één.

Nadat u een van de twee Pyreneeënpassen bent gepasseerd fietst u naar Puente la Reina. Indien u de Ibañeta hebt genomen en richting Pamplona bent gegaan is het nog maar een klein stukje fietsen. Niet bijster interessant. Maar voor hen die de Somportpas hebben genomen is de weg naar Puente la Reina zo’n 100 kilometer  langer. Met een paar mooie bezienswaardigheden: het stadje Jaca, het oude klooster San Juan de la Peña, het dorpje Sangüesa, eventueel het klooster in Leyre en net voor Puenta la Reina de beroemde kapel Santa Maria Eunate.
In Puente la Reina staat een beeldje op de plek waar de Camino Francés begint. “En vanaf hier worden alle wegen naar Santiago één”, staat er in ’t Spaans. Alleen degenen die de Somportpas hebben genomen zien het beeldje direct bij binnenkomst van het stadje. Komt u via Pamplona dan moet u het hele dorpje door om het beeldje te zien. En daarna weer terug naar de veelvuldig gefotografeerde brug. De originele brug is eeuwen geleden in opdracht van de koningin van Navarra speciaal voor pelgrims aangelegd. Vandaar de naam van het stadje: Puente la Reina = Koninginnebrug.

De Camino Francés, de populaire Spaanse wandelroute naar Santiago is ongeveer 750 km lang. In tegenstelling tot de Franse routes treft u op de Camino Francés veel overnachtingsmogelijkheden speciaal voor pelgrims: albergue of soms ook refugio genoemd. Ook het aantal restaurantjes, barretjes en kroegjes is enorm. Op verschillende sites kunt u een overzicht van overnachtingsmogelijkheden op deze route vinden. Er bestaat geen allesomvattend en dag-actueel overzicht. Hieronder twee vrij actuele pdf-jes:
1. Albergues op de Camino Frances
2. Albergues op de Camino Francés

Wandelaars op de Camino Francés

De file onder (1) is opgesteld op basis van informatie op de site Spanishsteps.eu in mei 2013. Deze site bestaat niet meer. Beide downloads volgen de wandelroute. Die wijkt regelmatig af van de fietsroute. Vandaar dat u in de files dorpjes ziet die niet aan de fietsroute liggen en dat u dorpjes die aan wél aan de fietsroute maar níet aan de wandelroute liggen mist. Nadere informatie over overnachtingsmogelijkheden staat onder vraag 14.

Klik op Camino Francés – easy riding voor een (niet meer volledig actuele) pdf-file met fietskaartjes van de Camino Francés. In boekje 3  Oloron Ste Marie-Santiago, staat de routebeschrijving van de Camino Francés. De nieuwe druk 2016 sluit aan op boekje 2 LOW en op boekje 2 van de Sint Jacobsroute. Ook van Camino Francés zijn GPS-bestanden te downloaden van de site van Europafietsers.nl.

Onderstaand hoogteprofiel van de Camino Francés, lees ’t van rechts naar links, is ietsje aangepast overgenomen van de site http://www.gdecarli.it/extra/santiago/index.htm.

Hoogteverschillen op de Camino Francés

Wie gemakkelijker van links naar rechts leest kan via onderstaande grafiek een beeld krijgen van de klimpartijen die u op de Camino Francés te wachten staan. Meer informatie over klimmen staat onder vraag 21.

Hoogteprofiel Camino Frances per fiets

Hoogteprofiel Camino Francés per fiets

Over de Camino fietsen

Ook in Foncebadón kunt u een stukje de wandelroute rijden.

Soms willen fietsers de wandelroute volgen. Er zijn een paar stukken waar dat kan. Niet veel, want de wandelroute gaat vaak over smalle onverharde paadjes die zelfs met een mountainbike en zonder bagage een hele uitdaging zijn. In boekje drie staan er een paar aangegeven, bijvoorbeeld het traject Carrión de los Condes naar Calzadilla de la Cueza, een afstand van vijftien kilometer. Spaanse mountainbikers fietsen vrijwel allemaal de wandelroute. Regelmatig tot grote ergernis van de wandelende pelgrims. Als u de uitdagingen van de wandelroute ook wilt ervaren ben dan voorzichtig. Houd rekening met het feit dat de wandelaars er eigenlijk niet zo van gediend zijn dat fietsers in hun vaarwater zitten.

Ze lopen links, rechts en door het midden..

Ze lopen links, rechts en door het midden..

In drukke tijden is de weg vol met voetgangers die links, rechts en door het midden lopen. Ze wijken uit op de meest vreemde momenten en ze stellen geen prijs op fietsers die hen rakelings passeren. U heeft het moeilijk aanrijdingen te vermijden en tegelijk kuilen te ontwijken. Ook uw fiets heeft het moeilijk. Stof en gruis slaan neer op ketting en derailleur, de banden worden geteisterd door scherpe stenen. En als het regent of nat is, spat de modder alle kanten op. Kortom, om de sfeer te proeven kunt u besluiten een stukje echte camino te rijden, maar de lol gaat er snel vanaf. Op de site van het Engelse St. Jacob genootschap (Way of St. James) vindt u een overzicht van de etappes van de wandelroute van Roncesvalles naar Santiago. Door deze kaarten te vergelijken met de route in Sweerman’s ‘boekje drie’ krijgt u inzicht in de verschillen.

Mijd de N-wegen
Het voordeel van de Sweermanboekjes is dat de minst drukke en meest veilige route is uitgestippeld, plus dat er veel informatie over bezienswaardigheden langs de route in vermeld staat. Dat geldt zowel in Frankrijk als in Spanje. U rijdt wel een aantal kilometers om. Natuurlijk kunt u ervoor kiezen onderweg af te wijken van de route. Bijvoorbeeld als u ziet dat er wel erg veel omgereden wordt. In onderstaand voorbeeld kunt u vanaf Santo Domingo de la Calzada de rode N120 blijven volgen in plaats van de paarse route die het boekje aangeeft. Kiest u in Frankrijk voor een alternatieve route houd er dan rekening mee dat veel voormalige (nationale) N-wegen nu drukke (departementale) D-wegen zijn. U kunt ze vaak aan hun nummer herkennen; ze beginnen vaak met het cijfer 9. Zo is bijv. de D910 in de buurt van Tours de oude N10 naar het zuiden. En de weg naar de Ibañeta nu de D933 was voorheen de N33. En het is dus een drukke weg. In Spanje verwijst de wegbenaming naar de provincie die de weg beheert. Het beheer van NA-wegen ligt bij de provincie Navarra en van BU-wegen bij de provincie Burgos. N-wegen worden op nationaal niveau beheerd. Ook in Spanje wordt gedecentraliseerd: de oude, nationale weg N111 heet bij Cirauqui in Navarra de NA-1110.

Indien u navigeert gebruik makend van een app op uw telefoon (google maps bijv. of view ranger) of als u uw route laat berekenen met GPS-navigatieapparaat (van bijv. Garmin) dan is de kans groot dat de berekende route u via drukke D-wegen (die tot voor kort N-wegen waren) of zelfs via vaak overbelaste N-wegen stuurt. Dit type wegen moet u echt mijden. U mag er fietsen maar het is levensgevaarlijk. Zeker met een grote vracht bagage. Investeer daarom óf in actuele routeboekjes óf in een GPS-apparaat met actuele detailkaarten.

Kaart in boekje 3

Reken er ook op dat de Spaanse N-wegen drukke wegen zijn met veel vrachtverkeer, met name de N120. Zonder fietspad ernaast. Hoogstens een wat breed uitgevallen strook asfalt rechts van de doorgetrokken streep aan de rechterkant van de weg. Bovendien moet u er in bovenstaand voorbeeld op bedacht zijn dat die rare kronkel in de weg, net voor de Puerto de la Pedraja in de Montes de Oca er niet voor niks zit. Belorado ligt op 638 m, de col op 1.150 m. Een hoogteverschil van ruim 500 meter over een afstand van 20 kilometer.

De N-120 doorkruist Redecilla del Camino

De N120 doorkruist Redecilla del Camino

Overigens loopt de wandelroute parallel aan de N120. Het smalle caminopad loopt dan weer links, dan weer rechts van de N120. Het komt door dorpjes als Redecilla del Camino, verderop Espinosa del Camino en passeert vervolgens de Puerto de la Pedraja om daarna af te dalen naar Burgos. Dus als u maximaal de wandelroute wilt volgen en/of wilt overnachten in de albergues in de dorpjes aan de N120, volg dan deze weg. Realiseert u zich wel dat fietsen over de N120 veel minder relaxt is dan fietsen over de route die Sweerman heeft bedacht.

 

De Camino del Norte en haar varianten

De Camino del Norte en haar varianten

Andere routes
Een alternatief voor pelgrims die vanuit Nederland of Vlaanderen resp. Zuid Frankrijk vertrekken is de veel minder bekende Camino (Ruta) del Norte die langs de Spaanse noordkust loopt, de Camino Primitivo en de Camino Interior. Deze routes is als fietsroute met een trekkingfiets minder geschikt (zie vraag 7: Is de Ruta del Norte een optie?). Van de voor mountainbikes uitgezette route zijn Spaanstalige reisgidsen te koop.

Behalve deze routes zijn er nog een paar, maar die zijn geen van alle vanuit Nederland of Vlaanderen te fietsen. De startpunten liggen verspreid over Spanje en Portugal.
De oudste Camino is de Camino Primitivo die van Oviedo (Valleviciosa) naar Santiago loopt. Volgens de overlevering heeft Al(f)onso II el Casto, destijds koning van Asturië, deze route eind 9e eeuw gelopen. Hij is daarmee een van de eerste beroemdheden die als pelgrim in Santiago aankwamen. In 2015 fietste een drietal pelgrims deze route.
De Via de la Plata is een alternatief voor pelgrims die met fiets en bagage het vliegtuig naar Sevilla nemen en daar aan de tocht beginnen. De route loopt door het dunbevolkte Extremadura waar het in de zomer zeer heet kan zijn.
Hieronder de cijfers (2015) over de populariteit (in aantallen pelgrims) van de verschillende routes:
– Camino Francés: 172.000
– Camino Portugués: 43.000
– Camino del Norte: 16.000
– Via de la Plata: 9.000
– Camino Primitivo: 11.500
– Camino Inglés: 9.000
– Overige Camino’s: 1.500

Een kaart waarop al deze routes staan vindt u op deze site.

Meer ruimte voor fietsers.

Route St. Jacques à vélo

St. Jacques à vélo
De toegenomen belangstelling voor de routes naar Santiago gecombineerd met het Franse beleid om fietsers meer faciliteiten te bieden, o.a. door het aanleggen van fietspaden (voies vertes) en gescheiden rijstroken (partage de la route) voor auto en fiets, leidt ertoe dat het fietsen in Frankrijk geleidelijk aan veiliger en prettiger wordt. Een voorbeeld hiervan is de Route Saint Jacques tussen Chateaux-Renault en Tours (38 km) die deels uit een prachtig nieuw fietspad en deels uit een route partagée bestaat. Borden wijzen de automobilist erop attent te zijn en de weg te delen met de fietser, “partageons la route” staat er op borden langs de weg. Echter, deze ontwikkeling staat nog in de kinderschoenen met als gevolg dat u plotseling van een breed fietspad op een gravelpad of drukke weg terecht kunt komen. Indien u het principe ‘security first’ hanteert een geen zin hebt in Franse avonturen blijf dan de routeboekjes van Sweerman volgen. De regio Centre is erg actief onder de titel Saint Jacques à vélo. Navolgende pdf-jes (aug. 2014) geven meer informatie. In het Frans uiteraard…:
Saint-Jacques à vélo – brochure
Saint-Jacques à vélo – routekaart

Ook “Europa” doet een duit in het zakje. In het kader van het beleid ‘duurzaam toerisme’ zijn en worden Europese fietsroutes ontwikkeld, onder de naam EuroVelo. Er zijn inmiddels 14 EuroVelo-routes. Eén ervan, nr 3, heeft de naam ‘Pilgrims Route‘, ruim 5.000 km lang. De route start in het Noorse Trondheim en loopt via Zweden, Denemarken, Duitsland, België en Frankrijk naar Spanje. Het Europese EuroVelo-project loopt van 2012-2020. Grote delen van (o.a.) de Pelgrims Route moeten nog ontwikkeld worden. In Frankrijk lijkt dit samen te gaan met de ontwikkeling van de Franse Voies Vertes. Het kan dus nog wel even duren voordat de hele Pelgrims Route uitgezet, aangelegd en bewegwijzerd is.

GPS gebruiken.

Ook met GPS is 'verkeerd rijden' mogelijk

Ook met GPS is ‘verkeerd rijden’ mogelijk

Inmiddels heeft GPS het gebruik van de fysieke Sweermanboekjes behoorlijk verdrongen. Europafietsers heeft voor het gebruik van hun bestanden de tekst Europafietsers gebruiksaanwijzing GPS-tracks uitgegeven. Op hun site staat meer informatie over het gebruik van GPS, de voordelen, maar ook de nadelen. Het (impliciete) advies aan fietskoppels om de een GPS en de ander een fysiek routeboekje te laten gebruiken lijkt me uitstekend. Voor solisten is dat lastiger, maar een fysiek routeboekje als back-up voor het geval GPS het laat afweten is zo gek nog niet. Bovendien geeft een boekje een bredere blik op ‘waar u bent’ dan het schermpje van uw fietsnavigatie.
Belangrijk punt is ook het advies om ‘het juiste’ GPS-apparaat te gebruiken. Een apparaat dat geschikt is voor lange-afstand-tracks. Zelfstudie op internet helpt uiteraard, maar laat u ook adviseren indien u onvoldoende kennis van zaken heeft.
Let bij zelfstudie ook altijd op de actualiteit van de tekst. Zo stond in januari 2017 op de site van de Fietsersbond te lezen dat de Garmin eTrex 20 als beste koop uit een test kwam. Hopeloos verouderde informatie. Het apparaat (uit 2013) was in 2017 niet meer te koop. Mogelijk biedt gps.nl/fietsnavigatie/ actuelere informatie. Of kijk ook hier.
Het lijkt erop dat er momenteel best redelijke GPS-apparaten te koop zijn maar dat de prijs van een apparaat-met-kaarten, geschikt om in west-Europa lange afstanden te fietsen, nog steeds behoorlijk pittig is. Behalve marktleider Garmin zijn er ook andere leveranciers van fietsnavigatie. Mio bijvoorbeeld heeft in 2017 de 4 inch Mio Cyclo 400 uitgebracht compleet met een OpenStreetMaps kaart van vrijwel geheel Europa.

Ook als u (nog) geen GPS-apparaat heeft kan het -vóór u start- bekijken van een GPS-bestand van Europafietsers.nl interessant zijn. Installeer het programma (de app) Garmin Basecamp op uw pc of mac. Vervolgens laadt u een fietskaart van Europa.  Meer hierover vindt u hier. Daarna importeert u een *.gdb of *.gpx track van een fietsroute naar Santiago de Compostela van de site Europafietsers. U kunt dan op uw computer de hele route bestuderen. Wilt u een GPS-apparaat aanschaffen, laat u dan goed adviseren. Zowel ter zake het apparaat als over de navigatiekaart die op het toestel is/kan worden geladen.

Smartphone
Er is inmiddels een hele serie camino-app(licatie)s voor smartphones. De Baskische supermarkt Consumer Eroski heeft bijv. een gratis camino-app die off-line te gebruiken is. Deze geeft (spaanstalige) informatie over albergues en bezienswaardigheden. De app bevat ook een routebeschrijving voor wandelaars.
U kunt uiteraard uw smartphone voor navigatie gebruiken. Er is keuze uit verschillende apps met kaarten en navigatiemogelijkheden. Voor het antwoord op uw vraag ‘waar ben ik?’ prima, tenminste als ’t werkt op het moment suprême. Maar de berekende routes nemen vaak de kortste weg en die is niet altijd het prettigst om te fietsen. Op de site De wijde wereld.net  staan zinvolle adviezen voor het gebruik van een smartphone bij het navigeren:

      • Schakel het scherm alleen in als dat noodzakelijk is en beperk zo mogelijk de helderheid.
      • Zet 4G en 3G uit. Dit zijn echte energieslurpers! 2G is voor de app (bijv. Viewranger) voldoende om onder het fietsen kaarten te downloaden.
      • Laat geen apps op de achtergrond draaien.
      • Zet wifi uit.

Ook op de site Op pad.nl wordt over dit onderwerp geschreven.

U kunt in plaats van een (meestal duur) apparaat voor fietsnavigatie ook uw mobiele telefoon gebruiken (mits die met apps overweg kan). Van de site van Erik Ruissen kopieer ik zijn aanbeveling van de app Pocket Earth. Als u de Pro-versie neemt (5 euro) dan kunt u OpenStreetMaps kaarten op uw telefoon downloaden en deze off-line gebruiken. Of u kunt een complete GPX-track downloaden en importeren in de app.

Mountainbike/ATB.
Op verschillende (Spaanstalige) sites staan GPS-tracks van de Camino Francés voor mountainbikers. U kunt voor zulke route kiezen, maar een toerfiets is geen mountainbike en de bagage van een mountainbiker is aanzienlijk minder vergeleken met de toerfietser. Soms helemaal weinig omdat het grootste deel van de bagage per auto getransporteerd wordt. Als Spanjaarden ‘el camino’ fietsen, gaan ze vrijwel altijd per mountainbike/ATB. Mountainbikers volgen waar enigszins mogelijk de wandelroute. Tot ergernis van veel wandelaars die het niet prettig vinden als bikers hen onverhoeds en rakelings passeren. Mocht u de mountainbike willen nemen, houd hiermee dan rekening. U moet ook rekening houden met de kuilen en stenen op het wandelpad. En afdalen op het wandelpad is soms een hachelijke onderneming. Voor echte bikers geen nieuws. De foto’s hieronder geven een sfeerimpressie.

Met de mountainbike de Camino volgen is een uitdaging

Met de mountainbike de Camino volgen is een uitdaging

Genieten gaat boven snelheid
Het aantal kilometers vanuit Zuid Nederland (Vessem, of all places) is volgens sommigen slechts 2.380 km. Dat kan kloppen indien u de meest gerichte route neemt. Maar de kans dat uw teller in Santiago op 2.500 of iets meer kilometer staat is groot. Indien u de oostelijke route neemt komt u (alles bijeen) in de buurt van de 3.000 km. Voor sommige fietsers is de afgelegde afstand erg belangrijk. Zij meten de gereden kilometers tot in drie decimalen nauwkeurig. Voor anderen maakt het niet zoveel uit. Leuk om te weten maar daar houdt het bij op. Belangrijk is dat u zich realiseert dat de pelgrimage naar Santiago betekent dat u vele dagen (30 of meer) achtereen elke dag een fiks eind ‘moet’ fietsen. En dat vergt conditie, doorzettingsvermogen en regelmatig ook vindingrijkheid. Maar het is echt een geweldige ervaring, geniet ervan!

Indien grafieken met hoge pieken u de stuipen op het lijf jagen, troost u dan met het idee dat er (net als in de statistiek) ook in de grafieken drie categorieën zijn: Leugens, grove leugens en grafieken (statistieken). Hieronder een grafiek van de beklimming van de Monte Irago (met daarop het Cruz de Ferro) in een andere schaalverdeling. ‘ n Eitje zoals u ziet.

De klim naar Cruz de Ferro vanuit Astorga

De klim naar Cruz de Ferro vanuit Astorga

Ook op ‘OpenStreetMap’ treft u de camino aan, klik hier. En zelfs de Duitsers laten van zich horen, klik hier. Voor een pdf met alle camino’s in noord-Spanje klik op Camino-routes in N-Spanje.

Niet vanuit huis starten
Een ander route-issue is de vraag wat de opties zijn indien u uw fietsroute niet vanuit huis wilt beginnen maar op een locatie dichterbij Santiago. Dat kan relevant zijn indien u geen vier of vijf weken vakantie kunt opnemen. De belangrijkste vragen zijn dan:

      1. hoe kom ik op de startplaats?
      2. hoe komt mijn fiets (en bagage) op de startplaats?
Zuharpeta Huis.

Zuharpeta Huis.

Om met het laatste te beginnen, het Vessemse bedrijf Soetens kan uw fiets naar elke plaats op de route naar Santiago transporteren. In St. Jean-Pied-de-Port kunnen zij uw fiets en bagage afleveren bij Gite Zuharpeta. Voor overige bestemmingen op de Camino dient u zelf voor een bezorglocatie te zorgen. Voor meer informatie over deze service klik hier. Uiteraard kunt u zelf het transport regelen. U vraagt een van uw kinderen of de buurman om als vervoerder op te treden. En indien u naar uw startlocatie vliegt kunt u uw fiets mogelijk meenemen in het vliegtuig. Dat alternatief is ook interessant voor pelgrims die de Via de la Plata in Sevilla aanvangen. Uzelf kunt per auto, per trein en per vliegtuig naar de startlocatie reizen. Per auto behoeft geen toelichting.
Per trein is relatief lastig en vaak ook vrij duur. Eerst met de Thalys naar Parijs en dan met bijv. de T.G.V. verder; te complex om alle opties hier te benoemen. Maar de site http://www.touradour.com/towns/trains.htm biedt mogelijk aanknopingspunten voor het laatste deel van uw reis naar de Pyreneeën.

Per vliegtuig zijn de -naar mijn idee- relevante opties:

Station St. Jean

St. Jean-Pied-de-Port Station

Vliegen
1. Met Transavia van Rotterdam naar Biarritz (Bayonne) is niet meer mogelijk. Een alternatief is wellicht een Ryanairvlucht vanuit Charleroi, bijv op donderdag 1 juni 2017 à 37 euro per stoel. Orienteer u diepgaand op de spelregels van deze firma, want een onaangename ervaring zit bij hen vaak in de kleine lettertjes. Doe vooral geen aannames; check van alles wat u wil of ’t kan en hoe Ryanair ’t graag wil hebben. Anders is ’t kassa of erger: “helaas, niet mogelijk.”
U kunt vanaf het station in Bayonne met de regionale trein naar St. Jean-Pied-de-Port. Deze reis duurt 1:20 uur. Klik hier. Indien u wilt kan Soetens uit Vessem uw fiets brengen. Als u daar geen gebruik van maakt, zoek dan vooraf uit of en hoe uw fiets mee kan in het vliegtuig en (eventueel) de trein.

Van Biarritz naar St. Jean.

Van Biarritz naar St. Jean.

Fietsen vanaf het vliegveld kan uiteraard ook. De afstand naar St. Jean-Pied-de-Port is een kleine 60 km. Op de D932 en de D918 moet u enkele heuvels nemen. Mogelijk interessant als oefening voor de klim naar de Puerto de Ibañeta.

Vliegen en dan per trein
2. Met Ryanair vanaf Weeze naar Santander en dan per trein via Palencia naar Burgos of eventueel León. Het meenemen van uw fiets in Spaanse treinen kan een probleem opleveren. Zeker als u moet overstappen in Palencia. Informeer tijdig naar de mogelijkheden. Uiteraard is er nog veel meer te verzinnen. Bijv. van Biarritz naar Pamplona. Maar het uitzoeken hiervan laat ik graag aan u over. Klik op renfe treinenloop noord spanje voor inzicht in de Renfe-treinenloop aldaar. In dit reisverslag (juli 2013) kunt lezen over het gebruik van de regionale trein op delen van de Ruta del Norte. Hieronder een beeld van alle spoorwegen in Frankrijk en noord-Spanje, met een korte toelichting op de Spaanse Renfe-lijnen (stoptreinen en intercities) en de Renfe/Feve-lijnen met boemeltreinen langs de noordkust.

Spoorwegen naar Santiago

Spoorwegen naar Santiago

U ziet dat het reizen met de trein naar (en van) Santiago enigszins complex is. Interessante links zijn:

http://www.renfe.com/viajeros/info/index.html

http://www.renfe.com/viajeros/feve/mapas/index.html

http://www.renfe.com/viajeros/info/bicicletas.html

Voor de volledigheid: U zou kunnen overwegen, ergens in een stad gelegen aan de Camino, een fiets te huren. In plaats van uw eigen fiets mee naar Spanje te nemen. Dat kan. Maar besef wel dat nagenoeg 100% van de Spaanse fietsers mountainbikers zijn. En dat de fietsverhuurbedrijven (er zijn er tal van) u in principe een mountainbike aanbieden. Wilt u een andere fiets, even opletten. Bagage mee te nemen kan in een rugzak en/of in twee kleine tassen. Mocht u interesse hebben, google op zoekterm: “alquiler bici camino santiago”.

naar de vragen

7. Is de Ruta del Norte een optie?

Een werkelijk prachtige route…

Ja, maar het is niet toevallig dat Clemens Sweerman geen fietsroute ‘Ruta del Norte’, 825 km lang, heeft ontwikkeld. Deze Camino is primair een wandelroute. Er zijn (dus) een paar ‘maren’. Ten eerste is deze route veel zwaarder. Er is (bijna) geen kilometer vlak. De Camino del Norte volgt grofweg de N634 die van Irun (Spaans Baskenland) naar Santiago loopt. Deze weg loopt grotendeels dichtbij de kust en is 730 km lang. Op Youtube staat een video die op deze weg is gemaakt en waarin het Baskische lied ‘Lau teilatu’ van de zanger Itioz is te horen. Fascinerend, want Baskisch is een heel aparte taal.

De N634 loopt deels vlak langs de kust

Er zijn een paar varianten van de Ruta del Norte. Zo kunt u in Ribadesella besluiten in plaats van naar Gijon te gaan naar Oviedo te fietsen. Van Oviedo naar Santiago loopt de Camino Primitivo. Maar u kunt ook vanaf Oviedo de N634 naar de kust volgen en vanaf Soto de Luiña weer verder fietsen langs de kust.
De overnachtingsmogelijkheden op Camino del Norte resp. de Camino Primitivo zijn aanzienlijk minder vergeleken met de Camino Francés. Niet verrassend, want het aantal pelgrims is veel kleiner dan op de Camino Francés.

De wandelroute volgt soms ook de N634

U kunt ervoor kiezen de mountainbike route te volgen (met een daarvoor geschikte fiets) of u kunt gebruik maken van een GPX-track geschikt voor een trekkingfiets klik hier. Een Garmin GPS met een CityMap is handig voor het navigeren in de grotere steden. Als u klimmetjes op binnenwegen zoveel mogelijk wilt vermijden dan kunt u uitwijken naar de N632 en de N634. De binnenwegen zijn iets steiler dan de N-wegen maar voor een geoefende fietser best te doen. De N634 is niet helemaal te vermijden. Op enkele stukken van het traject volgt ook de mountainbikeroute en zelfs de wandelroute deze drukke en vrij smalle doorgaande verkeersweg. Weliswaar heeft het (vracht)verkeer een alternatief: de A8, maar de N634 is toch nog vrij druk. Maar tegenover deze maren staat dat de route werkelijk prachtig is. Soms rijdt u vlak langs de kust, soms door een laan met bomen. Maar het gaat altijd op en af. En regelmatig ook flink; er zijn verschillende 10%-stukken. Voor liefhebbers van vis, schaaldieren en cider is deze route een dagenlange culinaire ontdekkingstocht. U fietst regelmatig door een vissersdorpje en het aantal varianten cider is talrijk. In een sidreria kunt u ze proeven.

Sobrado van de monniken

Het aantal culturele bezienswaardigheden is wat minder. Er zijn bijv. weinig monasterio’s en de dorpjes zijn niet zo aantrekkelijk als die langs de Camino Francés. De mooiste steden zijn Bilbao en Oviedo. Santander is een echte havenstad. In de buurt van Ribadeo buigt de route van de kust af naar het zuid-westen richting Sobrado dos Monxes. Dit is de laatste etappeplaats voor Santiago. Er staat een oud klooster. De planten groeien welig op de twee torens. Dus als u besluit de Ruta del Norte te volgen, neem dan zo weinig mogelijk bagage mee. Geen tent, geen kookspullen, alleen twee achtertassen en een stuurtas met slechts het hoogst nodige.

Sfeerimpressie Ruta del Norte
Een sfeerimpressie van de Camino del Norte is geschreven door de Vlaamse Ruth:

Met een gemiddelde afstand van 50 km. per dag kunnen we ons moeilijk catalogeren onder de “snelle” fietsers. Alhoewel de bergen zelden hoger waren dan 400m., waren de onophoudelijke beklimmingen vanaf zeespiegel lastig en zwaar. Klimpartijen aan 8 à 10% zijn de regel. Geen enkele dag was het plat.
We hebben er nooit een geheim van gemaakt dat we buiten het fietsen ook nog geïnteresseerd zijn in cultuur en natuur. Geen “dwaze” kilometervreterij. En er was véél natuur. Enkel de vervuilende industrie rond de kuststeden San Sebastián, Bilbao, Santander, Gijón en Avilés kon al dit moois bederven. De noordkust van Spanje is één lang gerekte panoramafoto van woeste kliffen, uitnodigende playas, schuimende oceaangolven, groene woeste bergen, dichte spookachtige mistslierten. Ongerepte natuur van ongekende schoonheid.
Omdat we opteerden voor een rustige tocht en een bescheiden vakantiegevoel bezochten we geen overbevolkte refugios maar comfortabele goedkope hotelletjes. De dagelijkse “menu del día” was een must. Hierdoor misten we misschien een beetje het beruchte “camino-gevoel”. We hebben weinig pelgrims ontmoet. Weinig fietsers, meestal oudere stappers onder zware rugzakken, waarvan we vermoeden dat ze bewúst alleen op weg waren in alle stilte. Pas vanaf Arzuá op nog geen 50 km. van Compostela verwijderd, kwamen we terecht op de drukke “Camino Francés” waar we moesten wennen aan de soms luidruchtige pelgrims.
De “Camino del Norte” is een echte aanrader voor wie de gekte van de “Camino Francés” wil vermijden; voor wie op tocht wil gaan in confrontatie met de stilte van de natuur. Een tocht om nooit meer te vergeten.
Bron: http://www.ruth-is-onderweg.net/op-de-fiets-naar/camino-del-norte-2013

Treinenloop in noord-Spanje
Ondanks goede voorbereiding kan het noodzakelijk/gewenst zijn een stukje met de trein te overbruggen. Dat kan met de regionale spoorlijn langs de noordkust van Spanje. De maatschappij die hier rijdt is Feve, een dochteronderneming van Renfe, de Spaanse NS. Aangezien in Spanje verschillende treinsystemen naast elkaar bestaan is het verstandig u even in deze materie te verdiepen indien u de trein als vervoermiddel in overweging neemt. Feve is een soort Arriva met regionale treinen. Renfe heeft intercities (Avant en Trenes Media distancia), boemeltreinen (Cercanías) en hogesnelheidstreinen (AVE).

Interessante links zijn een:
renfe treinenloop noord spanje.
Feve treinenloopin noord Spanje.
– Informatie over fietsen in de trein van Renfe.
– Naar Santiago met de fiets in de trein van de site http://bicisaltren.conbici.org/.

Mocht u gewoon willen fietsen, hieronder een voorbeeld van de etappes.

Etappes Camino del Norte, een voorbeeld:

Verse vis. Heerlijk!

Verse vis. Heerlijk!

1. Irun – Orio, 36 km.
2. Orio – donker / Frederic (gidsen), 56 km.
3. Dark / Frederic – Bilbao, 51 km.
4. Bilbao – Laredo, 60 km.
5. Laredo – Santander, 50 km.
6. Santander – San Vicente de la Barquera, 58 km.
7. San Vicente de la Barquera – Ribadesella, 66 km.
8. Ribadesella – Oviedo, 80 km.
9. Oviedo – Soto de Luiña, 56 km.
10. Soto de Luiña – La Caridad, 70 km.
11. La Caridad – Lourenza, 60 km.
12. Lourenza – Villalba, 50 km.
13. Villalba – Sobrado, 48 km.
14. Sobrado – Santiago de Compostela, 55 km.

De dagelijks te rijden afstand is aanzienlijk minder dan een (gemiddelde) etappe op de Camino Francés. Dit vanwege de grotere moeilijkheidsgraad van de Camino del Norte en het kleinere aantal overnachtingsmogelijkheden. Klik op Albergues Camino del Norte voor een lijst met veel, zo niet alle albergues op de Camino del Norte. De actuele lijst is te downloaden van de site Caminosnorte.org. Een (vrij) actueel reisverslag van de Camino del Norte staat hier.

Op basis van het reisverslag van een drietal pelgrims dat in 2015 een combinatie van de Ruta del Norte en de Camino Primitivo fietste, hieronder hun reisplan:
Aansluiting op de Sweermanroute Langs Oude Wegen:
Oloron-ste-Marie – Mauléon-Licharre, 31 km, refugio van les Amis du chemin de St.Jacques.
Mauléon-Licharre – Cambo-les-Bains, 68 km: camping Bixt Eder.

Aansluiting op St. Jacobsroute van Sweerman:
Hasparren – Cambo-les-Bains, 10 km. Camping Bixt Eder
Cambo-les-Bains – Igeldo Igeldo camping 68 km.
Igeldo – Markina-Xemein, 68 km, albergue Pitis.
Markina -Xemein – Portugalete, 90 km, albergue Portugalete.
Portugalete – Santander, 75 km camping Cabo Mayor .
Santander – San Vicente de la Barquera, 61 km, El Rosal camping.
San Vicente de la Barquera – Colunga 90 km, camping Costa . Verde
Colunga – Oviedo, 66 km, albergue Peregrino El Salvador.
Oviedo – La Espina, 62 km albergue El Texu.
Espina – Grandas de Salime, 92 km, albergue van Grandas de Salime.
Grandas de Salime – Lugo, 78 km, . albergue de Peregrinos
Lugo – Arzúa 69 km
Arzúa – Santiago, 50 km.

Albergue in San Vicente

Hostel in San Vicente de la Barquera

De albergues waarin is overnacht zijn te vinden op de site van Gronze.com.
Uit het reisverslag van het drietal blijkt dat de combinatie van de Ruta del Norte en de Camino Primitivo een loodzwaar alternatief is voor de Camino Francés. Zónder de massaliteit van Camino Francés. Een uitdagende optie voor Caminorecedivisten of voor sportieve pelgrims die de gebaande paden willen mijden. Houd er rekening mee dat de route langs de Spaanse noordkust vele riviermonden passeert. Soms is er een brug, soms kunt u met een pont(je) overvaren. Maar het kan ook zijn dat u pas een stuk zuidelijker de rivier kunt passeren. Dit gecombineerd met het vele klimmen en dalen en het kleine aantal albergues maakt dat het verstandig is uw dagetappes goed te plannen. En dus niet op ‘de bonnefooi’ te gaan fietsen, een aanpak die op de Camino Francés prima kan.

Een alternatief: de route van Raul Gonzalez
Op de site Fietsen in Spanje vond ik een alternatief. Een route -zo schrijft deze site- bedacht door Raul Gonzalez. De route start in Santiago de Compostela en volgt de eerste paar dagen de Camino Francés in omgekeerde richting tot aan Villafranca del Bierzo. Vanaf dit stadje loopt de route in noord-oostelijke richting naar Ambasaguas. Het laatste stukje, ruim 50 km, naar Bilbao gaat per smalspoortrein. Dat heeft mogelijk te maken met de moeilijkheidsgraad van het traject via de weg BI-630. Maar misschien valt mee en kunt u de route via Mimetez gewoon fietsen.
In tegenstelling tot hierboven uitgezette route loopt deze route niet via de noord-Spaanse kust maar via verschillende natuurparken en meren aan de zuidkant van de Picos de Europa. De stad León wordt noordelijk gepasseerd op zo’n 50 kilometer afstand. Kijk voor meer informatie op de site Fietseninspanje.nl. Hieronder staat het etappeplan van deze route en een kaartje van de route dat u een globale indruk geeft.
santiago-bilbao-dagschema

De afzonderlijke kaarten in onderstaande impressie van de route vindt u op de site fietseninspanje.nl
route-raul-gonzales

naar de vragen

8. Waarin verschillen de twee routes door Frankrijk?

Er zijn twee fietsroutes door Frankrijk, de westelijke St. Jacobsroute en de meer oostelijke route ‘Langs oude wegen’. De verschillen tussen deze routes zijn:

      1. de westelijke route is 350 km korter*.
      2. de westelijke route is (veel) minder heuvelachtig.
      3. op de westelijke route zijn meer winkels, cafés en brasserieën.
      4. de westelijke route heeft meer vlakke stukken (bv. Les Landes).
      5. op de westelijke route kunt u iets langere etappes plannen.
      6. de oostelijke route gaat door een mooier landschap.
      7. op de oostelijke route is het rustiger fietsen.
      8. de oostelijke route voert (uiteraard) langs andere steden.
      9. op de oostelijke route begint u direct met klimmen en dalen.
      10. de oostelijke route vangt iets minder (zuid)westenwind.

De route “langs oude wegen” is (veel) mooier

*) gerekend vanuit dezelfde startplaats en ervan uitgaande dat u via de Puerto de Ibañeta fietst.

naar de vragen

9. Waarin zijn de twee routes gelijk?

      1. Er zijn meer dan genoeg overnachtingsplaatsen, mogelijk m.u.v. noord Frankrijk.
      2. Op beide routes treft u behulpzame mensen.
      3. Beide Pyreneeënpassen zijn mogelijk
      4. De routeboekjes zijn op dezelfde leest geschoeid.
      5. De kansen op pech of slecht weer verschillen niet.

Een veld klaprozen kunt U ‘overal’ in Frankrijk tegenkomen.

naar de vragen

10. Hoeveel etappes?

De Spaanse Meseta met windmolens.

De Spaanse Meseta met windmolens.

Ongeveer dertig als u de Jacobsroute neemt en plus-minus 35 als u ‘langs oude wegen’ rijdt. Globaal gesproken is een etappe tussen de 70 en 120 kilometer. Met als gemiddelde 90 km per dag; in Frankrijk uitschieters naar boven en in Spanje naar beneden. Als gemiddelde snelheid kunt u 16 km per uur aanhouden, tenzij u het traject als wielrenner wilt afleggen. Reken dan met ongeveer 24 km per uur.
Het Genootschap van Sint Jacob schrijft dat de ervaring leert dat 60 à 80 km per dag goed te doen is. Helemaal mee eens. Zestig per dag zou ik  ‘zéér goed te doen’ noemen. Ook verwijzen ze naar de wind die u kan opbreken. Er staat: “Als je tegen de wind in aan het zwoegen bent, je teller nog geen 10 km per uur aangeeft en je in de berm een bord Santiago 514 km ziet, is dat niet echt om vrolijk van te worden.” Dat klopt ook. Als u onder deze omstandigheden dit bord ziet, neem dan de eerste weg links en overnacht één kilometer verderop in Hontanas.
Opmerking: Het bord op de foto (Santiago 514), waarnaar indirect door het Genootschap wordt verwezen, staat er niet meer. Althans dat was de situatie in mei 2017. Mogelijk is het (verbogen) bord inmiddels vervangen door een nieuw exemplaar.

Op trajecten met een stijging tussen de 8% en 10% valt uw snelheid aanzienlijk terug. Bij een stijging van 10% of meer soms zelfs tot 4,5 km/uur, een kritische grens. Bij een nog lagere snelheid moet u afstappen en lopen. Maar meestal rijdt u tussen de 11 en 20 km/uur. In een afdaling kan uw snelheid sterk oplopen. De waaghalzen behalen snelheden van meer dan 60 km/uur. Reken erop dat het boven de 35 km/uur linke soep begint te worden.

Gemiddelde snelheid
Op sommige sites treft u teksten aan waarin een lager daggemiddelde (bijv. 65 km i.p.v. 90 km) genoemd wordt. De meest waarschijnlijke oorzaak van dit verschil is het aantal fietsuren per dag. Bij 90 km ligt dit een kleine zes uur, netto. Bij 65 km op vier uur, eventueel op vijf uur indien van een lagere gemiddelde snelheid wordt uitgegaan: 13 km/uur i.p.v. 16 km/uur. Om dagelijks zes uur te fietsen is vroeg (08:00 uur) starten vereist. Tenzij u het geen probleem vindt om pas om zeven uur ’s avonds te stoppen. Of indien u nauwelijks pauzeert, nergens een kleine sightseeing houdt, geen foto’s of video-opnamen maakt en snel uw lunch naar binnen werkt. Om een daggemiddelde van 90 km te behalen hoeft u geen doorgewinterde langeafstandfietser te zijn. Enkel ‘op tijd’ vertrekken en een goede conditie volstaat. Er zijn ook pelgrims die meer kilometers per dag maken. Lees hier een verslag van twee Nederlandse fietsers die er flink de vaart in zetten. Maar ook sommige Vlamingen fietsen elke dag gemiddeld 120 km. Ook zijn er Nederlandse fietsers die een daggemiddelde van 125 km nastreven en in hotels overnachten. Niet mijn keus, er blijft dan nauwelijks tijd over om een bezienswaardigheid te bezoeken en de caminobeleving is in hotels ver te zoeken.

Moeten lopen kan iedereen overkomen.

Moeten lopen kan iedereen overkomen.

Moeten afstappen en een stuk(je) lopen is geen schande. Het kan iedereen overkomen, al was ’t maar omdat u uw verzet niet op tijd in een goede stand hebt gezet. In Sweerman’s routeboekjes staat een stukje lopen op ’n enkele plaats zelfs expliciet genoemd, bijv. bij het steile klimmetje naar de stadspoort van Astorga. Maar u kunt er natuurlijk ook een punt van maken: afstappen, dat nooit! Het kan, maar alleen als u tijdig de juiste versnelling geschakeld hebt, als uw conditie goed is en de (weers)omstandigheden meewerken.

Urdos, op weg naar de Col du Somport

Nabij Urdos, op weg naar de Col du Somport

De westelijke route naar St. Jean-Pied-de-Port (1.550 km) duurt 15 à 17 dagen, ongeveer 100 km per dag. Vanaf de Frans-Spaanse grens is de Camino Francés ongeveer 900 km. Een dag of 12 netto, 75 km per dag. Tel daarbij een paar dagen om Burgos en León te bezichtigen of een uitstapje te maken naar San Miguel de Escalada, dan bent u alles bij elkaar zo’n 30 dagen onderweg. Het verschil tussen het Franse en Spaanse daggemiddelde zit in mijn aanname dat u in Spanje meer tijd neemt om ‘iets’ te bekijken, in een siëstapauze en in het feit dat er drie fikse cols -de Puerto de Ibañeta, de Monte Irago met daarop het Cruz de Ferro en de Alto do Poio, iets na O’Cebreiro- te nemen zijn.

Monasterio San Miguel de Escalada

Ruim vier weken dus; tegen drie weken voor degenen die flink doorrijden en elke dag gemiddeld honderddertig km verstouwen. Voor de oostelijke route moet u rekenen op zo’n vijf weken. Wilt u een tandje gemakkelijker rijden, niet vroeg vertrekken of om drie uur ’s middags al stoppen, dan kan de tocht wel zes tot acht weken duren. Als u tijd en zin hebt, geen enkel probleem. Voor het antwoord op de vraag hoe lang de pelgrimstocht precies zal gaan duren is van belang wanneer u uw terugreis regelt. Grofweg zijn er twee opties: vooraf of tijdens de tocht.

Vooraf geboekt, 100 euro per persoon

Het voordeel van vooraf de terugreis (per vliegtuig) regelen is dat u een goedkope vlucht kunt boeken. U struint alle sites van ‘low-budget carriers’ af en kiest de goedkoopste optie. Daarop past u uw planning aan. Met vooraf boeken kunt u een paar honderd euro besparen en het thuisfront weet precies wanneer ze u op het vliegveld kunnen komen afhalen. Daar tegenover staat dat u vast zit aan de terugreis op een specifieke dag. En dat kan verkeerd uitpakken. U bent veel te vroeg of net te laat in Santiago. Boekt u vooraf dan is een vrij strakke planning onontbeerlijk. Zie hierna voor twee praktijkvoorbeelden. Let wel: deze planningen bevatten geen extra dagen gereserveerd voor het uitgebreid bezoeken van steden en bezienswaardigheden. En ook geen ‘extra dagen’ als buffer voor pech of andere onvoorziene omstandigheden. Dagen/tijd hiervoor moet u zelf toevoegen. Mijn ervaring is dat een dag of twee/drie, eventueel vier speling in de planning voldoende is. Als alles goed gaat gebruikt u deze dagen om ergens even langer te blijven. Mogelijk bent u een paar dagen ‘kwijt’ aan pech of slecht weer. Naar mate de tocht vordert kunt u geleidelijk de extra dagen inzetten voor ‘leuke dingen’.

Wat als u de planning niet haalt
Mocht het zich toch laten aanzien dat u niet op tijd in Santiago zult zijn dan zijn er maar een paar opties. Voor een goede keuze is het van belang of en hoe u uw fiets kunt vervoeren. Met de bus kan niet, met de trein soms wel, (klik hier voor de Spaanse spelregels voor ‘fietsen in de trein’), met een huurauto of via Soetens. Deze firma kan fietsen transporteren van en naar elke plaats op de route naar Santiago. Zie hun website. In het geval u in Spanje een deel van de route per trein wilt afleggen kijk dan op de site van Renfe.com. Klik op renfe treinenloop noord spanje of op renfe treinenloop galicia voor een pdf-je met de treinenloop. Uw bagage kan eventueel verstuurd worden met de Spaanse firma Jacotrans.

San Juan de la Peña. Bijbelsculptuur uit ca 1100: een engel verschijnt aan Jozef in een droom.

Blijf -als tot en met de oversteek van de Pyreneeën alles volgens plan is gegaan- bijv. een dag in Jaca om o.a. het klooster San Juan de la Peña te bezoeken. Indien u onderweg uw terugreis regelt kunt u zonder planning op pad. Maar wacht u met boeken tot u in Santiago bent aangekomen, grote kans dat u het volle pond betaalt, lees een paar honderd euro. Tegen honderd euro als u vooraf boekt. Een tussenweg is nog om ergens in de buurt van León of Astorga (vijf dagen voor aankomst) de terugreis te regelen. Mogelijk heeft u dan nog enige keus uit verschillende tarieven.

Het maken van een planning is ook wenselijk indien u onderweg bepaalde plaatsen, gebouwen etc. wilt bezoeken of in interessante dorpen of steden wilt overnachten.

Of juist niets plannen
Er zijn ook pelgrims die een planning als een last ervaren. Zij gaan volledig ‘op de bonnefooi’ en ze zien wel hoe het onderweg loopt.

Caminobeleving in El Acebo

Samen eten: een Caminobeleving in El Acebo

Voor hen vernietigt het maken van een planning (evenals het maken van afspraken met reisgenoten) de essentie van de caminobeleving: rust, vriendschap, spiritualiteit. Voor anderen bieden een planning en afspraken juist houvast: het is elke dag duidelijk wat de reisdoelen zijn en iedereen weet waar hij/zij aan toe is. Natuurlijk, men kan ook overdrijven. Als alles wordt dichtgetimmerd en vastgespijkerd is de caminobeleving ver te zoeken. Ieder maakt hierin een eigen keuze, samenhangend met de motieven om naar Santiago te fietsen.
Het Genootschap van St. Jacob adviseert fietsende pelgrims een “globale planning van je reis op basis van het aantal kilometers dat je denkt aan te kunnen” te maken. Prima. U bepaalt zelf wat in dit verband ‘globaal’ is: een dagplanning, blokken van 3 dagen of een weekplanning.
Een plan is vooral nuttig als u beperkt bent in de tijd, indien u bepaalde plaatsen wat langer wilt bezichtigen en/of als u geen zin heeft in lange zoektochten naar een overnachtingsadres. Dat laatste geldt overigens alleen voor Frankrijk. Op de Camino Francés zijn meer dan genoeg albergues. Een plan voor het Spaanse deel van de route is nuttig op de Ruta del Norte en indien u in op de Camino Francés (vrijwel) uitsluitend wilt kamperen.

Geen plan maken kan uiteraard ook. De belangrijkste reden om geen plan te maken is -volgens mij- dat u dan geen verplichting (ik móet vandaag 88 km fietsen) ervaart. En dus optimaal van uw vrijheid kunt genieten. En van de dagelijkse uitdaging om een geschikte overnachtingsplek te vinden. Ja, ja, ik weet ‘t. Op de camino Francés staan de herbergiers u soms op te vangen om bij hén te overnachten.

In de regen naar Troyes fietsen is niet zo leuk.

In de regen naar Troyes fietsen is niet zo leuk. Een rustdag daarna kan een goed idee zijn.

Rustdagen
Sommige pelgrims nemen een of meer ‘rustdagen’.  Ook zijn er sites die dat aanbevelen. Prima.
Maar het is in de regel niet echt nodig om rustdagen in te plannen. Al na een paar dagen bent u in een bepaald ritme gekomen en een rustdag -in de zin van ‘niks doen en op adem komen’- verstoort dat ritme. Dus als u een rustdag neemt, benut ‘m dan om de stad/streek waar u bent te verkennen. Maar ga niet niks doen, zonde van de tijd.

De enige uitzondering kan zijn dat u een dag wilt bijkomen van een dagenlange periode slecht weer, met veel regen en tegenwind (lees hier een voorbeeld) of na een hittegolf. De kans hierop is niet zo erg groot als u in juni of begin juli fietst.

Etappes naar Santiago, de westelijke route, een voorbeeld.

Voorbereidende etappe(s): Naar Londerzeel (België), camping.
Etappe 2: Londerzeel – Tournai (Doornik), 110 km, camping.
Etappe 3: Tournai – Cambrai, 80 km, hotel Au Taximan.
Etappe 4: Cambrai – Chiry-Ourscamp, 106 km, camping.
Etappe 5: Chiry-Ourscamp – Hénonville 108 km, camping.
Etappe 6: Hénonville – Chartres, 126 km, camping.
Etappe 7: Chartres – Vendôme, 109 km, camping.
Etappe 8: Vendôme – Veigné, 90 km, camping.
Etappe 9: Veigné – Poitiers, 100 km, hotel.
Etappe 10: Poitiers – Nanteuil-en-Vallée, 129 km, gite.
Etappe 11: Nanteuil-en-Vallée – Aubet.-sur-Dr., 100 km, camping.
Etappe 12: Aubeterre-sur-Dronne – St. Emilion, 72 km, camping.
Etappe 13: St. Emilion – Labouheyre, 124 km, camping.
Etappe 14: Labouheyre – Dax, 83 km, camping.
Etappe 15: Dax – St. Jean-Pied-de-Port, 68 km, refuge.
Etappe 16: St. Jean-Pied-de-Port – Pamplona, 75 km, refugio.
Etappe 17: Pamplona – Puente la Reina, 38 km, camping bij refugio.
Etappe 18: Puente la Reina – Nájera, 102 km, camping.
Etappe 19: Nájera – Belorado, 63 km, refugio.
Etappe 20: Belorado – Burgos, 50 km, pension.
Etappe 21: Burgos – Carrión de los Condes, 107 km, refugio.
Etappe 22: Carrión de los C. – Mansilla de las M., 88 km, camping.
Etappe 23: Mansilla de las Mulas – Astorga, 87 km, hotel.
Etappe 24: Astorga – Ponferrada, 57 km, refugio.
Etappe 25: Ponferrada – Triacastela, 86 km, refugio.
Etappe 26: Triacastela – Portomarin, 56 km, camping.
Etappe 27: Portomarin – Arzúa, 56 km, refugio.
Etappe 28: Arzúa- Santiago de Compostela, 42 km, refugio.

Deze laatste etappe is vrij kort zodat u op een mooie tijd in Santiago kunt aankomen. Mogelijk kunt u dan de pelgrimsmis van 12:00 meemaken. Een uitgebreid reisverslag van deze camino staat hier.

Aankomst in Santiago de Compostela

Bovenstaand voorbeeld is sterk beïnvloed door de keuze om -in principe- op een camping te overnachten. Indien u niet kampeert is er grote kans dat de etappes er anders uit zien. Probeer als u niet kampeert te overnachten in pelgrimsgîtes of refugio’s, zie de vraag ‘Hoe overnachten?’.
Indien u kiest voor (luxe) hotels, beleeft u de camino aanzienlijk minder. Uw reis wordt dan meer een lange vakantie dan een pelgrimstocht. Want hotels en pensions hebben ook het voordeel dat u zich geen zorgen hoeft te maken over de sluitingstijd. De deur van een albergue gaat vaak om 22:00 dicht. Daarentegen maakt u in een hotel of pension minder contact met andere pelgrims. Meer vakantie, dus.

Etappes naar Santiago, de oostelijke route, een voorbeeld.

Voorbereidende etappe(s): Naar Maastricht.
Etappe 2: Maastricht – Stoumont-Rahier, 75 km, camping.
Etappe 3: Stoumont – Lescheret, 100 km, camping.
Etappe 4: Lescheret – Dun-sur-Meuse, 87 km, camping.
Etappe 5: Dun-sur-Meuse – Chalons-en-Champ., 100 km, camping.
Etappe 6: Chalons-en-Champagne – Troyes, 98 km, camping.
Etappe 7: Troyes – Auxerre, 86 km, camping.
Etappe 8: Auxerre – Vézelay, 56 km, camping.
Etappe 9: Vézelay – Nevers, 96 km, camping.
Etappe 10: Nevers – St. Armand-Montrond, 74 km, camping.
Etappe 11: St. Armand-Montrond – Cluis, 81 km, pelgrimsgîte.
Etappe 12: Cluis – St. Laurent-les-Eglises, 107 km, camping.
Etappe 13: St. Laurent-les-Eglises – Uzerche, 80 km, camping.
Etappe 14: Uzerche – Martel, 86 km, camping.
Etappe 15: Martel – Cahors, 98 km, camping.
Etappe 16: Cahors – Miradoux, 98 km, refuge.
Etappe 17: Miradoux – Montesquiou, 79 km, camping.
Etappe 18: Montesquiou – Lescar, 88 km, pelgrimsgîte.
Etappe 19: Lescar – Accous, 58 km, camping.
Etappe 20: Accous – Jaca, 60 km, camping.
Etappe 21: Jaca – Sangüesa, 75 km, camping.
Etappe 22: Sangüesa – Estella, 87 km, camping.
Etappe 23: Estella – Navarette, 70 km, camping.
Etappe 24: Navarette – Redecilla del Camino, 65 km, albergue.
Etappe 25: Redecilla del Camino – Burgos, 70 km, camping.
Etappe 26: Burgos – Frómista, 82 km, refugio.
Etappe 27: Frómista – Sahagún, 56 km, camping.
Etappe 28: Sahagún- León, 65 km, hostal.
Etappe 29: León – Rabanal del Camino, 80 km, refugio.
Etappe 30: Rabanal del Camino – Villafranca del B., 58 km, refugio.
Etappe 31: Villafranca del Bierzo – Samos, 66 km, refugio.
Etappe 32: Samos – Melide, 75 km, refugio.
Etappe 33: Melide- Santiago de Compostela, 50 km, camping.

De meeste bovenstaande etappeplaatsen in Spanje staan vermeld met ‘camping’. Uiteraard zijn er in al deze plaatsen -meestal meerdere- refugio’s/albergues.

Etappe Burgos – Frómista, iets na Iglesias vlakbij Hontanas.

naar de vragen

11. Moet ik de grote steden mijden?

Soms wordt u in publicaties geadviseerd de grote steden te mijden. Het is er druk, er zijn eenrichtingswegen, er is criminaliteit en er zijn andere ongemakken. Klopt allemaal. En bovendien: u raakt gegarandeerd van de route. U moet wel zeer geconcentreerd en gedisciplineerd rijden wilt u niet van de route af raken.

Gezellige avond in León

Bovendien, grote kans dat uw overnachtingsadres niet keurig aan de route ligt. Met het gevolg dat de eerste vraag na een nacht in een drukke stad is: ‘hoe kom ik weer op de route?’ Desondanks: doen! Stort u gewoon in het gewoel en zoek de weg naar het centrum. Daar staat de kerk en nadat u een stempel heeft gehaald oriënteert u zich verder. Meestal is er een toeristeninformatiepunt nabij waar u eventueel kunt vragen naar een albergue of ander overnachtingsadres. De kroeg is ook nooit ver uit de buurt.
Uit blogs van fietsers valt op te maken dat behoorlijk veel fietsende pelgrims niet alleen de grote steden mijden maar ook veel andere steden, stadjes, dorpjes en wat er nog meer te zien is langs (of kort bij) de route. Men is enkel bezig om van A naar B te komen. En soms ook zo snel mogelijk. De afstand van A naar B is ook van dien aard dat er weinig tijd is om wat anders te doen dan alleen fietsen. Ik las zelfs over een fietser die ‘zich aan gort’ gereden had. Dat lijkt me al helemaal niet de bedoeling. Wellicht de grootste ‘fout’ die u kunt maken is om met oogkleppen op zo snel mogelijk naar Santiago de Compostela te fietsen.

naar de vragen

12. Is trainen noodzakelijk?

Naar de Col du Somport is het continue klimmen.

Ja. U kunt niet aan de Camino beginnen zonder goede training. Ook al fietst u elke dag een flink eind naar uw werk of voor uw plezier, dan nog is het verstandig om u doelgericht voor te bereiden. Uiteraard kunt u denken: “Het zal wel loslopen!”. Prima, maar dan bestaat de kans dat er dagen zijn waarop u flink moet afzien.

Suggesties voor een ‘trainingsprogramma’ zijn:

– Ritme opdoen: gedurende een paar (3) maanden regelmatig fietsen.
– Duurtraining: een flink aantal (>15) ritten van rond de 100 kilometer.
– Rijden met bagage: 23 kg aan uw fiets voelt toch anders.
– Bergtraining: ’n paar keer fietsen in wat heuvelachtig gebied.

Maar de belangrijkste reden om vooraf te trainen is wel dat u als getrainde fietser u minder zorgen hoeft te maken over uw fysieke gesteldheid. U heeft dus veel tijd voor zaken die het fietsen van de camino zo geweldig maken. Ongetrainde fietsers lukt het meestal wel om van A naar B te fietsen, maar vaak met de nodige pijn (knieën en rug) en moeite (tijdens een klimmetje). En dan gaat de lol er snel vanaf.

naar de vragen

13. Hoe verloopt een fietsdag?

Soms ontmoet u op een fietsdag een schaapskudde.

Zorg voor proviand onderweg
Elke dag kent een vast ritme. Het is verstandig om op tijd, zo rond acht uur of half negen te vertrekken. Na eerst wat gegeten te hebben. Indien u kampeert, zorg er dan voor dat er de volgende ochtend wat te eten valt. Zet wat thee of koffie en neem een hap stokbrood met kaas of worst. Daarna de watervoorraad verversen, opstappen en op zoek naar een café om het ontbijt verder aan te vullen. Als u in een B&B of hotel overnacht is het ontbijt ter plekke. In de ochtend is het tijd om de voorraad proviand aan te vullen. Omdat u over binnenwegen rijdt is het winkelaanbod vaak beperkt. Stop dus bij de eerste de beste ‘alimentation’, ‘boulangerie’ of supermarktje dat u tegen komt. Om tien uur, half elf is het weer tijd voor een pauze met koffie en wat te eten. Rond het middaguur de lunch in een brasserie of gewoon langs de kant van de weg. Indien u de oostelijke route door Frankrijk kiest, is er de kans dat u rond het middaguur geen eetgelegenheid kunt vinden. In de dorpjes waar u door komt is soms geen café of brasserie meer te bekennen. Ook alle winkeliers zijn vertrokken. Zorg daarom altijd wat proviand bij u te hebben voor een lunch langs de kant van de weg.

Brion (Frankrijk), alles is dicht, zelfs de waterput.

Houd er in België en Frankrijk rekening mee dat winkels rond het middaguur gesloten kunnen zijn. In Spanje is het tussen half twee en half vijf siësta. Alles, maar dan ook werkelijk alles is dicht. De straten zijn verlaten, de luiken zijn gesloten en er heerst een doodse stilte. Dat in Spanje de siësta heerst wist u wellicht al, maar de Spaanse winkels hebben nog een andere onhebbelijkheid. Ze gaan pas na negen uur (soms pas om half tien) open. Ja, óók de supermarkten. Met wat geluk is er soms een klein bakkertjes te vinden dat al om 08:00 open is. Maar gelukkig zijn veel café’s (zeker die aan de doorgaande weg) wel open. Bestel er ’s morgens een desayuno met zuma de naranja en een café solo. Heerlijk!
Indien u de pech heeft dat de Spaanse zon de temperatuur doet oplopen tot boven de 35 graden celsius, dan weet u meteen waarom het dan siësta is. Er zijn twee opties: ook siësta houden ergens in de schaduw of stug doorfietsen en veel water drinken. Tussen vier en vijf uur is het tijd om uit te kijken naar een overnachtingsplek. Ook hier twee mogelijkheden: ofwel u kiest ervoor te stoppen op een geplande locatie, ofwel u laat het van de omstandigheden afhangen waar en wanneer u stopt.

De abdij in Chiry-Ourscamp staat ook in Sweermans boekje

De abdij in Chiry-Ourscamp staat ook in Sweermans boekje

Uw routeboekjes bevatten voldoende overnachtingsadressen. In noord Frankrijk kan het vinden van een overnachtingsadres een probleem zijn. Het aanbod is daar beperkt. In Spanje moet u ermee rekening houden dat een refugio vol is of geen fietsers accepteert. De reden hiervan is dat sommige refugio’s geen mogelijkheid hebben om fietsen veilig te stallen. Indien u in een hostal of pension in de stad overnacht kan ’t gebeuren dat u fiets en bagage een paar etages naar boven moet slepen. Maar meestal kunt u uw fiets stallen in een afgesloten ruimte op de begane grond.

Pelgrims koken zelf hun potje op de camping in Mansilla de las Mulas.

Indien u op een camping staat en zelf kookt is het rond een uur of vijf tijd voor inkopen. Denk dan ook aan hoe u de avond gaat doorbrengen en aan het ontbijt voor de volgende ochtend. Vul eventueel de watervoorraad aan en kijk of u nog zoute hartigheden heeft. Zoute etenswaren zijn bij hoge temperaturen essentieel voor uw conditie. Als het heet is verliest u door te zweten veel zout en dat moet u aanvullen door bijv. zoute pinda’s, chips of olijven te eten. In juni/juli kunt u genieten van een zwoele avond met een glaasje wijn; in andere jaargetijden wordt het al snel donker en is gemakkelijker om op tijd te gaan slapen.

St. Emilion, de was hangt te drogen.

Wassen
Op enkele dagen moet u tijd reserveren om te wassen. Reken op drie à vier wasbeurten gedurende de hele tocht. Als u kampeert is wassen het meest gemakkelijk. Veel campings hebben een wasmachine en als het niet regent is de was in korte tijd droog. Ook in de meeste refugio’s kunt u gebruik maken van voorzieningen om te wassen. Meestal is waspoeder ter plekke te koop. Als u niet kampeert kunt u naar een wasserette gaan (Frans: laverie automatique; Spaans: lavandería). Het alternatief is (om de dag) een handwasje van de gebruikte kleding. Noodzakelijk indien u heel weinig kleding heeft meegenomen. Neem als zeep voor de handwas een flesje babyshampoo mee.

Monasterio Yuso, koepelplafond

Neem de tijd rond te kijken
Tenslotte: een bezoek aan een monasterio of andere interessante bezienswaardigheid kost al snel een paar uur of een halve dag. Zo is het bijvoorbeeld zeer de moeite waard om het monasterio Yuso in San Millán te bezoeken. Dit klooster bevat o.a. een bibliotheek met eeuwenoude boeken. Hier ligt de bakermat van de huidige Spaanse taal, het Castiliaans. Verder is er nog veel meer te zien. Helaas moet u wat van de route afwijken (staat keurig aangegeven in boekje 3) en er is maar één rondleiding met Spaanstalige gids per uur. Bovendien moet u rekening houden met de siësta. Dus als u dit klooster wilt zien, wel even plannen. Maar een ding is zeker: u houdt er een mooie herinnering aan over. En als mogelijke extra: u kunt overnachten in het hotel dat in een deel van het oorspronkelijke klooster is gevestigd. Als u van te voren boekt kunt u mogelijk al een kamer reserveren voor ongeveer zestig euro. Dat lijkt veel maar het is deze prijs zeker waard.

Het oude klooster San Juan de la Peña, nabij Jaca

naar de vragen

14. Hoe overnachten?

Knusse pelgrimsgîte in Charroux

Knusse pelgrimsgîte in Charroux

Er zijn grofweg vier sterk verschillende manieren om te overnachten:
1. slapen in hotels.
2. slapen in een tent op een camping.
3. slapen in pelgrimsalbergues en pelgrimsgîtes.
4. slapen in hostals, pensions of chambre d’hôte.

Hotels zijn ’t duurst; kamperen is ’t goedkoopst. Dat ligt voor de hand. Slapen in pelgrimsalbergues kan alleen in Spanje. In Frankrijk treft u op sommige plaatsen een pelgrimsgîte. Beide onderkomens zijn specifiek voor pelgrims die een pelgrimspas kunnen tonen. U bent (bijna altijd) niet de enige die er overnacht. Reken dus op andere pelgrims die met u in dezelfde ruimte liggen en met wie u keuken, douche en toilet moet delen.
Hostals (eenvoudige hotelletjes) zijn er ’t meest in Spanje. In Frankrijk treft u naar mate u zuidelijker komt in steeds meer dorpen en stadjes chambre d’hôtes. Bed & breakfast op z’n Frans. In sommige grotere steden zijn pensions waar u een nacht terecht kunt. De paar jeugdherbergen waar u onderweg kunt slapen maken het lijstje compleet.
Het komt voor dat een wildvreemde particulier u onderdak verleent in zijn eigen huis of dat u kunt slapen in de gemeentelijke sporthal. Dit gebeurt eigenlijk alleen maar indien u behoorlijk in de problemen zit en u ’t geluk hebt een helpende hand te ontmoeten.

Hotels
De meest luxe variant is overnachten in hotels. De meest zekere indien deze ook nog van te voren zijn geboekt, bijv. via www.booking.com. Maar u levert dan veel avontuur in en het kost u zeker € 50 per hotelkamer, als het niet meer is. Exclusief ontbijt meestal. Kiest u voor een van de vele hostals of pensions dan is de prijs per kamer ongeveer 35 euro. Reserveren kan meestal alleen telefonisch, soms via e-mail als deze hostals of pensions een eigen site hebben.

De belangrijkste keuzes die u moet maken zijn:
1. Wel of niet kamperen.
2. Wel of niet overnachten in een Franse refuge of Spaanse albergue.

Natte tent.

Natte tent.

Kampeerders nemen tent, slaapzak, luchtbed en kookspullen mee. Zij overnachten op een camping. Tenzij het hondenweer is of als er geen camping in de buurt is. Soms slapen ze een albergue om het sfeertje te proeven.
Niet-kampeerders kunnen een paar kilo bagage thuis laten en lopen niet het risico van een ondergelopen tent. Degenen die behalve de camping ook gîtes en albergues mijden nemen een chambre d’hôte (B&B), een hostal, een pension of kiezen de luxe van een echt hotel. Maar meestal kiezen de niet-kampeerders voor een mix van B&B’s, albergues en hostals. Op de Camino Francés is het vinden van onderdak meestal geen enkel probleem. Er is veel aanbod en de variëteit is groot. In Frankrijk (met name Noord-Frankrijk) kan het vinden van een hotel wel wat lastig zijn. Soms moet u wat afwijken van de route of kunt u alleen een budgethotel (bijv. Formule 1) vinden. Inderdaad, u kunt er slapen maar daarmee is alles gezegd.

Een heerlijk desayuno in Belorado

Een heerlijk desayuno in Belorado

Als u in een (luxe) hotel overnacht kan het -om de kosten te drukken- interessant zijn geen gebruik te maken van het ontbijt in het hotel. De kwaliteit en de prijs lopen sterk uiteen. Prijzen variëren tussen vijf en tien euro (soms zelfs meer dan 10 euro) en wat u krijgt varieert van een bak koffie, twee stukken stokbrood met wat cupjes jam tot een ontbijtbuffet, compleet met gebakken bacon en scrambled eggs. Het is in Frankrijk en in Spanje heel gewoon om ’s ochtends een café binnen te stappen en een petit dejeuner (Frankrijk) of desayuno (Spanje) te bestellen. Of simpeler: koffie met twee croissants.

Een klein enkeldaks tentje is wel licht, maar geeft bij regen problemen

Campings
Het andere uiterste is kamperen. Elke dag een camping zoeken, tent opzetten, tent afbreken, bagage in de tent stallen, weer opruimen en dat alles soms in een flinke regenbui. Het kan, maar deze variant is alleen geschikt als u een ruime kampeerervaring hebt, met name op Franse 2-sterren municipals met hurktoiletten. Bovendien: campings zijn veelal niet het hele jaar open. Bepaalde campings zijn zelfs alleen open van half/eind juni tot half/eind september. Kampeerders moeten er in Frankrijk op bedacht zijn dat er grote verschillen zijn tussen campings. Er zijn mooie campings bijv. die in St. Emilion, maar ook natuurcampings met matig sanitair en campings met bijna uitsluitend stacaravans die buiten het seizoen alleen in het weekend bevolkt zijn. Er zijn in zowel Spanje als Frankrijk diverse campingsites. Twee grote campingorganisaties zijn de FFCC (Fédération Française de Camping et de Caravaning) en de FECC (Federación Española de clubes campistas), te bereiken via:
http://camping-ffcc.com/
http://www.guiacampingfecc.com/

Camping in Condé-sur-Vergre

Camping in Condé-sur-Vesgre

Klik op campings aan de Camino voor een pdf-je met campings. Het Duitse lijstje is niet helemaal volledig; zo ontbreken de camping Plaza Berri in St. Jean-Pied-de-Port, de camping As Cancelas in Santiago de Compostela en de kampeermogelijkheid bij de albergue Santiago Apóstol in Puente la Reina. Ook in Spanje is de kwaliteit van de campings erg verschillend. Goede campings zijn er onder meer in:
– Navarette
– Nájera
– Burgos
– Mansilla de las Mulas
– Portomarín

Kamperen heeft als bijeffect dat u ’s avonds niet in de nabijgelegen stad ‘op stap’ kunt gaan. Terug fietsen van centrum León of Burgos naar de camping om 23:00 uur is immers niet zo’n goed idee, tenzij u een nachtelijk ritje naar een locatie (soms ver) buiten de stad geen probleem vindt. Nu zijn er pelgrims die om elf uur allang slapen, maar er zijn ook fietsers die een zwoele avond in een Spaanse stad willen meemaken. En geef ze ‘ns ongelijk! Dan kan het handig (en verstandig) zijn een hostal of pension in het centrum van de stad te zoeken.
In sommige verslagen leest u over ‘wild kamperen’. In Frankrijk is het volgens onze brave ANWB legaal wild te kamperen (19u tot 9u) op één uur wandelafstand van weg. De Fransen noemen een nachtje ergens je tentje opzetten ‘bivakkeren’ (bivouacs) en hanteren soepelere regels. In Spanje zijn de regels voor het wild kamperen per streek verschillend. In alle gevallen is het wenselijk toestemming te hebben van de eigenaar van het perceel. Soms (op het erf van een boer) is het vrij gemakkelijk toestemming te verkrijgen, maar in een bos is de eigenaar van het perceel meestal onbekend. Kortom, wild kamperen is alleen een optie indien er geen enkele andere mogelijkheid is. En met een beetje planning is het ook niet nodig, zeker niet in Spanje. In Spanje kunt u immers uitwijken naar een albergue, in Frankrijk moet u andere slaapplaats zoeken. Zoals een hostal of een jeugdherberg, auberge de jeunesse in het Frans; in het Spaans ‘albergue juvenil’. Dit is een goedkoop alternatief voor kamperen maar er zijn veel minder jeugdherbergen dan campings.

Albergues, hostals en gîtes
Klik op Refugios en hostals aan de Camino Francés voor een pdf die is opgesteld op basis van gegevens van de site spanishsteps.eu. Deze site bestaat helaas niet meer. Maar sinds maart 2014 is een Italiaanse site actief waarop ook downloads van albergues per camino te vinden zijn. Uiteraard zijn alle teksten in het Italiaans… Klik voor een download van deze site op: Albergues Camino Frances – Italiaans.
Ook kunt u gebruik maken van een de vele applicaties (apps) voor iOS en/of Android. Interessante apps zijn:
– Camino Places (iOS, Ivar Rekve, 5 euro).
– Camino (iOS, Consumer Eroski/Biko, gratis)

In enkele Franse gemeenten werkt de plaatselijke overheid (gezeteld in la Mairie) mee. Men heeft dan speciaal voor pelgrims een gîte (appartementje) beschikbaar.

Nanteuil-en-Vallée, gîte naast Auberge St. Jean

Zo heeft de gemeente Nanteuil-en-Vallée een uitstekend (twee 2-pers. slaapkamers) onderkomen direct naast de auberge St. Jean midden in het alleraardigst plaatsje beschikbaar. Er is echt alles voorhanden. De slager annex groenteboer zit (zat?) een paar deuren verder. U kunt na overlegging van uw credential de sleutel krijgen op het gemeentehuis en u brengt ‘m de volgende dag terug. Geen borg, geen gedoe. Wilt u betalen voor uw overnachting, (dat dóet u uiteraard) dan is dat geheel vrijwillig.
Ook in Compiègne is een onderkomen gerealiseerd, geopend vanaf 16:30, informeer bij de VVV. Tussen 15 april en 30 september kunt u er terecht met een geldig credential. Er zijn tien bedden beschikbaar. Kosten: 10 euro per persoon. In Lescar (informeer bij de VVV) en Cluis, 2 Rue du Prieuré (informeer bij kruidenier Hamid tegenover de kerk of bel 02 54 31 26 36) zijn ook soortgelijke gîtes. In Cambrai (noord-Frankrijk) staat hotel Au Taximan. Dit supereenvoudig hotelletje staat bekend als pelgrimshotel. Fietsen kunnen binnen gestald worden.

Gîte Arc en Ciel in Labouheyre

Gîte Arc en Ciel in Labouheyre

En verder staat in Labouheyre (Les Landes) aan de rue Grande Lande 290 de herberg ‘Ultreia Arc en Ciel’, te bereiken via telefoon 033630067016. De prijs is 15 euro (prijspeil 2015) en het geld gaat naar een goed doel. Een prima alternatief voor de eenvoudige camping naturelle die maar een paar weken per jaar open is.
Een eindje verderop (net onder Dax) kan gebruik gemaakt worden van een in 2015 geopende pelgrimsgîte in het kleine dorpje St. Pandelon. Vraag ernaar bij het gemeentehuis (la mairie).
Op de site van de Franse Santiagovereniging staat ook een aantal gîtes aan de Vézelayroute. Enkele hiervan (Corbigny, St. Révérien en Bouzais) liggen ook aan de oostelijke fietsroute. Klik hier voor een overzicht.

Gloednieuwe pelgrimsgîte in St. Pandalon

Gloednieuwe pelgrimsgîte in St. Pandalon

Gîtes en andere mogelijkheden om op de route Turonensis (de westelijke route door Frankrijk) te overnachten staan hier. Een andere optie is dat u de ‘guide des haltes de prière’ bestelt. In deze gids staan van alle Franse pelgrimswegen de zogenoemde Haltes of Herbergements Jacquaires. Uiteraard staat alle informatie in het Frans. Mogelijk biedt deze site ook voldoende informatie. De pfd-file Hebergements en Berry geeft een overzicht van slaapplaatsen aan de route Langs Oude Wegen in midden Frankrijk.

Indien u (ook) wilt overnachten op campings, is het verstandig ervoor te zorgen dat u goed slaapt. Gebruik een dubbeldaks lichtgewicht koepeltentje zonder luifel, maar gebruik ook een goed bed. Een dik zichzelf opblazend slaapmatje kan eventueel, maar een luchtbedje is beter. Kiest u voor een luchtbed dan is er weinig keus. De gewone vallen af (te zwaar), de lichtere van Campingaz of Intex zijn vaak binnen de kortste keren kapot. Resteert een licht, maar wel robuust luchtbed. Bijv. een Exped Downmat. Helaas duur (160 euro) maar het slaapt geweldig en isoleert beter dan een slaapmatje. Goed slapen is erg belangrijk onderweg.

Tentje van pelgrim op Franse camping

In Spanje is er eigenlijk maar één voor de hand liggende keuze: de refugio of albergue de peregrinos. Dat is hetzelfde: slaapzalen met stapelbedden en douches. De bedden hebben (meestal) geen dekens of lakens, neem daarom een lichtgewicht slaapzak of lakenzak en een kussensloop mee. Na overlegging van uw credential krijgt u een schone matrasovertrek en that’s it. Vrijwel altijd is er de gelegenheid om gebruik te maken van een keuken(tje). U kunt iets opwarmen, thee zetten etc. maar daar houdt het veelal mee op. De ‘luxere’ (veelal particuliere) albergues hebben vaak een eetzaal (comedor) en soms kunt u er zelfs een avondmaaltijd bestellen.Voor alle duidelijkheid: om gebruik te kunnen maken van de diensten van een albergue moet u (vrijwel altijd) een credential overleggen.

Albergue in Sanguësa. Er kunnen één, hooguit twee fietsen gestald worden

Albergue in Sanguësa. Er kunnen hooguit twee fietsen gestald worden.

Op sommige sites leest u dat uw credential u recht geeft op een verblijf in een albergue. Dat is onjuist. Aan het bezit van een credential kunt u geen rechten ontlenen. In alle gevallen beslist de hospitalero (de herbergier) of u welkom bent of niet.
Redenen om u af te wijzen kunnen zijn:
– de albergue is vol.
– de albergue heeft geen fietsenstalling.
– het toelatingsbeleid: Na 17:00 uur bent u welkom, als er plaats is.
– uw credential is ongeldig.
– u bent met een (grote) groep pelgrims (zie vraag 4).
De hospitalero is niet verplicht u een reden voor afwijzing te geven. Gewoon de melding ‘er is voor u geen plaats’ volstaat. U kunt uiteraard in discussie gaan met de hospitalero, maar beter is u deze moeite te besparen en een andere albergue of een ander onderkomen te zoeken. Er zijn (meestal) ook voldoende hostals, pensions, gewone hotels en er zijn ook campings aan of vlakbij de route.
Voor de fietser die alleen of in klein gezelschap (<5 personen) gaat heeft de refugio (albergue, klik hier voor een overzicht) de voorkeur, tenzij u er niet van houdt met wildvreemden, mannen en vrouwen door elkaar, op een (grote) slaapzaal met enkel stapelbedden te liggen. Of indien u geen risico wilt lopen op een doorwaakte nacht omdat een pelgrim die in de buurt ligt een enorme snurker is; dus oordopjes/watten meenemen!
De charme van de refugio is de saamhorigheid. Er slapen enkel degenen die ook op weg zijn naar Santiago. Medepelgrims kunt u ze noemen. De saamhorigheid heeft wel zijn grenzen. Zo loopt er een onzichtbare grens tussen de lopers en de fietsers. De lopers, veruit in de meerderheid in Spanje, hebben andere gespreksstof dan de fietsers. De routes verschillen; wandelaars lopen veelal over soms smalle zandpaden terwijl de fietsers meestal over asfalt rijden.

Refugio in het Monasterio van Samos. Heel veel stapelbedden

En verder verschilt het nogal of u te voet gaat en dus problemen hebt met voeten en schoenen, of met uw zitvlak en uw fiets. Fietsers praten over kapotte banden, geknakte spaken, slag in het wiel, afgelopen kettingen en valpartijen. Wandelaars prikken blaren, zijn in de weer met jodium, wikkelen verband om hun zere voeten en stralen uit dat zij de echte pelgrims zijn. Maar desondanks, het is in albergues goed overnachten tegen een lage prijs: maximaal € 12, maar meestal een paar euro minder of ‘donativo’. Deze aanduiding betekent dat u zelf bepaalt hoeveel u betaalt voor de diensten van de refugio; geef (tenminste) vijf euro. Er zijn Nederlandse sites die ‘donativo’ vertalen in ‘gratis’. Het moge duidelijk zijn dat deze vertaling typisch Hollands is en dat het in feite -en terecht- niet de bedoeling is gratis te overnachten.

Bedwants

Bedwants

Sommige pelgrims vertellen dat er ook slechte refugio’s zijn, waarbij vooral geduid wordt op ondermaatse hygiënische omstandigheden. Vooral bedwantsen worden genoemd. Dergelijke ervaringen zijn niet uit te sluiten, maar de kans erop lijkt niet zo groot, behalve in het hoogseizoen: augustus. En dan vooral in de grote refugio’s, met tientallen zo niet meer dan 100 bedden. Dus, voor wie niet wil kamperen is het concept grofweg: In Frankrijk een chambre d’hôte (bed & breakfast) of gîte en in Spanje een refugio/albergue.
De Spaanse overkoepelende federatie van caminogenootschappen heeft op dit gebied -vermoed ik- de beste site: www.caminosantiago.org. Op deze site staat ook een actuele link naar albergues aan de Camino Francés. Er zit hier en daar zelfs een door Nederlanders gerunde albergue tussen, bijv. in las Herrerias de Valcarle. En natuurlijk de albergue in Roncesvalles met vrijwilligers van het Genootschap van Sint Jacob.

Hostel in Triacastela

Er zijn drie soorten refugio’s: de private, de gemeentelijke en de katholieke. In de katholieke refugio’s, bijv. in een oud monasterio, kan het zijn dat er aandacht is voor de religie. Er is dan bijvoorbeeld een mis om 7 uur ’s avonds. De private zijn meestal duurder (acht tot twaalf euro) dan de gemeentelijke of de katholieke (vier tot acht euro). In alle refugio’s zijn soortgelijke huisregels.

Fietsers zijn soms pas na 5 uur welkom

Huisregels in albergues
Geen herrie maken, niet luidruchtig praten en om 22:00 uur (soms iets later) gaat de poort dicht, de deur op slot en het licht uit. ’s Ochtends is het om zes uur dag. Met name de wandelaars staan dan op; een enkeling al om 5 uur. Om acht uur is iedereen weg (is de bedoeling). Soms regelt de hospitalero (de ‘manager’ ) een ontbijt. Er zijn dan wat stukken stokbrood en pelgrims kunnen thee of koffie zetten. Ga er (desondanks) vanuit dat U zelf voor Uw ontbijt moet zorgen.
Het spreekt voor zich dat iedereen zijn eigen rommel opruimt. Reken er op dat in sommige refugio’s de fietsers (bicigrinos) pas na vijf of zes uur ’s middags worden toegelaten. Tenminste, als er dan nog plaats is. Wilt u er het fijne van weten, klik hier voor het reglement van de refugio in San Juan de Ortega, dat model kan staan voor veel Spaanse refugio’s. De sterk ingekorte vertaling van de negen bepalingen is als volgt:

1. Reglement betreft het Monasterio San Juan de Ortega.
2. Alleen pelgrims te voet of per fiets in het bezit van een pelgrimspaspoort en een geldig legitimatiebewijs worden toegelaten. Hun gegevens worden geregisteerd.
3. Plaatsen worden toegewezen op volgorde van binnenkomst. Men kan –behoudens uitzonderingen- slechts 1 nacht verblijven.
4. Seizoen: 1 maart – 31 oktober. Openstelling: tussen 13:00 en 22:00. Het licht gaat uit om 22:00. Om 08:00 moet u weg zijn.
5. Het is verboden te roken, buiten de daartoe bestemde plek te eten, lawaai te maken, luid te spreken, hoorbaar muziek te luisteren en op de muren te slaan.
6. Iemand die zich vervelend gedraagt wordt buiten gezet.
7. Donatie van (tenminste) 5 euro wordt op prijs gesteld. Alle ongerechtigheden moeten gemeld worden.
8. Er is een gastenboek en u kunt (onder vermelding van een naam) suggesties ter verbetering opschrijven.
9. In alle niet genoemde gevallen beslist de gastheer (hospitalero). Dit reglement wordt goed zichtbaar opgehangen.

De grootste kans op volle refugio’s hebt u in het hoogseizoen, met name in augustus. Overweegt u de Ruta de Norte te volgen, plan dan uw overnachtingsadressen. Op deze route zijn er te weinig adressen om op de bonnefooi te reizen. Op de site bicigrino.com en ook hier vindt u een overzicht van de albergues op de Ruta del Norte.

Welkomsbord van Thérèze in Miradoux

Bijzondere albergues
Er zijn ook ‘bijzondere’ albergues/refuges. Zoals de refuge van Thérèze in Miradoux, de oosterse refuge in Espalais, de de refugio in de Jésus y Maria-kerk in Pamplona, de ‘Engelse’ refugio Gaucelmo in Rabanal del Camino, bij ‘de nonnen’ (las hermanas Agustinas in de albergue de Peregrinos Parroquia de Santa María) in Carrión de los Condes. In het Franse Cadillac zijn twee slaapplaatsen in het ‘hôpital psychiatrique’. Het zijn nog originele slaapplaatsen voor pelgrims in lang vervlogen tijden. Mogelijk doet het wat spartaans aan. De route ‘Langs oude wegen’ loopt vrij dicht langs Auberge Nos Repos een ‘Nederlands’ pelgrimsonderkomen in Augy sur Aubois, één kilometer links van de weg St. Amand-Montrond naar Sancoins, ter hoogte van Jouy. In het Spaanse monasterio in San Juan de Ortega kunnen liefhebbers genieten van de knoflooksoep die daar elke dag geserveerd wordt. Als herinnering aan hospitalero Don José María Alonso die deze soep jarenlang elke dag maakte. Ook is er een religieuze dienst om 18:00 uur. In Los Arcos staat de albergue Isaac Santiago met Belgische hospitaleros. In Sarria ligt aan de rúa San Lázaro 7 de herberg San Lázaro, van vele zo niet alle gemakken voorzien.

Wat typeert de albergue?
Wat Spaanse albergues en (soms) Franse pelgrimsgîtes bijzonder maakt is verschillend: de sfeer, de gebruiken, het gebouw, de manier waarop pelgrims worden ontvangen, samen zingen en praten, de uitstekende voorzieningen, etc. Indien u deze albergues niet wilt missen dan is het wel even zoeken op internet in reisverslagen van pelgrims. Er is geen limitatieve lijst. Mogelijk dat het Genootschap van St. Jacob meer informatie heeft.

De Engelse herberg Gaucelmo in Rabanal del Camino.

U moet wel gevoelig zijn voor spiritualiteit en open staan voor bijzondere ontmoetingen. Bent u een nuchtere Hollander die alleen fietst voor cultuur en ontspanning, vermijd dan dit soort albergues. U zou er de kriebels van kunnen krijgen. Realiseert u zich ook dat u als fietser een ander type pelgrim bent vergeleken met de wandelaar.

Wandelschoenen staan te luchten....

Wandelschoenen staan te luchten….

Zoals eerder gezegd, de echte pelgrim loopt. En als u zich ook nog als wielrenner gekleed hebt (met reclame op het fietsshirt, strakke fietsbroek, fietsschoenen met clipplaatjes onder de zool etc. Ja hoor, ze zijn er) dan vloekt dat enigszins met de devote, wandelende pelgrim die de spiritualiteit zoekt.

Hieronder de voor- en nadelen van een refugio op een rij.

Voordelen:
1. Zeer goedkoop, maximaal 12 euro maar meestal minder.
2. U ontmoet pelgrims uit letterlijk de hele wereld.
3. U bent onderdak. Een tentje kan bezwijken onder een regenbui.
4. U kunt er eten; zo niet dan weet de hospitalero een goed adres.
5. Uw fiets staat veilig gestald.

Nadelen:
1. Uw privacy is beperkt tot douche en toilet.
2. Om tien uur sluit de poort; om acht uur moet u weg zijn.
3. Gesnurk en geloop tijdens de nacht.
4. Soms niet erg hygiënisch.
5. U slaapt in een stapelbed.

Espalais. Een bijzondere refuge.

Espalais. Een bijzondere refuge.

En pelgrims met een gevoelige neus kunnen zich storen aan de specifieke geur in refugio’s. Veroorzaakt door bezwete pelgrims, dicht op elkaar, hun bagage met gebruikte kleding en hun wandelschoenen die staan te luchten. Maar laat dit alles geen reden zijn om refugio’s te ontwijken. De sfeer is er meestal opperbest.

Een overzicht van albergues op de Camino Francés vindt u hier. Veel albergues zijn in de winter gesloten; het pelgrimsseizoen loopt van april tot en met oktober.

naar de vragen

15. Wie ontmoet ik onderweg?

Dat heeft u grotendeels zelf in de hand. Uiteraard zijn er de onvermijdelijke ontmoetingen met winkelpersoneel, hoteliers, campingbazen, refugiobeheerders, etc.

Nederlandse fietsers onderweg naar Santiago

Maar voor de rest ligt het geheel aan u. Contacten ontstaan veelal niet spontaan, zeker niet als u met een of meer compagnons rijdt. U moet vaak zelf het initiatief nemen. Bijvoorbeeld door onderweg de weg te vragen aan een plaatselijke bewoner. Dat kan al tot een praatje leiden. Maar de meeste mogelijkheden voor contacten zijn in de albergues. Daar komen pelgrims van over de hele wereld samen.
U ontmoet er een toenemend aantal Aziaten die lopen vanuit bijv. le Puy-en-Vallée in Frankrijk. Of Spaanse mountainbikers, Canadese wandelaars, Brazilianen, pelgrims uit Nieuw Zeeland en Australië. En u ontmoet vrijwel zeker enkele Nederlandse en Vlaamse fietsers.
Hieronder enkele gegevens over de herkomst van pelgrims in 2018:

1. Spanjaarden: 44%
2. Italianen: 8%
3. Duitsers: 8%
4. Noord Amerikanen: 6%
5. Portugezen: 4%
6. Fransen: 3%
…..
14. Nederlanders: 1,1%
15. Mexicanen: 1%
Overige landen: 25%

Ook deze verdeling naar nationaliteit is over de jaren heen vrij constant. Ongeveer de helft van alle pelgrims komt uit Spanje. Fransen, Duitsers en Italianen staan altijd bovenin de top 10. De Amerikanen zijn goed vertegenwoordigd maar ze lopen (soms fietsen) meestal enkel het allerlaatste stukje van de route. De meeste Portugezen nemen de Camino Portugués. Nederland lijkt definitief uit de top 10 verdwenen. Net in of net buiten de top 10 vallen Canada, Brazilië, Australië, Engeland, Ierland, Polen en Zuid Korea. Vijftien landen leveren negentig procent van alle pelgrims. De groep ‘overige landen’ is een verzameling pelgrims uit 165 van de ongeveer 200 landen ter wereld. De hele wereld -enkele uitgezonderd, zoals Noord Korea- is vertegenwoordigd.

Opvallend is het grote aantal Zuid-Koreanen op de Camino Francés. In 2014 stond het land met meer dan 4.000 pelgrims in de statistieken bóven Nederland. Een engelstalig artikel noemt deze oorzaken:

  • het boek ‘de Alchemist’ van Coelho, ook populair in Zuid-Korea. En het boek ‘the way to Santiago’ van de Koreaanse schrijfster Kim Hyosun, waarvan meer dan 100.000 exemplaren werden verkocht.
  • er zijn in Zuid-Korea relatief veel katholieken. Paus Franciscus bezocht in 2014 de 6e Aziatische Jongerendag in Seoul.
  • het werk van de Koreaanse journalist Suh Myung-suk. Zij nam het initiatief voor een Koreaanse versie van de Camino in eigen land, de Jeju Olle trail, nadat ze in 2006 de Camino Francés had gelopen.

naar de vragen

16. Waarover moet ik me zorgen maken?

Nergens over, behalve over behoud van gezondheid. Wordt er dan niks gestolen in een refugio of elders? Natuurlijk is niets uit te sluiten. Het risico op diefstal is het grootst als u ergens uw fiets met bagage onbeheerd en niet afgesloten achterlaat. In het pelgrimsbureau van Santiago (waar u uw compostela kunt halen) wordt er expliciet voor gewaarschuwd. Helaas zijn er voorbeelden van gestolen fietsen, compleet met bagage. Ook fietsen die goed afgesloten leken. Of dit risico toeneemt is moeilijk te zeggen, maar feit is dat het er is. Mogelijk een reden om niet met de nieuwste Koga trekkingfiets (de WorldTraveller 29 kost incl. Ortliebtassen en accessoires ruim 2.000 euro) op stap te gaan. U kunt ook gaan fietsen met een goed tweedehands rijwiel van rond de 500 euro.
Mijn ervaring is dat het gewoon mogelijk bleek mijn fiets in dorpen -afgesloten, dat wel- alleen te laten tijdens mijn verkenning van het dorp, met alle bagage erop. Waardepapieren en geld uitgezonderd. Zelfs voor een postkantoor in Logroño, dat aan een drukke straat ligt, stond mijn fiets en bagage een poosje alleen terwijl ik binnen een pakketje verstuurde. Misschien had ik geluk, maar ik heb in blogs van fietsers (tot nu toe) nog niets gelezen over diefstal. Dus maak u niet al te druk.
Voor sommigen is het diefstalrisico echter een reden met z’n tweeën te gaan. Dan kan de een op de fietsen letten als de ander een bezienswaardigheid bezoekt of even boodschappen doet. Maar deze oplossing doet veel afbreuk aan een echte caminobeleving. Gaan lunchen terwijl uw fietsmaat als bewaker buiten zit is niet erg sfeervol.
Er zijn ook pelgrims die aan een bedelaar een of twee euro geven en als tegenprestatie verwachten dat de bedelaar een tijdje als bewaker van fiets en bagage functioneert. Ook het Genootschap van St. Jacob adviseert deze ‘oplossing’. Of het inschakelen van dergelijk personeel in de praktijk ook werkt is me niet bekend. Bovendien, ja er zijn bedelaars in grote steden, maar nee het is niet zo dat je er over struikelt. En ook het aantal ‘hangouderen’ (terminologie geleend van het Genootschap) dat tijdelijk als bewaker kan/wil functioneren is niet overweldigend. Zeker niet tijdens lunchtijd. Persoonlijk nam ik vrijwel dagelijks het risico om mijn fiets afgesloten en vastgeketend achter te laten bij een monasterio, museum of voor een restaurantje. Met alle bagage erop. Uiteraard nam ik geld, paspoort, telefoon en foto/video-toestel mee. Maar meer omdat ik ze nodig had dan uit angst voor diefstal. Er gebeurde niets. Inderdaad, dat is geen garantie.

Weer anderen hebben bedacht om een briefje van 20 euro onder de binnenzool van hun schoen te leggen. Als ze bestolen worden is er nog een klein beetje geld beschikbaar. Bepaal zelf of u dit voorbeeld wilt volgen.
In de regel is er geen reden u zorgen te maken. In albergues heeft iedereen zijn spullen in de buurt van zijn bed liggen. Schoenen staan voor het open raam te luchten. Niemand (nou ja, bijna niemand) die er aan denkt spullen te jatten. Wilt u er echt zeker van zijn dat er niks mis gaat, blijf dan in de buurt als u uw mobieltje ergens hebt ingeplugd om op te laden.

Foncebadón, geen wilde hond te zien

Ook de verhalen over de (wilde) honden die u onderweg aanvallen zijn wat overdreven. Misschien was het vroeger zo maar nu niet meer. Wel kunt u een keffertje achter u aan krijgen als u door een landelijk gebied fietst. Maar dat is niet veel anders dan op het Nederlandse platteland. Wilt u geen enkel risico lopen, neem dan een hondenfluitje mee. Een gewoon fluitje kan handig zijn om (uw compagnon) een fluitsignaal te geven als de afstand te groot is om te roepen.

Pech onderweg
Sommigen maken zich al bij voorbaat zorgen om ‘pech onderweg’ en nemen zelfs een reservebuitenband mee. Natuurlijk is er kans op pech. Maar het kan ook heel goed zijn dat u Santiago bereikt zonder pech. Zelfs geen lekke band. De kans op pech vermindert u door met een fiets die op en top in orde is te vertrekken en door onderweg uw fiets met zorg te behandelen. De kansen op een lekke band zijn mogelijk te beperken met antilekbanden. Maar een lekke band is zo erg nog niet en de kans erop is kleiner dan u zou verwachten. Erger is een slag in het wiel ten gevolge van een of meer gebroken spaken of een smak met uw wiel in een kuil in de weg. Doordat uw fiets zwaar beladen is, is de kans hierop groter dan u mogelijk verwacht. En verder is er kans op het los trillen van schroefjes, moertjes en boutjes. Een kapotte ketting kan u ook overkomen, maar de kans hierop is vrij klein mits u soepel schakelt. Vervanging van versleten remblokjes is geen pech maar voorspelbaar onderhoud, zeker als u de oostelijke route volgt.

Samengevat zijn de -meest reële- pechgevallen:
– lekke binnenband.
– gebroken spaak/spaken.
– slag in het (achter)wiel.
– klapband (binnen- en buitenband).
– kettingbreuk.
– gebroken rem- en/of versnellingskabel(s).

Let op uw gezondheid
Het zorgpunt ‘behoud van gezondheid’ blijft echter altijd actueel. Denk hier niet te licht over. Zorg voor een goede conditie aan de start en voor een goede lichaamsverzorging onderweg. Afgezien van ongelukken (vallen, aanrijdingen) zijn de grootste risico’s een overbelaste knie, verkouden/grieperig worden en uitgeput raken. Dat laatste kunt u vrij gemakkelijk voorkomen door onderweg regelmatig kleine hoeveelheden te eten en wat water te drinken. Wacht niet met eten tot u op een col bent aangekomen, want dat zou wel ‘ns kunnen betekenen dat u de col nooit fietsend bereikt.
En verzorg uw zitvlak goed. U zit dagelijks een uur of zes op de fiets en zeker als het warm is kunnen er schuurplekken op de (vochtige) huid ontstaan. Raadpleeg eventueel een huisarts of een andere deskundige voor een goed advies. Een simpele voorzorgsmaatregel is het dagelijks gebruik van vette (uier)zalf of uiercrème.
Ondanks alle maatregelen kan het u toch overkomen onderweg te ziek te worden om verder te fietsen, bijvoorbeeld door buikgriep of een (lichte) voedselvergiftiging. Als bijna alle energie uit uw lichaam is weggevloeid en er weinig hoop is op snel herstel rest maar een keus: stoppen. Lees hier een verslag van een Vlaamse pelgrim die dit is overkomen.

naar de vragen

17. Moet ik de taal spreken?

Nee, dat is niet nodig, maar ’t is wel erg handig een paar woordjes of zinnetjes te kennen. Want u moet onderweg uw eten kopen en uw overnachting regelen. Handen en voeten werkt natuurlijk ook. u stapt een bakker binnen en u wijst het rozijnenbroodje of de croissants aan. Dat snapt de bakker best. In de supermarkt pakt u wat u wilt en u staat zwijgend aan de kassa. Misschien zegt u nog ‘merci’ of ‘gracias’ als u weggaat.

Echte franse trîpes…..

U kunt ook ‘Bonjour messieurs, deux pain-aux-raisin, s’il vous plaît et un café noir’ zeggen als u ’s morgens voor een ontbijt een Frans café binnen stapt. Of in Spanje: ‘Tiene un desayuno para mí?’
Soms lees je in reisverslagen dat een bushokje wordt gebruikt om te ontbijten. Doe dat niet en geniet van de sfeer in een Frans of Spaans café. Als u denkt dat u er met een beetje Engels ook wel komt, dan heeft u het (meestal) mis. Veel (oudere) Fransen en Spanjaarden die u onderweg ontmoet spreken enkel hun moedertaal. Het moet u dan ook niet verbazen als de bediening in een cafeetje uw creatief geformuleerde bestelling ‘dos breakfasts‘ niet verstaat. En als ze al een paar woorden Engels kennen dan helpt dat vaak ook maar weinig. Net als voor u geldt dat Engels niet hun moedertaal is en dat is (meestal) goed te merken. Engels kan wel helpen in gesprekken met andere pelgrims. Er zijn er die van ver komen en zij spreken vaak wel goed Engels.
Ook enige kennis van de kaart in een brasserie of restaurantje is handig om te weten wat je krijgt als je ‘trîpes’ bestelt. Porc is bijvoorbeeld varken en agneau is lam. Andouilettes zijn worstjes gemaakt van de ingewanden van een varken of een schaap, lekker maar u moet er van houden. Een veilige keus is een escalope de veau (kalfschnitzel) of goedkoper: poulet gran’mère, een lekkere kip. Tête de veau kan ook maar misschien houdt u niet van kalfskop.

Een ‘ración’ Spaanse Ibérico ham is ook erg lekker.

U kunt ook meemaken dat er helemaal geen menukaart is. De ober komt naar u toe en begint op te noemen wat vandaag de mogelijkheden zijn. Meestal kunt u per gang kiezen uit drie mogelijkheden. Dan is het wel handig om te verstaan wat de ober zegt. Of u neemt het verrassingsmenu: lukraak kiezen uit wat de ober opnoemt. Helemaal ideaal zijn de restaurantjes die geen kaart en ook geen keuze hebben. U krijgt wat de pot schaft. Het lijkt misschien wat vreemd, maar het komt voor. Realiseert u zich dat Fransen en Spanjaarden ’s middags vrij vaak in een restaurantje (brasserie of albergue) eten. De Nederlandse gewoonte om brood in een plastic doosje mee van huis te nemen is bij hen niet erg aangeslagen. Dus eten wegwerkers, vertegenwoordigers, bouwvakkers en wie al niet meer ’s middags gewoon in een eenvoudig restaurantje wat de pot die dag schaft. Laat u verrassen!!

Mocht u gewend zijn tijdens de lunch melk (of nog erger karnemelk) te drinken, helaas, dat genoegen moet u een paar weken missen. Fransen en Spanjaarden drinken water bij ’t eten. En meestal wat wijn. U kunt kiezen uit water mét en water zonder koolzuur (agua con/sin gas). Neemt u ook wijn, kies dan een karafje huiswijn. En koffie na. Zowel in Frankrijk als in Spanje zijn er verschillende koffiesoorten met ieder een eigen naam. Bent u liefhebber van een kop(je) zwarte koffie, bestel dan in Frankrijk een ‘(grand) café noir’, en in Spanje een ‘café solo (grande)’. Wilt u melk in de koffie dan bestelt u in Frankrijk ‘café au lait’ en in Spanje ‘café con leche’ (spreek uit: kafee-kon-letsjee). U krijgt dan wel héél veel melk in de koffie. Café americano is de slappe variant van de normale (zwarte) koffie.

Poulet granmere of pollo asado is een veiliger keuze.

Leer wat elementair Spaans
In Spanje zijn enkele Spaanse woordjes erg handig. Zo is een habitación een hotelkamer, een cerveza is een biertje en vino tinto is rode wijn. Pollo asado is altijd lekker. Erg lekker is een glas zuma de naranja, vers geperst sinaasappelsap. Het ontbijt heet in het Spaans ‘desayuno’ en een winkel wordt ‘tienda’ genoemd.
Probeer u te houden aan de Spaanse hoffelijkheidsregels: zeg bij een vraag altijd ‘por favor’. In Nederland is de toevoeging ‘alstublieft’ al jaren verdwenen; in Spanje getuigt het van Hollandse botheid als u ‘por favor’ weglaat. Dus, verdiep u een beetje in de taal en neem een klein taalgidsje mee. Onder meer voor de Spaanse begroetingsregels: Goedemorgen: Buenas dias. Goedemiddag/goedenavond: Buenas tardes. (vanaf ongeveer vier uur) Goedenacht/welterusten: Buenas noches.

Er zijn pelgrims die Spanjaarden ervan betichten stug en onvriendelijk te zijn, vooral als u geen Spaans spreekt. In 2014 schreef een pelgrim: “Spanjaarden ervaren wij doorgaans als stug en als onvriendelijk. Niet alleen in het praten, maar ook in het handelen. Eten wordt bijvoorbeeld op je tafel gekwakt en het wordt absoluut niet gewaardeerd dat je geen Spaans spreekt.” Dat zou zo kunnen zijn. Maar u kunt het ook meemaken in een Nederlandse eetgelegenheid. Mijn ervaring in Spanje is anders, maar ik probeerde wel -hoe onbeholpen ook- om wat Spaans te spreken.
Als u in Galicië bent aangekomen zult u zien dat de taal daar iets afwijkt van het normale Spaans, het Castilliaans. Iets wat ook voorkomt in de omgeving van Barcelona (de taal is daar het Catalaans) en uiteraard in Baskenland waar op borden naast Spaanse ook Baskische teksten staan. Het Galicisch (Galego) is een mix van Spaans en Portugees. Zo staat bijv. de letter ‘x’ in het Galego gelijk aan de letter ‘j’ in het Spaans. Xunta in het Galego is dus junta in het Spaans, een term die de overheid aanduidt.
En Sint Jacob heet er San Xacobeo. Let wat betreft de uitspraak op enkele bijzonderheden: de letter ‘j’ klinkt in het Spaans als de Nederlandse ‘ch’ in het woord ‘chemie’. Een g-klank. En de Spaanse ‘ch’ is weer een ‘tsjee’: Irache is dus geen Iragu maar Iratsje. Zo ook: boe-enas notsjes als uw ‘goedenacht’ (buenas noches) wilt zeggen. De letter ‘v’ klinkt in het Spaans meer als een zachte ‘b’, maar alleen aan het begin van een woord. Als u in Pamplona bent, bent u in ‘Pais Vasco’, Baskenland zeggen wij, Euskara zeggen de Basken. Dus als u een biertje wilt bestellen zeg dan niet in plat Amsterdams ‘oen serfessa, por fafor’, maar ‘oena therbetha, por fabor’.
Een de dubbele ‘l’ is altijd een j-klank. Maar dat weet u al van Sevilla, uit te spreken als Sevieja, alhoewel veel Nederlanders de letter l niet kunnen missen en Sevielja zeggen.
Let ook op waar u de klemtoon legt. Dat is vaak anders dan in het Nederlands. Wij zeggen sAngria, Spanjaarden zeggen sangrIa, met de klemtoon op de i. Hetzelfde geldt voor de groet ‘adios’. Wat een samentrekking is van ‘a Dios’. Waarbij de klemtoon ook op de letter i ligt. Dus: ‘a Díos’, wat zoiets als ‘ga met God’ betekent.
Hoe hinderlijk en verwarrend een verkeerde klemtoon is merkt u als u Nederlandse woorden met een verkeerde klemtoon uitspreekt. Voor meer regels over de uitspraak van Spaanse woorden klik hier.
Tenslotte, let -indien u een blog bijhoudt- op enkele veel gemaakte fouten: Pellegrino of pelegrino: Spaans is ‘peregrino’, Frans is ‘pelerin’. In het italiaans is het woord wel goed: pellegrino betekent daar ‘pelgrim’.
Bon camino is Frans; Buen camino is Spaans en buon cammino (met dubbele m) is Italiaans. Niet Roncevalles, maar op z’n Spaans: Roncesvalles, met een ‘s’. Of in ’t Frans: Roncevaux.

naar de vragen

18. Wat mee te nemen?

Bagage meenemen kan ook zo-1

Naar Santiago met weinig bagage kan!

Zo weinig mogelijk. Voor iedere fietser geldt een basisset, met als onderdelen:

Kaarten en kompas of fietsnavigatiesysteem.
Papieren: credential, ID-bewijs, creditcard, bankpas, zorgpas, euro’s, (mail-)adressenlijst.
Medicijnen: vette (zink)zalf, pijnstillers, diacura, zonnebrand, hoestpastilles, lippencrème, pleisters.
Fiets: stuurtas, voor en achtertassen, regenhoezen, kabelslot, bidons, fietshelm plus evt. een badmuts.

Handig multitool

Gereedschap en reserveonderdelen: bandreparatie, imbussleutels, olie, steeksleutel, schroevendraaier, spakensteller, poetsdoekje, kettingpons, 4 spaken, remblokjes, rem- en derailleurkabels, 2 binnenbanden en enkele schakels, missing link.
Fietskleding: 2 kunststof (fiets)shirts, 2 fietsbroeken (met zeem), paar fietshandschoenen, goede lage outdoor schoenen, naadvrije outdoor kousen (links/rechts), windjack, zonnebril, regenkleding of poncho, reflecterend hesje.
Gewone kleding: lange (afrits)broek, shirt, overhemd korte mouw, 3 x ondergoed, 3 x sokken, bodywarmer, event. paar sandalen.
Toiletartikelen en slaapspullen: zeep, babyshampoo, tandenborstel/pasta, kam, kunststof handdoek, oordopjes/watten, scheermes/zeep, doucheslippers, vochtige doekjes, nagelknipper, papieren zakdoekjes, slaapzak of lakenzak, kussensloop.
Proviand en wat overige spulletjes: water, fruit, koek, ’n klein rugzakje, zakmes, ‘n paar vuilniszakken, fluitje, touw, aansteker, mobieltje/oplader, fotocamera of videocamera/oplader, USB-kabeltje, elastiekjes, flesopener, drinkglas, wasknijpers, aantekenboekje en potlood, event. reservebril, steen, driepoot vouwstoeltje en een taalgidsje Spaans/Frans.

Dubbeldaks koepeltje

Dubbeldaks koepeltje

Kampeerspullen: Indien u (ook) wilt kamperen dan is een beperkte kampeerset nodig: Klein dubbeldaks (koepel)tentje (zonder metalen luifelstokken), slaapmat of een licht luchtbedje, opblaasbaar kussentje, eenpits gasbrander, gasflesje, lucifers, pannetje met deksel en pannenhouder, bord/bestek, houten lepel, afdroogdoek, peper en zout.

Bovenstaand lijstje is op sommige punten een typisch mannenlijstje. Vrouwen moeten het her en der naar eigen inzicht aanpassen. Voor hen geldt dat de gevulde fietstassen tezamen niet zwaarder mogen zijn dan 18 kilo. Voor een enkeling zal 20 kilo nog net haalbaar zijn, maar eigenlijk is het vragen om moeilijkheden onderweg.

Laat zoveel mogelijk thuis
Op andere sites treft u soms een veel langere lijst met te nemen spullen aan. Bijv. op de site van de Vakantiefietser. Het komt me voor dat de lijst op deze site is gericht op langeafstandfietsers die naar bijv. Indonesië fietsen. Gelukkig blijft u gewoon in West-Europa en u kunt dus een heleboel artikelen (waterfilter, badstop, cranktrekker, travellercheques, rekenmachine, condooms, etc) gewoon thuislaten. Of u kunt kijken op de site Inpaklijst.nl. U moet op deze Engelstalige site dan wel een hele reeks vragen beantwoorden met ongeveer hetzelfde resultaat: een veel te lange bagagelijst. Maar ook op andere sites met inpaklijsten (zoekwoord: paklijst fietsvakantie Santaigo) staan overbodige spullen, zoals: twee gevriesdroogde maaltijden, siliconentube met sambal, opvouwbaar wasteiltje, koekenpannetje, pakje speelkaarten, grondzeil, reiswekker, etc.
Ben zeer kritisch op wat u mee wilt nemen en besef dat veel wandelaars met slechts 10 kilo bagage op stap gaan. Inderdaad, zonder fietsgereedschap, maar toch: ‘Less is more’.

Blijf onder de 20 kilo
In het algemeen wordt gesteld dat voor fietsers 20 kilo de bovengrens is. Er zit wat marge op. Telt u drie volle 1-liter bidons mee, dan mag de netto bagage maar 17 kilo zijn. Een regelrechte uitdaging. Houd dus als ’t effe kan 20 kilo als maximum aan voor uw vier fietstassen inclusief bagage.
Er zijn fietsers bij wie het niet lukt om te matigen met de hoeveelheid bagage. Zo ging in 2016 ene pelgrim Eric met -naar eigen zeggen- 32 kilo aan zijn fiets op weg. Zijn eigen netto gewicht naderde de 100 kilo. De fiets kon -wonder boven wonder- deze enorme last dragen, maar de berijder moest in zuid-Frankrijk een berg spullen achterlaten. Hij had ingezien dat het allemaal toch wel een beetje teveel was. Gelukkig redde hij het. Met minder bagage lukte het hem om heen én terug te fietsen.

Ogenschijnlijk wel erg veel bagage…

Gaat u kamperen en kookt u zelf uw avondmaaltje, dan zit u al gauw richting 23 kilo. Het gewicht van de tassen meegerekend. Die 23 kilo is echt wel het maximum. Als u boven de 60 jaar bent, maar ook als u niet kampeert, dan is het verstandiger onder de 20 kg te blijven. Vergeet niet: alles is onderweg te koop, behalve Uw gezondheid.
Aangezien het geen vanzelfsprekendheid blijkt te zijn om uw bagage uitsluitend in fietstassen (of in een aanhangertje) te vervoeren, meld ik dat het vervoeren van bagage in een rugzak geen goed idee is. Een kort ritje met een klein rugzakje met wat boodschappen uitgezonderd.

De meeste bovenstaande zaken spreken voor zich, een paar vergen extra aandacht:

Credential .

Dit document, ook wel pelgrimspaspoort genoemd, voorzien van de nodige stempels is noodzakelijk als u een getuigschrift wilt verkrijgen van het pelgrimsbureau in Santiago de Compostela. Het is ook noodzakelijk indien u wilt overnachten in Spaanse albergues of Franse pelgrimsgîtes.

Pelgrimspaspoort uitgegeven door het Genootschap

Pelgrimspaspoort uitgegeven door het Genootschap, met een eerste stempel

Niet alle albergues vragen erom, maar aantal ruit de meeste wel. Met name de albergues met een katholieke achtergrond. U kunt een credential verkrijgen door lid te worden van het Nederlands (of Vlaams) genootschap van St. Jacob. Maar u kunt er ook een verkrijgen op het pelgrimsbureau in St. Jean-Pied-de-Port, 39 Rue de la Citadelle. Indien u bij vertrek uit Nederland al een credential hebt kan het verzamelen van stempels meteen beginnen. Iedere kerk of abdij zal u een stempel geven en ook op allerlei andere plaatsen (campings, hotels, gemeentehuizen) zijn stempels te verkrijgen. De 56 velden in uw credential krijgt u moeiteloos vol.

Omdat er toeristen zijn die met de auto het traject rijden en her en der stempels verzamelen is men in het pelgrimsburo in Santiago alert op dit misbruik. Vandaar dat zij fietsers adviseren om tijdens de laatste 200 kilometer twéé stempels per dag, voorzien van een datum, te verzamelen. Hiermee voldoet u aan het formele criterium voor fietsers voor het verkrijgen van een compostela. Maar voor vrijwel iedere pelgrim begint het verzamelen van stempels al op dag één. Vanwege de enorme diversiteit in stempels levert het een mooie herinnering aan de fietstocht op.

Stempels zijn overal te krijgen

Op de site van het pelgrimsbureau kunt u lezen dat een officieel credential alleen kan worden uitgegeven door instellingen die erkend zijn door (het bestuur van) de kathedraal in Santiago. Zoals het Nederlands Genootschap van Santiago.

Koopt u elders een credential, zorg er dan voor dat bovenaan op pagina 1 een stempel staat van een organisatie die door het Pelgrimsbureau in Santiago is erkend. Op het voorbeeld hieronder bepaalt het stempel van de ‘Amigos del Camino de Santiago’, een erkende organisatie in Astorga, dat het een geldig pelgrimspaspoort is.

Stempel bepaalt de geldigheid van het pelgrimspaspoort

Stempel bepaalt de geldigheid van het pelgrimspaspoort

Credentials zonder stempel op pagina 1 of met een stempel/tekst van een niet-erkende instelling (dus een ongeldig credential) kunnen een reëel probleem zijn. Onderweg maar zeker aan de balie van het pelgrimsbureau. Uit eigen waarneming weet ik dat aan een pelgrim een stempel werd geweigerd omdat zijn credential ‘illegal’ zou zijn. Tot 2016 was een  ongeldig credential niet zo’n probleem aan de balie van het pelgrimsbureau. Maar sinds 2016 is de controle op de geldigheid van credentials door het pelgrimsbureau in Santiago (bij de aanvraag van een compostela) verscherpt. De tekst op de site van het pelgrimsbureauPlease note that ONLY the credencial issued by the Cathedral of Santiago through the Pilgrims’ Office, or by an organisation specifically authorised, will be accepted.’ waarschuwt voor ongeldige credentials.
De meest eenvoudige manier om een geldig credential te verkrijgen is lid te worden van het Nederlands Genootschap van Santiago. Alternatief: koop een credential op santiagodecompostela.me. Wat complexer maar wel goedkoper: 2 euro 50 (ex. verzending). Pied-à-Terre in Amsterdam verkoopt een ‘Pilgrim Passport’ à euro 8,95. Onduidelijk is van welke Santiago-organisatie er het stempel in staat.
Indien uw credential tegen het einde van de fietstocht volraakt, geen probleem. In veel (laatste) etappeplaatsen kunt u (bijv. in kerken) een Spaans credential kopen (kosten: twee euro) en rustig verder gaan met stempels verzamelen.

De Steen.

Stenen met opschrift onder aan de houten paal

Op de route tussen Astorga en Ponferrada in Spanje ligt op 1505 m. het hoogste punt van de Camino Francés. Het heet Cruz de Ferro, naar het ijzeren kruis dat op een hoge houten paal is bevestigd. De paal zelf staat in een grote berg stenen, die langs de kant van de weg ligt. Behalve een klein kapelletje dat als rommelhok wordt gebruikt, is er verder niks. Maar toch is het een belangrijke plek op de Camino. Vrijwel iedere pelgrim (fietser of voetganger) legt er een object neer of bevestigt iets aan de houten paal. Meest gebruikelijk is er een steen(tje) neer te leggen dat vanuit huis is meegenomen. Over dit ritueel en andere Caminorituelen kunt u hier meer lezen.

Soms is kritiek te lezen op het gedrag van bepaalde pelgrims. Inderdaad, er hangt en ligt van alles aan en bij het Cruz de Ferro. Van teddyberen tot bidprentjes en van roze of gele linten tot de meest onwaarschijnlijke prullaria. Periodiek wordt er opgeschoond. Alhoewel er begrip is op te brengen voor het gedenken van een overledene door een foto van hem of haar aan de paal te bevestigen, geldt alleen een steentje (eventueel met opschrift) deponeren als ‘normaal gedrag’.

Medicijnen.

Het grootste risico dat u onderweg loopt is ziek te worden. Alle andere risico’s vallen daarbij in het niet. Bovendien zijn die risico’s afkoopbaar. Het kan soms lang zoeken zijn naar een fietsenmaker die een nieuw achterwiel kan leveren, maar er is altijd wel een oplossing te regelen. Voor ziek zijn is geen oplossing. U moet de tocht afbreken en naar huis. Het is daarom van groot belang om helemaal fit aan de tocht te beginnen, een goede conditie te hebben en onderweg zorgvuldig op uw gezondheid te letten. Het begint met goede hygiëne en het verzorgen van uw zitvlak.

Schapen op de hete, gortdroge Tierra de Campos

Smeer het elke ochtend in met een ontstekingsremmende zalf (bijv. uierzalf of uiercrème) zodat u geen last krijgt van huidirritaties, infecties of ergere aandoeningen. Met een beschadigd zitvlak is doorrijden op een bepaald moment echt niet meer mogelijk. Draag daarom een goede fietsbroek. Als u vindt dat dergelijke broek u niet staat, trek er dan een gewone broek overheen aan. Smeer ook uw lippen in met lippencrème en uw gezicht, armen en benen met zonnebrand. Zeker als u door de droge en soms zeer hete Spaanse Meseta rijdt. Wees er ook op bedacht dat de overgang van een lange klim naar een lange afdaling een groot temperatuurverschil veroorzaakt. Tijdens de klim bent u warm en bezweet en als u dan zonder maatregelen te nemen kilometers gaat dalen kunt u gemakkelijk keelproblemen of een verkoudheid oplopen. Ook midden in de zomer. Zorg er dus voor dat u een afdaling inzet met een goede bescherming van hals en keel. Trek liefst een dun fietsjack aan om te voorkomen dat u verkouden wordt.

Kilometers lang afdalen na Cruz de Ferro

Haal geen capriolen uit tijdens een afdaling, al is de verleiding nog zo groot om met 70 km per uur of meer naar beneden te rauschen. Eén enkel steentje kan fataal zijn. Nog afgezien van de risico’s die u loopt in bochten. Het is geen Tour de France-parcours zonder tegenliggers. Vergis u ook niet in de krachten die 20 kilo bagage kunnen veroorzaken. Met hoge snelheid op een nat wegdek hebt u die vrijwel niet onder controle. Kortom, ben continue alert op uw gezondheid. Voortijdig moeten afbreken omdat u ziek bent of bent gevallen zal een enorme teleurstelling zijn. Mocht u toch een verkoudheid, griepje of zo oplopen, in elk Frans en Spaans dorp is een pharmacie of farmacia. In deze winkels, die nog het meest op een apotheek lijken, is een keur aan medicijnen te koop. Meestal treft u vakkundig personeel dat u verder kan helpen.

Gevaarlijke afdaling na het Cruz de Ferro

Gevaarlijke afdaling na het Cruz de Ferro

Ter illustratie van wat er kan gebeuren als u in een afdaling uw fiets niet meer onder controle heeft:
“Plotseling, in een bocht en met een vaart van zo’n 60 kilometer, krijg ik door een hobbel en een bobbel in de weg met een zogenaamde speedwobble te maken. Mijn fiets slingert heel heftig van links naar rechts en ik besef dat er iets ongewenst gaat gebeuren. Ik kan echter niet corrigeren. Na even weg geweest te zijn (weet absoluut niet dat en hoe ik gevallen ben) ben ik weer bij de wereld en tref mezelf aan in de berm naast de weg. Een man en vrouw zijn daar en ambulance en politie worden gebeld.” (bron: Fietsverslag Annelies Vorselaars, april 2012).

Gelukkig is betrokkene er zonder al te veel kleerscheuren vanaf gekomen, maar de reis was wel ten einde. Waarschijnlijk is in dit praktijkvoorbeeld sprake geweest van ‘shimmy’. Shimmy is het verschijnsel dat de fiets in een afdaling plotseling gaat zwabberen en moeilijk weer onder controle is te krijgen. Lees meer op de site 100 Cols-tocht. Indien er onderweg iets mocht gebeuren waardoor de tocht afgebroken moet worden, een telefoontje met Soetens (+31653713539) is genoeg om te regelen dat uw fiets thuiskomt. U eigen terugreis wordt hopelijk door anderen voor U geregeld.

St. Bonnet-Briance: een bron met schoon drinkwater

Drink veel water als het heet is. Zorg ervoor altijd tenminste twee bidons voor het grijpen te hebben. Is er een leeg? Vullen. Het liefst bij een café of kroeg. Elke kroegbaas geeft u graag een bidon koud water uit de tap. Als dat niet kan, water tappen uit de bronnen (fuentes in Spanje) langs de weg. Gebruik geen plastic bidons, maar de duurdere, gemaakt van metaal. Plastic geeft een vieze smaak aan het water, zeker als het warm is.

Proviand.

Het dagritme is eten en fietsen, en weer eten en fietsen. Afgewisseld met drinken. Zorg er dus voor altijd eten en drinken voor het grijpen te hebben. Gewoon een eenvoudige plastic zak achterop onder de snelbinders met daarin wat koeken of stokbrood, bananen en appels. Ook een stuk droge worst is prima voor onderweg. Of een stukje stevige kaas: tomme de savoie (koe) of petit brebis (schaap). En in Spanje een stukje manchego (schapenkaas). Houd een paar droge mueslikoekjes (of vergelijkbaar) achter de hand voor het geval u de man met de hamer tegenkomt. Elke bakkerij onderweg verkoopt verschillende soorten koek en croissants.

krentenbrood

Goede keuzes zijn: rozijnenkoek (Frans: pain-aux-raisin) of een croissant met chocolade: Pain chocolat (in het Spaans een napolitana). Aanwijzen wat u wilt kopen kan natuurlijk ook. Drie bananen bestelt U in ’t Spaans met: ‘tres plátanos (‘bananas’ verstaan ze ook), por favor’. De beste drank is gewoon water. Energy drankjes kunnen ook maar die zijn meestal smerig zoet. Gewoon water dus. Wilt u geen risico lopen, vul dan elke ochtend twee of drie bidons met flessenwater. Maar ook kraanwater is prima. Ben wel voorzichtig met water uit bronnen die u onderweg aantreft. Neem ’t nooit als de tekst ‘agua potable’ ontbreekt.

Fietskleding.

Het belangrijkste kledingstuk is een goede fietsbroek. Dus met een kunststof zeem in het kruis. Deze zeem vangt (transpiratie)vocht op en dient ook als stootkussen tussen uw zadel en uw lichaam. Er zijn uitvoeringen voor dames resp. heren. De kwaliteit van de zeem (materiaal en bevestiging, de afwerking van de naden) is bepalend voor het fietsgemak. Goedkoop (Aldi of Lidl) duidt niet per se op inferieure kwaliteit. Uw shirts moeten gemakkelijk zitten en snel drogen. Lange mouwen zijn in de periode mei-september niet nodig indien u een windjack meeneemt. Outdoorschoenen (bijv. Gore-Tex) zijn meer geschikt dan gewone lage schoenen of gympen. Voor regenkleding is er de keuze tussen een poncho en een regenjack plus regenbroek. Een poncho beschermt minder, maar als u lange tijd een regenjack en regenbroek draagt bent u van binnen net zo nat als van buiten. Om uw schoenen (en uw voeten) tegen de regen te beschermen kunt u plastic overtrekhoezen meenemen. Maar fietsen met deze hoezen om uw schoenen is lastiger en kan dus gevaarlijker zijn. Bij (veel) koude regen kan het een idee zijn een badmuts onder uw helm te dragen. Dit voorkomt dat uw hoofdhuid niet alleen erg nat maar vooral ook erg koud wordt.
Persoonlijk ben ik erg terughoudend in het gebruik van regenkleding. Een regenjack is prima, maar een regenbroek en overschoenen zijn niet per se nodig. Zo erg is het ook weer niet als uw fietsbroek, uw benen en uw outdoorschoenen nat worden. Het droogt allemaal (meestal) weer snel. Natuurlijk niet als het dagen achtereen regent, maar laten we daar maar niet van uitgaan. Fietsen met een reflecterend vestje is in Frankrijk bij slecht zicht (regen, mist, schemering) verplicht.

Reparatiespullen en reserve-onderdelen.

Niet met deze fiets op stap gaan.

Niet met deze fiets op stap gaan.

Let extra op het meenemen van reparatiespullen en onderdelen. Maak een onderscheid tussen ‘noodzakelijk’ en ‘misschien handig’. Noodzakelijk zijn: bandenreparatie, remblokjes, rem- en versnellingskabels, (nood)spaken en gereedschap om banden af te nemen, remblokjes te monteren en kabels of spaken te vervangen. En een flesje olie en een poetsdoekje voor het onderhoud van de ketting.

Materiaal om een gebroken ketting te repareren en een extra binnenband zijn het begin van de categorie ‘misschien handig’. Alles wat u meer meeneemt is vooral een belasting. Een steeksleutelset, ringsleutels, torxsleutel, cranktrekker, zadelspanner, etc. is veel ijzer en dus veel gewicht. Niet doen. Neem het risico, tenzij uw fiets een barrel is die beter gesloopt kan worden. Een buitenband is vooral onhandig om mee te nemen. Het ding laat zich lastig opvouwen.

Roncesvalles. Pelgrims slapen dichtbij elkaar.

Roncesvalles. Pelgrims slapen dichtbij elkaar.

Oordopjes.

Oordopjes neemt u mee om te voorkomen dat u ’s nachts geen oog dicht doet in een refugio. Vrijwel altijd liggen daar een of meer notoire snurkers. En als u daarvoor gevoelig bent duurt een nacht zonder oordopjes (of watten) wel erg lang.

Creditcard.

Indien u al een creditcard heeft dan neemt u die uiteraard mee. Indien U geen creditcard heeft kunt u overwegen er een aan te schaffen. Per se nodig is het niet maar het is wel erg handig. Betalingen in hotels, restaurants, de supermarkt en musea kunnen vrijwel altijd via de creditcard verlopen. U hoeft weinig cash op zak te hebben en ook een bezoek aan een geldautomaat is een zeldzaamheid. Als u onderweg uw terugreis per vliegtuig wilt boeken is een creditcard zonder meer noodzakelijk. Mocht u nog overwegen travellercheques mee te nemen, dat is niet nodig. In Frankrijk en Spanje (en in nagenoeg de hele wereld) staan geldautomaten. Met een bankpas (en een creditcard als back-up) kunt u vrijwel elk dorp geld opnemen. Ook pinbetalingen in winkels worden in de SEPA-zone meer en meer algemeen.

Kompas.

Kompas

Voor wie met een GPS op de fiets stapt is een kompas mogelijk niet nodig. Voor alle anderen wel. Ondanks de onvolprezen routeboekjes van Sweerman kunt u in ’n situatie komen niet te weten waar u bent. En als er dan geen zon zichtbaar is, is het gokken welke kant op. Een kompas brengt uitkomst in die zin dat u weet waar de windstreken liggen. En dan kunt u een bewuste keuze maken naar het westen of naar het zuiden te rijden.

Fietshelm.

In Spanje is een fietshelm buiten de bebouwde kom officieel verplicht. Niet dat er zichtbaar op gecontroleerd wordt, maar toch. U kunt een bekeuring (150 euro) krijgen van de Guardia Civil als de agent zijn dag niet heeft. Een fietshelm is vooral veiligheid. Een botsing of een val zijn niet uitgesloten en het is daarom verstandig altijd een helm te dragen. Als het niet te warm is, is dat ook geen enkel probleem. U ziet er wat koddig uit maar daar heeft uzelf het minste last van.

Babyshampoo.

Wat moet u onderweg met babyshampoo? Kleren wassen! Het spul is een uitstekend wasmiddel en aangezien u uw kleren moét wassen onderweg is het handig een flacon mee te nemen. Anders bent u te afhankelijk van wasgelegenheden op campings en refugio’s. Die zijn er wel, maar niet in ruime mate. En verder is babyshampoo ook gewoon bruikbaar om uw haren te wassen.

Klein rugzakje.

Fusilli op een-pitsbrander

Fusilli op een-pitsbrander

Zeker als u gaat kamperen en regelmatig zelf uw avondeten kookt, kan een klein rugzakje handig zijn. Het weegt bijna niks en komt goed van pas om de boodschappen in te doen die u in de plaatselijke supermarkt of onderweg gekocht hebt. Het is best lekker om ’s avonds voor uw tentje of op een overnachtingsadres een flesje wijn met een nootje of kaasje erbij soldaat te maken.

Aanvullend kunt u denken aan: petje met nekbescherming (tegen felle zon), fleecetrui, pyama, zwemkleding, kampeerkaart, extra kampeerspullen (binnenslaapzak, grondzeil, etc.), extra etenswaren (pindakaas, suiker, rijst, boter, etc.), extra kookspullen (extra gasflesje, windscherm, bakolie, koekenpan, etc.), reservebatterijen en naaigerei. Maar weest gewaarschuwd: Elke kilo moet over elke heuvel gesleurd worden. En alles -zelfs pindakaas- is in Frankrijk of Spanje te koop.

naar de vragen

19. Eten onderweg?

Stokbroden achterop. Voorop mijn mascotte

De dag begint met een goed ontbijt. In een hotel of chambre d’hôte is dat uiteraard geregeld. Wel een Frans ontbijtje, dus stelt u er zich niet teveel van voor. Geldt ook voor Spanje. Het is dus verstandig vrij snel na vertrek ergens een café binnen te stappen en een of twee koffie te nemen plus een paar croissants of ander spul dat op de toog staat. Koop dan meteen wat voor onderweg en u kunt op stap. Een goed ontbijt lijkt logisch tot u merkt dat u ’s ochtends geen hap door uw keel krijgt. U wilt eten maar u kunt het nauwelijks. Alles stokt. Niet dat dit iedereen gebeurt, maar het kan voorkomen. Doorzetten en toch wat naar binnen proppen is de enige oplossing.

Italiaanse pelgrims zetten een potje espresso

Los van de appels, bananen en koeken onderweg is het tussen twaalf en twee tijd voor de lunch. Dat kan door ergens langs de weg te picknicken: stokbrood met kaas of droge worst. Sommigen nemen voor deze gelegenheid een kleine brander mee en zetten een potje koffie. U kunt ook lunchen in een Franse brasserie. Een frisse salade is altijd lekker. ’s Avonds een eenvoudig avondeten (vanaf half acht) op een Frans terras is niet te versmaden. Drink overdag niet of nauwelijks wijn of bier.

Een ración morcilla de Burgos (Spaanse bloedworst)

In Spanje is de lunch ook prima. Ook daar zijn prima salades te krijgen. En uiteraard tapas. Heerlijke kleine gerechtjes, warm of koud. Zo rond half vijf heeft u de meeste keuze. Vaak is het de bedoeling dat u er zelf een paar pakt. Bewaar de stokjes. Dan weet de ober wat u genomen heeft. Handig bij het afrekenen. Bestelt u een ración dan krijgt u een grotere portie. Erg lekker is echte spaanse ham (de allerlekkerste heet: jamón ibérico bellota). De liefhebbers kunnen in Burgos (en omgeving) genieten van een ración morcilla de burgos. Of u neemt een bocadillo. Een stuk stokbrood met een of ander beleg erop. Ei (tortilla), kaas (queso), ham (jamón) of tonijn (tuna).

Realiseert u zich wel dat net als in Italië het middagmaal (pranzo in Italië en comida in Spanje) veruit de belangrijkste maaltijd van de dag is. Het ontbijt stelt niks voor (koffie met zoete koek) en het cena is een late lichte avondmaaltijd. Met tussen het comida en het cena nog tijd voor een paar tapas. Daarom duurt een echte Spaanse ‘lunch’ ook lang. Anderhalf tot twee uur is heel normaal. Dat betekent niet dat u zich hieraan geheel moet aanpassen, maar enige kennis over de eetcultuur is wel handig om te begrijpen wat u meemaakt en om onaangename verrassingen te voorkomen.

Menu del Dia voor 9 euro!

Voor het avondeten (cena) gelden in Spanje Spaanse regels. Voor 9 uur ’s avonds zijn alle restaurants dicht. Men begint gewoonlijk pas om half tien. Om tien uur, half elf met de hele familie binnenkomen is de normaalste zaak van de wereld. Gelukkig geldt voor pelgrims een uitzondering: vanaf 7 of 8 uur ’s avonds is een aantal restaurants open voor pelgrims die het ‘menú del dia’ (ook wel menú del peregrino genoemd) wensen. Een prima keuze. Zeker aan te raden. Voor max. € 12 euro een drie gangen diner met een fles huiswijn. Het serveren van de maaltijd gebeurt veelal in een aparte ruimte, de ‘comedor’, afgeleid van het woord ‘comer’ dat ‘eten’ betekent.

Pelgrimsmenu
Gezien de soms te hoge verwachtingen van een pelgrimsmenu (in sommige reisverslagen is kritiek te lezen) een korte introductie. Normaliter is het in de meeste Spaanse restaurants verkrijgbaar tussen 13:00 en 15:00 en tussen 19:00 (soms 20:00) en 21:00 uur. Men heeft drie gangen: voorgerecht, hoofdgerecht en toetje. Met een fles (3/4 liter) eenvoudige huiswijn. Die is voor twee personen bedoeld. Bent u alleen, drink dan dus niet de hele fles op. En water. Gewoon kraanwater, geen Perrier. Het toetje is een klein bolletje ijs, een cupje yoghurt of een eenvoudig crème brûlée-achtig puddinkje, flan geheten.

Merluza (Heek)

Het voorgerecht is een eenvoudige salade of een stukje paté met wat hompen brood. Het hoofdgerecht is uiteraard ook eenvoudig: kip met friet (patat), vis met friet of gekookte aardappels. Soms rijst. Groenten zitten er meestal niet of nauwelijks bij. Dat is algemeen in Spanje (en Italië). In een gunstig geval krijgt u een varkenslapje als hoofdgerecht. Als u vis krijgt is er kans op heek (merluza). Dit is een goedkope rondvis van een meter (of meer) lang. U krijgt een moot. Wat vrijwel nooit bij een pelgrimsmenu zit is koffie na en/of een kaasplankje.

Voor als U een keer geen pelgrimsmenu wilt.

Als U wilt kunnen kiezen uit een groter en luxer aanbod, dan wijkt U uit naar de gewone openingstijden van een restaurant. Na negen uur ’s avonds zijn ze open. Indien u overnacht in een alberge dan is het wel opschieten geblazen. Om tien uur moet u (veelal) binnen zijn. Vanwege de vereiste haast kunt u een paella nemen, maar dat is in de binnenlanden van Spanje een wat minder voor de hand liggende keuze. Eén enkele onfrisse mossel kan u een (lichte) voedselvergiftiging opleveren en dat is -zo weet ik uit ervaring- niet leuk. Neem een paella als u aan zee (bijv. in San Sebastian) bent.

Een kop lekkere caldo verde

In Galicië aangekomen, bijvoorbeeld in O’Cebreiro, kunt u genieten van een kop of bord caldo verde, vrij vertaald: ‘groen en warm’. Dit is een voedzame soep gemaakt van (o.a.) aardappels, uien, koolbladeren en een klein beetje vlees of worst. Het is de nationale soep van Portugal. ’t Smaakt prima na een lange klim. De koolplanten (couve galego) lijken op boerenkool maar ze hebben vrij gladde bladeren. U ziet ze veelvuldig op het platteland van Galicië. Daarom heet deze soep in Galicië ook wel ‘caldo Galego.’

naar de vragen

20. Aan welke eisen moet de fiets voldoen?

Mijn kennis van het object ‘fiets’ is beperkt. Degenen die op zoek zijn naar een doorwrocht betoog over alle technische aspecten van ‘de fiets’ moet ik helaas teleurstellen. Ik schrijf dit omdat er -zo lijkt het- een vrij grote groep fietsers naar Santiago gaat voor wie hun fiets een vrij dominant aspect van de tocht is. Merken, materialen en onderdelen zoals stuur, rem, banden, versnelling en de nieuwste technische snufjes worden op sommige blogs uitputtend beschreven. Prima, maar daar ligt mijn interesse (en kennis) niet. Ik fietste op een tweedehands Batavus die ik tijdelijk van een van mijn zonen had geleend. Die fiets is me uitstekend bevallen.

Spaanse mountainbiker

Om enige focus aan te brengen onderscheid ik grofweg vier type fietsers naar Santiago:

1. De mountainbikers. Tot deze groep behoren veel Spaanse fietsers die ergens in Spanje beginnen.

2. De ‘wielrenner’. Nederlandse en Vlaamse fietsers, vaak lid van een wielerclub, die in vol ornaat een prestatie gaan neerzetten. Ze rijden in kleurige fietsshirts vol met reclame, fietsschoenen die met clips die vastzitten aan de trappers en vaak met vrij weinig bagage. Het thuisfront regelt terwijl ‘de mannen’ onderweg zijn elke dag de overnachting. Soms rijdt het thuisfront in een volgwagen mee.

3. De langeafstandfietser. Mensen die graag met de fiets door Europa trekken en de tocht zien als een wat lange, sportieve vakantie.

4. De fietsende pelgrim. Mensen, religieus of cultureel geïnspireerd, die proberen dicht bij de ervaringen van de middeleeuwse pelgrim te komen. Ze overnachten vaak in refugio’s en pelgrimsgîtes.

De wielrenner gaat voor de prestatie

Van de eerste drie groepen neem ik aan dat zij al ‘alles’ over ‘de beste fiets’ weten.
De tekst hieronder is van toepassing op de hiervoor genoemde groep vier, voor wie ‘de fiets’ een belangrijk maar geen dominant aspect van de voorbereiding is.
Voor hen geldt dat de fiets vooral een stevige fiets moet zijn. Maar ook weer niet te zwaar (meer dan 17/18 kg) door bijv. een verende voorvork. Of met een zwaar frame van staal. Wel ‘moet’ de fiets tenminste 24 versnellingen hebben. Drie tandwielen voor en acht achter. Alle schroefjes en moertjes goed aangedraaid. Een nieuwe ketting en nieuwe banden, tenzij hetgeen er op ligt nog in uitstekende staat is. De banden op maximale spanning. En verse remblokjes van goede kwaliteit. Trommelremmen en de zogeheten ‘rollerbrakes’ worden afgeraden omdat die te warm kunnen worden tijdens lange afdalingen en vanwege de belasting van de spaken bij het remmen. Ook schijfremmen worden veelal afgeraden. De beste keus zijn hydraulische velgremmen, maar ook V-brakes zijn prima. Beide zijn velgremmen met remblokjes. Zie ook deze site.

Frame
Ook de stijfheid van het frame is belangrijk. Hoe hoger de torsiestijfheid is hoe beter, want dan blijven voor- en achterwiel in lijn onder hoge belasting, bijv. tijdens een lange afdaling. Bij een slap frame kan uw fiets gaan zwabberen en is er kans op ‘shimmyen‘ bij hoge snelheden. Het frame gaat trillen en uw zwaarbeladen fiets wordt onbestuurbaar. Het enige wat u tijdens een shimmy kunt doen is uw stuur stevig vasthouden en remmen. Maar het kan ook te laat zijn en dan gaat u met fiets en al onderuit. In zulke gevallen kan een fietshelm levensreddend zijn. De remmen, banden en ketting krijgen het zwaar te verduren. Neemt u de oostelijke route, dan is het vrijwel zeker dat u onderweg de remblokjes moet vernieuwen. Zorg er ook voor dat de spaken goed zijn afgesteld. Op de juiste spanning. Wees onderweg beducht op kuilen en gaten. Eén smak met uw achterwiel in een kuil kan u een slag in het wiel bezorgen.
Ben dus vooral altijd voorzichtig met uw fiets. Het hoeft ook geen nieuwe fiets te zijn. Misschien wel liever niet. Een fiets van een van de bekende merken die een paar jaar oud is kan heel prima. Bovendien, nieuwe en dure fietsen zijn -logisch- diefstalgevoeliger dan een ouder en zichtbaar gebruikt exemplaar.

Zadel
Het belangrijkste onderdeel is het zadel. Een goed zadel (van leer) heeft zich na flink wat trainingsritten naar uw vormen gezet en zit dan als gegoten. Zorg dat de hoogte en de afstand tot het stuur door een vakman goed is afgesteld. Raadpleeg deze site of klik hier. Voor ‘technische en tactische tips’ betreffende het fietsen kunt u ‘Het grote fietsvakantieboek’ raadplegen. Een verwijzing zonder waardeoordeel, beslis zelf op basis van het internetinkijkexemplaar.

Gewoon stuur met spiegel en kaart

Stuur
Over het stuur doen verschillende verhalen de rondte. Sommigen zweren bij een ossenkop of vlinderstuur, anderen kunnen met een gewoon stuur uit de voeten. Ook hier geldt: het draait om de juiste afstelling en de mogelijkheid om te variëren in houding. Mogelijk krijgt u last van tintelingen in uw vingers. Dat duidt op een slechte bloedsomloop en/of een afgeklemde zenuw. Probeer een andere houding. Verder is het verstandig een spiegel te monteren. Die geeft u de mogelijkheid te zien wat er achter u gebeurt en voorbereid te zijn op achterop komend verkeer. Ook een reflecterend hesje kan nuttig zijn op wegen met veel verkeer, bijv. de N120 in Spanje.

Trotse bezitter van een Santosfiets is net aangekomen in Santiago.

Trekkingfiets
In de wereld van de trekking- of toerfietsen treft u een scala aan mogelijkheden. Van de sportieve Batavus of Gazelle (rond de 1.000 euro) via de blitse handgemaakte modellen van Koga (tegen de 2.000 euro) tot de exclusieve Santos fietsen, waarbij zelfs de prijs maatwerk is en u nog net niet de monteur krijgt meegeleverd. En ik las ook nog ergens dat Idworx fietsen ‘prima trekkingbikes’ zijn. Nou, dat mag ook wel als je voor bepaalde modellen ruim 6.000 euro neer moet tellen. De gewone modellen kosten ‘slechts’ rond de 4.000 euro. Bent u op zoek naar een lichtgewicht (max. 15 kg) trekkingfiets, dan kan een fiets van het Duitse merk Stevens een optie zijn. Een review van de Koga World Traveller 29 staat hier. Klik voor een review van de Santos Travelmaster hier.

Mocht u een nieuwe fiets willen kopen, kies dan de juiste framemaat. Wilt u alles weten over de meest recente inzichten over framemaat, stuur- en zadelafstelling en andere wetenswaardigheden over de maten van Uw fiets, lees dan dit artikel.

Tweedehands Batavus Jakima, die het twee keer uitstekend ‘heeft gedaan’.

Maar u kunt natuurlijk ook gewoon in uw fietsenhok gaan kijken wat daar nog staat. Of bij de plaatselijke fietsenmaker een goede tweedehands voor 500 euro op de kop tikken. Want hoe u het ook wendt of keert: U gaat de uitdaging aan. Een goede fiets helpt uiteraard, maar dat is niet waar het echt om draait. Laat u niet op extra hoge kosten jagen; de reis zelf is al duur genoeg. Maar het is natuurlijk wel een uitgelezen smoes om een mooie nieuwe fiets te kunnen/mogen kopen.

Rohloffnaaf

Rohloffnaaf

Neem geen high-tech fiets
Een andere reden om niet met een high-tech fiets aan de tocht te beginnen is het risico dat u bij pech wel een fietsenmaker kunt vinden (soms na lang zoeken en veel ‘gedoe’) maar dat de goede man u niet -direct- kan helpen wegens gebrek aan de juiste onderdelen, bijv. een nieuwe krans voor in een rohloffnaaf. Een enigszins traditionele fiets met kabels en derailleur is ook hierom zo gek nog niet, en goedkoper. Tenzij u met uw fiets in totaal meer dan 60.000 km wilt gaan fietsen.

Gebroken naafspanner

Gebroken krans van een Rohloffnaaf

En als u denkt dat u met bijv. een Koga-fiets geen vette pech kunt krijgen dan heeft u het mis. Maar een mooie Santos met rohloffnaaf en riemaandrijving trekt onderweg zeker veel bekijks.

Ligfiets
Ik heb de ligfiets bewust buiten beschouwing gelaten. Primair omdat ik daar geen ervaring mee heb en bovendien, ligfietsers lijken een aparte categorie. Ze schijnen zich te willen afzetten tegen de gewone fietser die zij een ‘bukfietser’ noemen. Tenminste zo wordt er over geschreven op dit forum en zo vernam ik van een ligfietser op een Franse camping. Bukfietsers (het woord doet me aan ‘dreuzels’ denken) zien niets van hun omgeving, want ze liggen gebukt over hun stuur naar hun voorwiel te staren. Ligfietsers zien daarentegen alles. Vreemd. Hoe het ook zij, neem een fiets die u goed past, die robuust is en die lekker zit.
Er zijn ook pelgrims die de tocht per tandem maken. Lees de blog van het tandemstel Addie en Annie.

Naar Santiago met tandem en aanhanger

Naar Santiago met tandem en aanhanger

Fietstassen
De tassen aan uw fiets zijn er in twee categorieën: de waterdichte en de tassen die gaan lekken als er regen op valt. U kunt de tassen die niet waterdicht zijn, afdekken met een hoes. Let op: als die hoes spatwaterdicht is weet u meteen hoe laat het is. Spatwaterdicht moet u letterlijk nemen: bij een regenbui gaat u nat.

Professioneel bepakte fiets, waterdicht!

Letterlijk en figuurlijk. Punt is dat waterdichte tassen zwaarder en duurder zijn dan gewone fietstassen. U kunt de tassen behoeden voor doorlekken door er zelf een plastic hoes (vuilniszak bijv.) overheen te doen. Vuilniszakken zijn sowieso handig als u een tentje mee neemt. Er kan veel in en zorgvuldig afgesloten zijn ze goed waterdicht.
Een goed alternatief voor vuilniszakken zijn de zogenaamde ‘puinzakken’ (bouwzakken). Deze zakken zijn wel wat kleiner, maar gaan niet zo snel kapot. Ze kunnen ook dienen als binnenvoering van uw fietstassen zodat mogelijke inslag van regen geen onaangename gevolgen heeft.

Inpakstrategie
Het inpakken van de tassen is een verhaal apart. Er zijn verschillende strategieën. Soort-bij-soort (1), Links en rechts evenveel gewicht (2), Naar gebruiksfrequentie (3), Naar waarde (4).

1. Soort-bij-soort. Dat betekent: kleren in de klerentas, slapen en koken in de verblijfstas, reparatie-onderdelen en gereedschap in de fietstas, etc.

2. Links en rechts evenveel gewicht. Dit dient het doel om veilig te fietsen. Als het gewicht tussen links en rechts veel verschilt, kan dat problemen opleveren bij het fietsen. Het kan leiden tot gevaarlijk slingeren bij een afdaling of omvallen bij stilstand.

3. Naar gebruiksfrequentie. Spullen die u vaak nodig hebt zitten bovenin, bij elkaar of in een aparte tas. Andere spullen (pechmateriaal, regenponcho etc.) zitten onderin of in een specifieke tas. Bijvoorbeeld een van de twee tassen aan het voorwiel.

4. Naar waarde. Waardevolle spullen zitten op een plek die minder vatbaar is voor diefstal.

Welke keuze u ook maakt, kies voor een vaste manier van inpakken. Dat helpt indien u midden in de nacht op zoek bent naar een maagzuurremmer. Een verantwoorde verdeling van het gewicht is ook van belang, maar dat regelt zich meestal zelf. Mijn voorkeur heeft soort-bij-soort. In een beweging haal je de tas met kleren en toiletspullen van de fiets. Handig voor een overnachting in een refugio of hotel.

Linksvoor: regenjack, kookgerei, handdoek. Rechtsvoor: regenbroek, gasbrander, reserveonderdelen. Linksachter: kleding. Rechtsachter: tentje, slaapzak, luchtbed. Stuurtas: camera, telefoon en papieren. Achterop: fietspompje, tas met etenswaar en rugzakje met kleine spullen, bijv medicijnen .

Bovenstaande fiets heeft goedkope Fastridertassen. De hoes is spatwaterdicht en de tassen lekken dus door bij (veel) regen. Als remedie had ik plastic overtrekhoezen gemaakt -met uitsparingen voor de ophanghaken- die ik er bij (dreigende) regen overheen deed. Het ging allemaal goed, maar wie geen risico’s wil lopen gebruikt waterdichte tassen van Ortlieb. Het kost een paar centen (vier nieuwe Ortliebtassen: 250 euro) maar dan heb je ook wat. In ieder geval niet het chagrijn van een doorweekte bagage.

Een alternatief voor de vier fietstassen is een fietskar. Een vehikel op twee wielen dat achter aan de fiets is bevestigd. Je ziet het niet vaak -nog minder dan ligfietsen- dus of ’t handig is, is nog even de vraag.

Geen toeclips gebruiken
Mocht u overwegen uw fietsschoenen met plaatjes vast te klikken aan de trappers, niet doen. Als u het niet gewend bent is het levensgevaarlijk. En om beter door de bergen te kunnen fietsen is het nauwelijks interessant. Zoveel zware klimpartijen komt u niet tegen. Wel moet u er op bedacht zijn dat bij regen uw schoenen van de pedalen kunnen glijden. Dat kan lastig zijn, maar ook dit is geen reden uw schoenen aan de pedalen vast te klikken indien u dat niet gewend bent. Een pelgrim schreef in 2016: ‘Deze morgen vroeg wakker geworden met pijn in linkerknie. Vermoedelijk van vallen gisteren. Bij willen plukken van bloemen te kort terug gedraaid met fiets en niet tijdig uit klikpedaal geraakt. Direct ingesmeerd met voltarengel. Nu maar zien wat de dag brengt ‘.

De fietsenmaker vervangt remblokjes

Fietsenmakers
In principe kunt u zelf uw fiets repareren en onderhouden (oefen zo nodig op handelingen die u niet zo vaak uitvoert), maar er zijn ook fietsenmakers die u onderweg uitstekend kunnen helpen. Het Genootschap had een A4-tje met namen en adressen, maar deze lijst wordt niet meer bijgehouden. Daarom verwijst het Genootschap nu naar de Sweermanboekjes. Jammer dat men dergelijke service niet kan handhaven.

Hieronder een kort lijstje met Spaanse fietsenmakers (talleres de bicicletas) van de site bicigrino.com.

– Pamplona: InterSport Irabia, Straat Benjamin van Tudela.
– Logroño: Vini Vidi Bici, Paseo Sáenz Francisco Porres 1.
– Najera: Cycles Baths, Calle Los Alamos 11
– Sto zondag: Cycles Estenaga, Straat Sor Maria de Leiva 12.
– Burgos: Beweging, Calle Vicente Aleixandre 15
– Carrion: Talleres Juanito, Straat Las Cercas 1.
– Sahagun G. Redondo, Flora Straat Florez 18.
– Mansilla: Delesla CB, Straat Mesones 27.
– Leon: Cycles Blanco, luitenant Andres Gonzalez 1.
– Astorga: Fietsen voor Roberto Plaza Obispo Alcolea 14
– Ponferrada: Inertia Xtreme, Avenida de la Libertad 4.
– Villafranca: Motorfietsen Urban, Straat Puente Nuevo 2
– Sarria: Two Wheels, Galicia plein 41.
– Melide Fietsen L. Rua, Avenida de Lugo 14
– Arzúa: Commercial Lamas, Straat Lugo 131 baixo.
– Santiago: Oliveira, 83 Straat Sanchez Freire.

Spaanse fietsenmaker

Meestal heeft de fietsenmaker zijn zaken beter op orde.

Het is verstandig ‘zelf doen’ te beperken tot echte noodgevallen zoals het vervangen van een lekke band of eenvoudig onderhoud zoals het reinigen van uw ketting. Voor zaken als het vervangen van een gebroken spaak of versleten remblokjes kunt u toch beter even langs de fietsenmaker gaan. Het mooie van Spanje is dat vrijwel alle winkels tot acht uur ’s avonds open zijn, behalve op maandagen, want dan zijn veel winkels de hele dag dicht. Tip: het vervangen van een lekke band is veel gemakkelijker dan het onderweg plakken van de kapotte band. Neem de lekke band mee en plak ‘m als u op uw overnachtingsplek bent aangekomen. En dan is er nog de vraag hoe u ongemakken tijdens het fietsen voorkomt. Over de verzorging van uw billen is al het nodige gezegd. Resteren de vragen ‘wat is een goede fietshouding?’ en ‘hoe voorkom ik zadelpijn?’. Die vragen hebben met elkaar te maken.

Een goede fietshouding.

Fietshouding
De 30-graden fietshouding is ‘het beste’ voor trekking- of toerfietsen. Een goede fietshouding voorkomt zadelpijn. Tenminste als u een goede fietsbroek draagt, gewoon over de blote huid. Dat is een must. Daarnaast is een goed zadel essentieel om zadelpijn te voorkomen. Het voert te ver om alle theorieën hierover omstandig uit te leggen. Er zijn verschillende ‘zadelpijnsites‘. Maar het beste lijkt me om een goede rijwielhandel (fietsenmaker) te bezoeken.

naar de vragen

21. Wat zijn de moeilijkste etappes?

Het eerste idee is dat de oversteek van de Pyreneeën de zwaarste etappe is. Dat is niet zo. Tenminste, er zijn nog twee andere cols (Monte Irago/Cruz de Ferro en O’Cebreiro/Alto do Poio) die zeker niet onder doen voor de etappe over een van de cols in de Pyreneeën. Bovendien wordt de moeilijkheidsgraad van een etappe niet alleen bepaald door het stijgingspercentage van een klim. Een andere minstens zo belangrijke factor is het weer. Goed fietsweer, droog, een graad of 22 en een zwakke wind uit het oosten doet heel veel en maakt de tocht tot een geweldige beleving, ook al gaat ‘t bergop. Jammer dat u geen enkele controle hebt over het weer; u moet het doen met ’t weer dat u aantreft. Zeker is wel dat het invloed heeft op uw moraal. Als u onderweg een dipje krijgt, komt dat meestal omdat het weer flink tegen zit.

Maar waarschijnlijk de belangrijkste factor zit tussen uw oren, in wielerjargon: uw moraal.

Urdos: Soms is het flink klimmen

’n Stukje na Urdos is het soms flink klimmen

Klimetappes
Vanzelfsprekend zijn de klimetappes niet de meest gemakkelijke. Maar laat u ook niet op de kast jagen door reisverslagen waarin stijgingspercentages van zelfs 20% of meer worden genoemd. Dat kan kloppen in de zin dat op een bepaald moment de hoogtemeter van uw fietscomputer hoge stijgingspercentages toont. Maar nooit voor lang, hooguit een paar meter, bijvoorbeeld als u onverhoopt de binnenbocht van een haarspeldbocht neemt.
Op de gehele route naar Santiago tikken de stijgingspercentages over wat langere afstanden (> 1000 meter) vrijwel nooit de 9% aan. Zes, zeven en acht procent komt u zo nu en dan wel tegen.

Soms is de helling te steil....

Soms is de helling wel te zwaar

Op weg naar vrijwel alle cols liggen een paar echt steile stukken, bijv. net na Foncebadón. Maar die zijn maar 100 of 200 meter lang. Ook elders in de route zitten soms korte, heftige 10%-klimmetjes. Bijv. net voor Miradoux (Fr), Etxauri (Sp) en Sotés (Sp). Een van de steilste hellinkjes is die naar de stadspoort van Astorga. Sweerman adviseert in boekje 3 een stukje te lopen. Naar het schijnt is de helling (100 meter) 22%. Mogelijk iets te steil ingeschat, want het is te doen weet ik uit ervaring.

Stevige klim naar de Ibañeta

Stijgingspercentages, ze worden door professionele bergsites zoals climbbybike.com of altimetrias.net meestal berekend als gemiddelde over telkens 1.000 meter, kunt u als volgt interpreteren:

    • tot 4% stijging is gemakkelijk, ook gedurende veel kilometers.
    • tussen 4% en 6% begint het pittiger te worden, maar zeker niet onoverkomelijk.
    • tussen 6% en 8% kan de stijging als “vrij zwaar” worden ervaren.
    • tussen 8% en 10% is ronduit zwaar. Uw snelheid kan terugvallen tot 5 km/uur.
    • boven de 10% is bijna niet te doen, tenzij u erg weinig bagage heeft.

Om ze in perspectief te zetten, hieronder de stijgingspercentages voor de Mont Ventoux, beklommen vanuit Bedoin:

      • gemiddelde stijging over de gehele klim (21,6 km): 7,4 %.
      • gemiddelde stijging over de steilste 1.000 meter: 10,2%.
      • uitschieters, berekend over een kortere afstand: tot 15%.

Ter vergelijking: Het stijgingspercentage op de Alpe d’Huez is over vrijwel de gehele klim 8% à 9%; de eerste 1,5 km zelfs 10%.

Tien basisregels voor klimmen
Voor alle forse klimmetjes gelden een paar basisregels. Als u die in de gaten houdt, dan ervaart u geen problemen uitzonderingen daar gelaten.

1. Zorg dat uw tandwielen in de juiste stand staan; het verzet moet goed zijn. Tijdens een forse klim schakelen is (bijna) niet mogelijk. Het inschatten van de juiste versnelling leert u onderweg in de dagelijkse praktijk.

2. Vermijd dat u moet wisselen van voorblad om naar een lagere versnelling te schakelen. Schakelen op het achtertandwiel gaat tijdens een klim -als het niet te steil is- nog enigszins, schakelen op het voorblad kan alleen als de weg -redelijk- vlak is of daalt.

3. Benut de hele weg (mits het andere verkeer het toestaat). Neem een bocht dus altijd zo ruim mogelijk. Ook de bochten naar rechts.

4. Forceer niets. Liever een lage versnelling dan op kracht stoer de grote plaat draaien. Blijf ook zo lang mogelijk op uw zadel zitten. Staand klimmen ziet er stoer uit maar kost enorm veel energie. Heeft u Chris Froome ooit op de pedalen zien staan? Nee, niet doen dus, behalve eventueel een kort stukje als u het zittend echt niet meer redt.

5. Houd uw eigen tempo aan. Wat anderen doen -ook uw compagnon(s)- moeten zij weten. Bent u altijd als laatste boven, maak er geen punt van. Laat u zeker niet verleiden de volgende keer te laten zien dat u wel degelijk een klimgeit bent.

6. Probeer in een bepaald ritme, cadans te komen. Om uzelf niet ‘op te blazen’ kunt u een ritme bepalen via een-twee-drie-vier cadans op elke trapbeweging. Dit principe wordt ook bij lopers in een herstelfase tijdens de training en in wedstrijden gebruikt.

7. Moet u afstappen tijdens een klim, loop dan een stukje naar waar het minder steil is. Meteen opnieuw opstappen zal niet lukken.

Col du Somport, 1640 m.

Eet onderweg naar de Col du Somport, 1640 m.

8. Zorg dat u genoeg energie hebt. Eet (bijv. bananen) voorafgaand aan een klim, zodat u tijdens de klim de man-met-de-hamer niet tegen komt. Ook is het verstandig tijdens een lange klim regelmatig te stoppen om te wat eten en te drinken.

9. Als u gewend bent uw fietsschoenen aan de trappers vast te klikken, dan kunt u overwegen dat nu ook te doen. Indien u geen clipplaatjes onder uw fietsschoenen gewend bent, doet u het dan nu ook niet. Levensgevaarlijk. De verhalen dat u dan beter bergop kunt fietsen (want uw voeten duwen en trekken de trappers) zijn alleen van toepassing als u de Tour-de-France reuzen wilt beklimmen. En dergelijke bergen treft u gelukkig niet op weg naar Santiago.

10. Een kettingbreuk is doorgaans het gevolg van lomp schakelen. Bijvoorbeeld bergop met uw volle gewicht op de pedalen gaan staan en dan schakelen.

Goede kettingpons

Zorg er daarom voor dat uw ketting niet (lang) teveel ‘uit het lood’ (cross) ligt. Dat wil zeggen: van het grootste voorblad naar het grootste achtertandwiel, of van kleinste voorblad naar kleinste achtertandwiel. Lomp schakelen kan er ook toe leiden dat u een van uw voorbladen krom trekt. Schakel daarom nooit tijdens een klim terwijl u vol op de pedalen staat. Liever even omkeren, in de afdaling snel schakelen, weer keren en met de juiste versnelling opnieuw klimmen. Het is sowieso onhandig als de ketting ‘cross’ ligt. Het beperkt de schakelopties op het achtertandwiel. Gebruik daarom onder normale omstandigheden het middelste tandwiel van het voorblad.Een kettingbreuk is doorgaans het gevolg van lomp schakelen. Bijvoorbeeld bergop met uw volle gewicht op de pedalen gaan staan en dan schakelen.

Op de site klimgeiten.nl staan interessante klimtips.

Mooi weer: de klim naar O’Cebreiro is goed te doen

Slecht weer
De moeilijkste etappes zijn de etappes waar het weer (zwaar) tegen zit. En als dat samenvalt met een lastig parcours zijn de rapen gaar. Het is bijna niet te doen om van Villafranca del Bierzo (511 m.) met een flinke westenwind, in de regen naar het bergdorpje O’Cebreiro in de Cordillera Cantábrica op de grens Castilla y León en Galicia te klimmen, 1.300 meter boven de zeespiegel. Een hoogteverschil van bijna 800 meter. Ook de klim vanuit Astorga (870 m.) naar het Cruz de Ferro (1505 m.) in de Montes de León is een flinke klim, maar goed te doen als het weer mee zit, klik hier.

O’ Cebreiro, juli 2011, twaalf uur ’s middags. Mistig en koud!

Verkijk u niet op de verschillen in temperatuur waarmee u te maken kunt krijgen. Het lijkt simpel: in Spanje is het in de zomer overal warm. Tot u er achter komt dat er in het noorden van Spanje de Picos de Europa liggen. Met de uitlopers ervan (Cordillera Cantábrica en Montes de León) krijgt u onderweg te maken.
En het kan koud zijn op de cols. Zoals het ook koud kan zijn als u in een dagenlange regenbui verzeild raakt, 170 km voor Santiago. En uiteraard kan het ook koud zijn in de Belgische Ardennen en de hogere delen van Frankrijk. Wind, regen en kou kunnen belangrijke tegenstanders zijn, het hele jaar door. Natuurlijk kan het ook erg warm, om niet te zeggen heet, worden. Als het asfalt aan uw banden blijft plakken is het misschien beter om even te stoppen en de schaduw op te zoeken.
Maar de meest onderschatte weerfactor is de wind. Een constante harde tegenwind is slopend. Zeker als de wind u teistert door fijn zand in uw gezicht te blazen. Op regen kunt u zich kleden, goed eten geeft ‘goede benen’ en maken het klimmen gemakkelijker, maar tegen wind is weinig te doen. Als de wind lang en flink tegenzit dan kan ’t fietsen echt afzien worden. Stap dan af en zoek een slaapplek.

naar de vragen

22. Bagage naar huis sturen?

Nadat u aan de voet van de Pyreneeën bent aangekomen kan het een idee zijn om een deel van de bagage naar huis te sturen. Vooral relevant voor kampeerders die in Spanje hun tentje en kookspullen niet meer nodig (denken te) hebben. Er zijn immers tal van refugio’s en voor de prijs van de pelgrimsmenu kun je nauwelijks zelf koken. Bovendien kunnen er twee routeboekjes naar huis. Elke kilo telt, dat heeft u inmiddels wel gemerkt.

Deze pelgrim was minder kritisch.

Overigens kan de behoefte bagage naar huis te sturen al ver voor de Pyreneeën ontstaan. De op één na grootste ‘fout’ die de pelgrim kan maken is teveel spullen mee te nemen; de grootste fout is ‘haast maken’. Het gezegde ‘alles wat je thuis laat is meegenomen’ is wel wat oubollig, maar raakt wel de kern. Kijk voor vertrek kritisch naar de berg artikelen die u in uw fietstassen wilt proppen. Wat niet per se nodig is, thuis laten. Niet alle risico’s willen afdekken door een buitenband, een set tandwielen, een complete steeksleutelset, een dikke trui, tien onderbroeken en een halve apotheek mee te nemen.

Na een paar dagen al een retourzending....

Na een paar dagen was een retourzending al nodig….

Teveel bagage gecombineerd met een (te) zware fiets (eentje met verende voorvork bijv.) leidt bijna zeker tot overbelasting van de kniegewrichten. En dat betekent een paar dagen rust of zelfs het afbreken van de tocht. Nog afgezien van de ellende die het is om een klim niet aan te kunnen en te moeten lopen met fiets en bagage. Een paar meter lopen is niet erg, maar het komt voor dat fietsers kilometers moeten lopen, de fiets met de hand omhoog duwend. En dat is niet leuk. Als u overweegt bagage terug te sturen, oriënteer u vooraf op de mogelijkheden en condities van bijvoorbeeld La Poste of TNT.
In Spanje werkt het postbedrijf onder de naam Correos, herkenbaar aan de gele kleur. Het aantal postkantoren neemt overal sterk af. En ook op de openstellingstijden is bezuinigd. Als u al een postkantoor treft is de kans groot dat het gesloten is. Kies voor retourzendingen de wat grotere plaatsen. In Frankrijk: St. Jean-Pied-de-Port of Oloron-Sainte-Marie. In Spanje: Jaca, Pamplona of Logroño.

Het Jacotransbusje levert bagage af in Rabanal del Camino.

Behalve bagage naar huis te sturen kan het in geval u in de problemen bent gekomen een idee zijn, om de bagage op transport te zetten naar een volgende albergue. Het vervoer van pelgrimsbagage is inmiddels ‘business’ geworden. Specialist is de Spaanse onderneming Jacotrans. Dit bedrijf werkt alleen op ‘el camino’ (dus niet in Frankrijk). Op hun site (www.jacotrans.es) staat in het Spaans nadere informatie, o.a. de telefoonnummers waaronder ze bereikbaar zijn op de verschillende delen van de route. Maar ook veel albergues en hotels hebben informatie(formulieren) beschikbaar.
Vanwege de grote belangstelling voor de camino heeft het Spaanse postbedrijf Correos  een specifieke site on line gezet: elcaminoconcorreos.com. Op deze site zijn behalve de traditionele posterijdiensten ook andere services te vinden. De bagageservices zijn:
– Bagagevervoer van A naar B. Paq Mochilla genaamd, ofwel: rugzakvervoer. Deze service is te vergelijken met het Jacotrans bagagetransport van albergue A naar albergue B. U kunt deze service boeken via deze link.
– Bagagevervoer naar specifiek adres. Paq Peregrino genaamd. Vanuit elk postkantoor in Spanje kunt u een (bagage)pakket versturen naar elk gewenst punt aan de camino. Als u uw pakket laat bezorgen bij een postkantoor aan de camino dan is de opslag ervan op dat postkantoor de eerste 15 dagen gratis. De verzendkosten van uw pakket bedragen ongeveer 20 euro.

naar de vragen

23. Is er onderweg internet?

Ja. Op steeds meer plaatsen vindt u internet. Hotels hebben inmiddels vrijwel zeker wifi, sommige hebben daarnaast ook nog een openbare pc. Steeds meer bars, restaurants en campings hebben wifi, vraag even naar de netwerksleutel. Dus als u een beetje uitkijkt hoeft u weinig gebruik te maken van een mobiele verbinding. In refugio’s kunt u vaak internetten via een vaste pc. Reken er wel op dat de lijnsnelheid niet aan de Nederlandse glasvezelstandaard voldoet.

Even op de pc van de campingbaas internetten

Prima om een blog bij te werken, maar lastiger om grote fotobestanden te verzenden. Ook de koppeling pc-fotocamera is niet altijd plug-and-play. Zorg dat u een USB-kabeltje meeneemt. In de grotere plaatsen zijn meestal ook internetcafés. Soms even zoeken of vragen, want door op opkomst van wifi neemt het aantal internetcafés af. Steeds meer pelgrims nemen naast een smartphone ook een iPad (of soortgelijk apparaat) mee. Een smartphone kan u uitstekende diensten bewijzen. Kijk in de app-stores voor handige apps. Indien u uw smartphone veel gebruikt om onderweg sites te bezoeken of te navigeren dan loopt u snel aan tegen de beperkte accucapaciteit. Een iPhone bijv. houdt het maar een paar uur uit als hij gebruikt wordt voor navigatie. Er zijn mogelijkheden om een oplader op uw fiets te monteren. Deze zijn echter vrij duur en vereisen bovendien een naafdynamo. Meer informatie staat hier. Een concreet voorbeeld is de ‘BioLogic Reecharge‘; de naafdynamo (hub dynamo) van de fiets laadt een ‘powercell’ op die op zijn beurt energie levert aan een ingeplugd apparaat. Dat kan een mobiele telefoon zijn, een gps-toestel of een andere stroomvreter.

varta-powerbankEen geheel andere oplossing is dat u een powerbank meeneemt. Met dit apparaat kunt u onderweg uw telefoon of tablet verschillende keren opladen. Neem daarvoor een powerbank (6000mAh of meer) van rond de 30 euro. Volgens de ANWB (febr. 2017) is de Varta 6000, die twee apparaten tegelijk kan opladen, een goede keus. Opladen van de powerbank doet u als u een stopcontact bij de hand heeft, bijvoorbeeld in een albergue, hostal of vraag ’t even aan een ober als u in een restaurantje aan uw middagmaaltje zit. Het enige nadeel van zo’n powerbank is zijn gewicht. 
Het gebruik van een noodlader is ook een optie. Dit ding kan een mobiel apparaat opladen via zonlicht. Met enige geluk heeft u dat onderweg in overvloed. Echter, als commerciële bedrijven zelf de naam ‘noodlader’ hanteren moet er een belletje gaan rinkelen. Afgaande op recensies geven de meeste fietsers daarom de voorkeur aan een oplader die op een naafdynamo werkt. Ook is er inmiddels een koplamp met een ingebouwde USB-oplader. Nog niet ‘the final solution’, maar mogelijk wel bruikbaar. Maar er zijn ook andere alternatieven. Bijv. het Goal Zero Nomad solar panel.

naar de vragen

24. Speciale aandacht?

Waarvoor? U kunt overwegen tijdens de camino aan één issue speciale aandacht te geven door er over te schrijven en/of door er foto’s van te maken. Voorbeelden zijn: fotografeer alle bruggen over de vele rivieren die u passeert, of maak foto’s van bijzondere deuren of ramen. Maar u kunt ook foto’s van beelden van Santiago verzamelen. Er zijn talloze beelden gemaakt. Daarnaast soms schilderingen en glas-in-lood werken.

Santiago wordt in verschillende hoedanigheden afgebeeld:
– als evangelist.
– als martelaar.
– als pelgrim.
– als heilige.
– als Santiago matamoros.

Hieronder een collage van slechts enkele afbeeldingen.

Collage van beelden van Santiago, Saint Jacques.

Ook ziet u beelden van een andere figuur die veel lijkt op Santiago. In de zin dat ook hij -vaak- met een schelp op de kleding wordt afgebeeld. Maar er zijn twee belangrijke verschillen: hij heeft een hond bij zich en er is een verwonding (pestbuil) aan zijn -meestal linker- been. Het is de Franse heilige Saint Roch de Montpellier, (San Roque, San Rocco of Sint Rochus) naar wie de kleine hoogvlakte na O’Cebreiro is vernoemd: de Alto de San Roque. Hieronder enkele beelden. Hij leefde in de 14e eeuw, is een van de pestheiligen en patroon van tal van beroepen.

Collage van San Roque, Saint Roch.

Een ander onderwerp dat mogelijk uw aandacht trekt zijn de vele monasterio’s (abdijen, kloosters) onderweg. Soms nog in gerestaureerde ‘originele’ staat, soms een ruïne. Veel van deze kloosters zijn gebouwd in de periode 900-1200 die ook de hoogtijdagen van de camino omvatte. Veel kloosters stonden onder supervisie van de abt van Cluny.

Kloosters van Cluny rond het jaar 1.000

De abdij van Cluny (midden Frankrijk, nu staat nog 10% overeind) is gesticht in 910. Rond de jaren 1.000/1.100 had Cluny de supervisie over bijna 1.000 kloosters en 100.000 monniken in grote delen van Europa. Vrijwel alle kloosters langs de camino in Spanje werden bestuurd vanuit Cluny. Niet dat Cluny zoveel kloosters stichtte, maar bestaande kloosters onderwierpen zich aan de supervisie van Cluny. Centraal Europees gezag is dus niks nieuws. Brussel heette vroeger Cluny. De monniken van Cluny volgden oorspronkelijk de regel van Sint Benedictus (van Nursia) die rond 500 een klooster had gesticht in Monte Cassino (midden Italië).

Europa rond het jaar 1.000

Deze regel schreef o.a. een sober leven voor. In de loop van de jaren dreef men hiervan af. Het kloosterleven werd steeds luxer. En bijgevolg ook de gebouwen. Vandaar dat er zoveel rijk versierde kloosters waren, waarvan er nu dus nog een paar hun oude glorie kunnen tonen. Met deze ontwikkeling was niet iedereen het eens en rond 1100 ontstond de orde der Cisterciënzers, die teruggreep op de oude regels van Benedictus. Deze tegenstelling is o.a. beschreven in het boek ‘de naam van de roos’ van Eco.

Op de kaart van Spanje is grens christendom en Islam goed te zien. Het donkerblauwe koninkrijk Pamplona-Nájera plus Catalunya is katholiek. Alle koninkrijkjes ten zuiden ervan vallen onder het islamitisch kalifaat van Córdoba. De reconquista was in volle gang. Het Koninkrijk Pamplona-Nájera viel in 1035 uiteen.Uiteindelijk kreeg het koninkrijk van Castilië de overhand in dit (blauwe) gebied. Ten koste van Pamplona-Nájera (Navarra), Aragón en León. U kunt de graven van de koningen van Pamplona-Nájera bezoeken in het Monasterio van Nájera. Bijvoorbeeld Bermudo III, tussen 1018 en 1037 koning van León.

Rond 1500 beheerste Castilië grote delen van Spanje, waarna door het huwelijk van de Habsburger Philips de Schone en Johanna van Castilië het Habsburgse vorstenhuis in geheel Spanje en Portugal en andere delen van Europa en de wereld aan de macht kwam. Met Karel V, in Spanje Carlos I genoemd, zoon van Philips en Johanna als keizer. Interessant om onderweg te overpeinzen: rond het jaar 1500 vielen het land waar u doorheen fietst (Castilla y León) en het land waar veel pelgrims vandaan komen (de Bourgondische Nederlanden) onder een en dezelfde koning. Van elkaar gescheiden door Frankrijk.

naar de vragen

25. Wat moet ik niet missen?

Castrillo de los Polvazares, een niet te missen dorpje

Castrillo de los Polvazares, een niet te missen dorpje

Teveel om op te noemen. Er is onderweg zoveel te zien dat u een keuze moet maken. Mijn aanname is dat u mooie/bijzondere ‘dingen’ wilt zien en niet met oogkleppen op de kortste weg naar Santiago neemt. Begin met gewoon goed rond te kijken tijdens het fietsen. U loopt dan wel het risico een afslag uit het boekje te missen, maar als u te geconcentreerd bent op de route in het boekje dan mist u de schoonheid van de omgeving. Dus beter een keer omdraaien omdat u verkeerd zit dan alleen maar aandacht te hebben voor de weg en de routebeschrijving. Wat u aan bezienswaardigheden niet moet missen hangt ook af van de tijd die u beschikbaar hebt en van de vraag of u een klein omweggetje wilt maken. Niet alle interessante zaken liggen vlak aan de route.

Vézelay, kathedraal Madeleine

Allereerst zijn er natuurlijk de grote(re) plaatsen langs de route. In Frankrijk bijv. Chartres, Tours en Poitiers. Of Troyes, Vézelay en Cahors als u de oostelijke route neemt. In België Mechelen en Aalst (westelijke route). Stuk voor stuk plaatsen om even de tijd te nemen voor een kleine sightseeing. Of voor een extra dag om even te rusten en de stad goed te bekijken. Neem bijvoorbeeld een dag extra in Chartres. U bent dan al even op weg, er zijn goede overnachtingsmogelijkheden op de camping of in hotel Jehan de Beauce, direct in het centrum, vlakbij het station. Op de westelijke route ligt Aubeterre-sur-Dronne met de fantastische monolitische kerk van St. Jean. Maar ook Châtellerault met de kerk St. Jacques en een beeld van St. Jacob. En het pittoreske Nanteuil-en-Vallée, met de fontaine St. Jean voor de gîte waar u kunt overnachten.

Oorlogskerkhof bij Romagne

Oorlogskerkhof bij Romagne

De oostelijke route voert door de Ardennen (hoogste col op ruim 500 meter) en het WO-1 slagveld in noord-oost Frankrijk. Sla in Romagne-sous-Montfaucon linksaf en bezoek het Amerikaanse oorlogskerkhof. Het omvat ruim 14.000 graven en is daarmee groter dan het oorlogskerkhof bij Omaha-beach in Normandië. Het ligt een paar honderd meter ten oosten van de route. Rechts van de route ligt een klein Duits oorlogskerkhof uit WO-1. In midden-Frankrijk zijn vele pittoreske dorpjes en lommerrijke achteraf weggetjes, bijv. bij de Etang de Piquette. Behalve het toeristische Rocamadour en Turenne, kunt u onderweg ‘middeleeuwse’ dorpjes zoals Martel bezoeken.

San Juan de la Peña, oud monasterio in de rotsen uitgehakt

San Juan de la Peña, oud monasterio in de rotsen uitgehakt

In Spanje (voordat in Puente la Reina de routes samenkomen) kunt u Santa Cruz de la Serós en het oude caminodorpje Monreal verkennen. En neem de omweg naar het monasterio San Juan de la Peña, even rekening houden met de openingstijden.
Oloron-Sainte-Marie lijkt gezien de ligging een mooie halteplaats, maar dat valt tegen. Er is geen caminosfeer zoals in Saint Jean-Pied-de-Port en het ligt net wat te ver van de col du Somport.
Als u in één keer van Oloron naar de Somportpas fietst, dan is er de kans dat U pas aan het einde van de middag op de col bent. En dat is aan de late kant. Daar is wel een albergue en eventueel kunt u iets verderop overnachten in Canfranc (Estación), maar het is verstandiger de Somport over te steken vanuit een plaatsje dichter bij de col (Accous, Etsaut of Urdos) en te overnachten in (het mooie) Jaca. Ook in de zomer kan het op deze col koud, nat of mistig zijn en als dat het geval is, is het passeren van de col rond het middaguur te prefereren.

Najera, Santa Maria la Real klooster

In Spanje zijn er natuurlijk de steden Burgos en León. Beide met prachtige kathedralen en pleinen. En verder zijn er natuurlijk veel monasterios in Spanje. Oude kloosters, soms nog als klooster in gebruik. Soms een leegstaand monument, soms verbouwd tot hotel. Aan te raden zijn: Monasterio Santa María la Real in Nájera, Monasterio Yuso in San Millán de Cogolla, Monasterio San Miguel de Escalada in de buurt van Mansilla de las Mulas, Monasterio San Zoilo in Carrión de los Condes en het Monasterio de Samos. Het oude klooster San Juan de la Peña, de kloosters in Leyre en Cañas. En dan vergeet ik er nog een hoop. Kijk op deze site voor meer ideeën. En verder in Spanje: de gratis wijntap in Irache, de bodegas in Navarra (Rioja wijnen), de brug in Puente la Reina, de kerk met de haan en de kip in Santo Domingo de la Calzada, het bijna verlaten Foncebadón, de ‘tempeliers-nederzetting’ in Manjarin, het pelgrimsbeeld op de Alto San Roque en de zilveren schrijn met -naar verluid- de beenderen van San Xacobeo, la ‘Tumba de Santiago el Mayor‘ in de kathedraal van Santiago, waar het allemaal mee begonnen is.

Deze doopvont in Redecilla del Camino is wel authentiek.

Deze doopvont in Redecilla del Camino is wel authentiek.

Dit alles uiteraard in het besef dat u zich een beetje voor de gek laat houden. Niet alles, of beter: het overgrote deel van wat u ziet is niet authentiek. Heel veel is gerestaureerd. Zo is bijvoorbeeld de brug over de rio Ega in Estella een replica van een middeleeuwse brug. Gebouwd in 1971…. Maar desondanks, u kunt heel veel, heel mooie en vooral heel indrukwekkende dingen zien. Neem er de tijd voor en bereid u goed voor. Voor de echte liefhebbers van de ‘schone kunsten’ is de site CVC, El Camino interessant. Op deze site staan foto’s en teksten van alle bezienswaardigheden aan of vlakbij de Camino. Ook alle minder bekende.

Monasterio San Juan de Ortega.

Die voorbereiding is noodzakelijk om twee redenen. Het bewust kiezen van bezienswaardigheden die u zonder voorbereiding gemist zou hebben omdat ze een stukje van de route liggen. En omdat u voor een bezichtiging rekening moet houden met openingstijden. Vooral maandagen zijn berucht en in Spanje is men tijdens de siësta vaak gesloten. Dat geldt uiteraard niet voor dorpjes/steden die u wilt bezichtigen. Maar wees er wel op voorbereid dat alle Spanjaarden tijdens de siësta binnen zijn; enkel toeristen wagen zich op straat. Dus zijn alle winkels dicht, alle dorpjes uitgestorven en loopt er hier en daar een verdwaalde toerist. Ook eten (het comida) doen Spanjaarden binnen, in de comedor. Alleen toeristen zitten buiten aan de lunch.

Hieronder een paar suggesties voor locaties die niet direct aan de route (in Spanje) liggen:
– Monasterio de Leyre (in de buurt van Yesa)
– Dorpje Monreal (stukje voor Pamplona)
– Kerkje in Eunate (bij Puente la Reina)
– Monasterio en wijntap in Irache (bij Estella)
– Monasterio van Cañas (in de buurt van Nájera)
– Dorpje Hontanas (in de buurt van San Anton)
– Monasterio in San Juan de Ortega (net voor Burgos)
– Cartuja de Miraflores (net voor Burgos)
– Castrillo de los polvazares (beschermd dorpje iets na Astorga)

Alto del perdón

Indien u de route volgt uit Sweermanboekje 3, dan mist u helaas het ijzeren monument op de Alto del Perdón. Dit monument stelt een groep pelgrims voor die met paarden, ezels en honden op weg zijn. Mocht u dit monument willen zien, neem dan een andere route van Pamplona naar Puente la Reina. Let wel, het monument staat op een Alto, een hoogte waar het altijd waait. U zult er een flinke dobber aan hebben.
Degenen die bovengemiddeld geïnteresseerd zijn in cultuur en historie van de Camino Francés vinden veel informatie in Camino de Santiago te voet. Deze pdf is een compilatie van Engelstalige tekst op de site http://www.galiciaguide.com/.

Wat u ook niet moet missen zijn de contacten met medepelgrims. Als u alleen gaat, ontstaan die ‘vanzelf’. Als u in gezelschap reist wat minder. Vrijwel zeker ontmoet u andere Nederlanders of Vlamingen op weg naar Santiago. Mooi, want geen taalproblemen. Maar ook contacten met pelgrims uit andere landen zijn ‘niet te missen’ waardevol. Altijd handig, indien u een woordje over de grens spreekt. Contacten met de lokale bevolking zullen zich veelal beperken tot gesprekjes over ‘waar zijn we?’ (¿dónde estamos?), ‘waar moeten we heen?’ (¿adónde a Santiago?), eten en overnachten.

Reken er wel op dat sommige locaties aan de camino steeds vaker stijf staan van de toeristen. Denk bijv. aan het zuid-Limburgse Valkenburg in de zomer. Met enige pech is bij het Cruz de Ferro net een bus toeristen gelost. Ook O’Cebreiro kan vergeven zijn van de toeristen. Maar ook andere plaatsen kunnen toeristen Uw beeld verstoren.

O'Cebreiro zonder toeristen is mooi om te zien.

O’Cebreiro zonder toeristen is mooi om te zien.

naar de vragen

26. Wat moet ik opschrijven?

Neem een klein aantekenboekje mee en een potlood of pen. U doet zoveel indrukken op en u kunt die niet allemaal vasthouden zonder iets op te schrijven. Zonder een aantekenboekje bent u veel kwijt als u terug bent. Neem voor elke dag een nieuwe pagina en noteer elke avond kort de belevenissen van de dag. Bovendien kan het dienst doen als een kasboek in geval u met tweeën reist. Als elke keer ieder voor zichzelf betaalt is dat wat lastig.
Indien u wil kiezen voor een modernere manier om aantekeningen te maken dan kunt u uw tablet, notebook of andersoortig elektronica meenemen. Het staat professioneler en het is ook handiger als u een uitgebreide weblog wilt onderhouden. Neem wel de nodige voorzorgsmaatregelen. Een fietstas is nu eenmaal niet het meest geschikte transportmiddel voor elektronica.

naar de vragen

27. Gele pijlen?

Overal gele pijlen

U hoort van anderen dat er overal gele pijlen staan. Hoe zit dat? Inderdaad, u komt gele pijlen tegen, alleen in Spanje, op een uitzondering in Frankrijk of België na. Slordig geschilderd op het wegdek, een boom, een steen, de gevel van een schuur. Kortom, op elke denkbare ondergrond. Ze staan er als teken voor de voetgangers. Dus op delen van de route waar de fietsroute de wandelroute volgt ziet u ze om de haverklap. Soms op een kruispunt met vele bijeen om maar goed aan te geven welke kant de pelgrim op moet. Op de delen waar de fietsroute afwijkt van de wandelroute moet u het doen met uw eigen kaart, kompas of gps. Indien u zonder nadenken de gele pijlen gaat volgen en u niet meer omkijkt naar uw routeboekje of gps, kan het gebeuren dat u op lastig te berijden paden terecht komt. Sommige delen van het caminopad zijn zelfs verboden gebied voor fietsers. Aan u dan de beslissing het pad te blijven volgen -in de hoop dat het beter wordt- of om te keren en de fietsroute weer op te zoeken.

Elia Valiña Sampedro.

De eerste gele pijlen zijn in 1984 geschilderd. Ook heropleving van de camino is van vrij recente datum. Begin jaren ’50 van de vorige eeuw is de Franse pelgrimsorganisatie opgericht. Nadat de camino vele honderden jaren (1400-1900) in de vergetelheid was beland ten gevolge van de pest, de protestanten en de renaissance. En niet te vergeten de Europese oorlogen tussen Spanje, Engeland, Frankrijk en de Republiek der zeven Provinciën in die periode. Het meest recente dieptepunt was in 1978. In dat jaar meldden zich slechts dertien pelgrims bij het Pelgrimsbureau in Santiago. Vanaf het heilige jaar 1999 nam het aantal pelgrims stormachtig toe. In 2016 worden meer dan 275.000 wandelaars en fietsers verwacht.

Inmiddels staat ‘el camino’ op de werelderfgoedlijst. Begin jaren ’60 werd de eerste Spaanse pelgrimsorganisatie (in Estella) opgericht.

Tempelierskasteel in Ponferrada

Tempelierskasteel in Ponferrada

In 1986 werd het Nederlands Genootschap van Sint Jacob opgericht. De hoogtijdagen van de camino waren in de periode 1100-1300. Ongeveer dezelfde periode als waarin de orde van de Tempeliers bestond. Zij hadden de taak op zich genomen de pelgrims te beschermen te rovers. In Ponferrada staan de ruines van een oude burcht van de Tempeliers. Meer informatie over de historie van de camino staat in de-camino-geschiedenis-en-achtergronden. Deze pdf is deels afgeleid van een tekst op deze Italiaanse site.

Terug naar de gele pijlen. De ‘uitvinder’ van de gele pijlen (flechas amarillas) is de pastoor van O’Cebreiro: Elías Valiña Sampedro (1929-1989). Hij heeft veel betekend voor de heropleving van de camino. Daarom staat in O’Cebreiro een beeld van deze man (rechts van de kerk). Hij ligt links vooraan begraven in de kerk van O’Cebreiro.

naar de vragen

28. Is er speciale caminomuziek?

Er is verschillende caminomuziek. Op de eerste plaats is er het caminolied Ultreia, genoemd naar het refrein van het lied. In het Frans heet het ‘Chant des Pèlerins de Compostelle’.

Caminolied Ultreia (franse tekst)

Op Youtube vindt u (amateur)zangers/zangeressen die dit caminolied ten gehore brengen. Klik hier voor een Franse versie van Ultreïa op tekst van J. Claude Bénazet. Dit lied is van vrij recente datum. Ultreïa is ook een typisch caminowoord. Het betekent zoiets als ‘voorwaarts‘. In het Spaans: Vamos más allá. Het is een groet (naast het veel meer gebruikte ‘buen camino’) van de ene pelgrim aan de andere. Deze pelgrim antwoordt dan met ‘Et sus eia’. Spaanse vertaling: Y vamos más arriba. (En steeds weer verder). Soms aangevuld met: Deus, adjuva nos. (God, help ons). Meer 0ver deze pelgrimsgroet staat hier. Veel ouder dan het Ultreia-lied zijn de middeleeuwse gezangen, waarvan het lied ‘Dum pater familias’ (soms) de Latijnse versie van Ultreïa wordt genoemd. Klik hier. Beide liederen lijken totaal niet op elkaar. Of en welk verband er is? Geen idee. Meer over middeleeuwse caminomuziek staat hier.

Er is ook een caminolied ‘complainte du pèlerin’. De Franse versie kunt u horen via deze site. Klik hier om de live gezongen Spaanse versie van dit lied te horen. Bent u geïnteresseerd in caminomuziek, kijk dan op deze Canadese site , op deze Portugese site of op deze Noorse site. Van het Franse caminolied ‘Grande chanson des pelerins’ bestaan verschillende versies, kijk ook op youtube. De oudste dateren uit de 16e en 17e eeuw. Klik hier. Er is ook een dubbel-cd ‘Canto de Ultreia’ met oude (12e eeuw) pelgrims-liederen en liederen uit de Codex Calixtinus, uitgevoerd o.l.v. Fernando Reyes. Ook is er een Franse site met een grote verzameling van cd’s met caminoliederen.

Indien u wilt genieten van zeer toepasselijke muziek, luister dan naar de middeleeuwse liederen op de cd’s ‘Santiago a cappella’ en -vooral- ‘Pelgrimage to Santiago’ van het Monteverdi Choir o.l.v. John Eliot Gardiner, klik hier. Helaas is een cd met pelgrimsliederen gezongen door een Nederlands koor uitverkocht. Het betreft de cd uit 2004 ‘Naar Santiago, duizend jaar pelgrimsmuziek’ van het Kleinkoor Ootmarsum o.l.v. Frans Heijdemann. Op hun site kunt u wel een stukje beluisteren.

Op deze Franse site kunt u zien welke liederen op de cd staan. Lied 17 ‘Tous les matins nous prenons le chemin’ is het ultreyalied. Een voorproefje van de pelgrimsmis met de Hymne van Santiago Apóstol vindt u hier; helaas zal de paus er zeer waarschijnlijk niet zijn als u er bent. Het spektakel is er niet minder om.

U hoeft niet katholiek of een gelovige christen te zijn om aan de camino te beginnen. Maar voor degenen die wel uit geloofsovertuiging gaan pelgrimeren staat hieronder het katholieke pelgrimsgebed. In het Spaans met daaronder de Nederlandse vertaling.

Oración del Peregrino

Apóstol Santiago
elegido entre los primeros
tú fuiste el primero en beber
el cáliz del Señor,
y eres el gran protector
de los peregrinos;
haznos fuertes en la fe
y alegres en la esperenza,
en nuestro caminar
de peregrinos
siguiendo el camino
de la vida cristiana
y aliéntanos para que
finalmente,
alcancemos la gloria
de Dios Padre.
Amén.

Gebed van de pelgrim

Apostel Jacobus,
verkozen om als eerste
apostel uit de beker
van de Heer te drinken.
U bent de grote beschermheer
van alle pelgrims.
Maak ons sterk in ons geloof
en geef ons vreugdevolle hoop
op onze pelgrimstocht
over het pad van het
Christelijke leven.
Moedig ons aan om
uiteindelijk de glorie van
Onze Vader te bereiken.
Amen.

naar de vragen

29. Wat te doen in Santiago de Compostela?

De Nacionalidad Histórica Galicia is een autonoom gebied binnen het Spaanse Koninkrijk net zoals Catalonië en Baskenland. Het heeft een eigen regering, parlement en hoofdstad: Santiago de Compostela. En een eigen taal: het Galego. De status van Galicië is vergelijkbaar met de status van Vlaanderen binnen het Belgische Koninkrijk. De eerste belangrijke nederzettingen werden gesticht door de Kelten in de zesde eeuw voor Chr. Op dit punt lijkt het gebied op de andere Keltische gebieden aan de westrand van Europa: Bretagne, Wales, Ierland, Schotland.

Blauw-wit triskelion

Blauw-wit triskelion

De naam Galicië is verwant aan de namen Gallië en Gaelic. Het moet u dus niet verbazen dat u in Galicië doedelzakmuziek hoort (soms meer dan u lief is) en dat u dezelfde Keltische symbolen ziet als in bijv. Bretagne en Schotland: het triskelion en de kleuren blauw en wit, niet toevallig de kleuren van de broek van Obelix, de Schotse vlag en de Bretonse sweaters. Het Spaanse woord voor Kelt(isch) is Celta, wellicht bekend van de Spaanse voetbalclub Celta de Vigo.
De stad Santiago de Compostela bestaat uit twee delen. De binnenstad en alles wat daar buiten ligt. De kleine binnenstad is waar het te doen is. De rest is een gewone Spaanse stad met doorsnee gebouwen en gewone straten.

Plattegrond Santiago de Compostela

Als u de stad komt binnenrijden moet u door deze oninteressante buitenwijken heen. Volgt u boekje 3 dan komt u de stad binnen via de AC-261, de rúa de Sadino. Volgt u de route langs het vliegveld (N-634a) dan is de kans groot dat u via de rúa do San Pedro komt. In beide gevallen steekt u de weg (virxe de Cerca resp. rúa das Rodas) over die het centrum afschermt van de rest van de stad. U komt dan via de Porta do Camino in de oude stad. Te zien aan de bestrating, kronkelige straatjes, weinig auto’s en veel voetgangers. De binnenstad is een soort doolhof. Het kronkelt en doet, op en af, her en der trappen die lastig te nemen zijn met de fiets. Binnen de kortste keren bent u alle oriëntatie kwijt. Vanwege de dichte en soms vrij hoge bebouwing is de kathedraal meestal niet te zien.
Volg uw kompas en houd het westen aan; vragen kan natuurlijk ook. Aan de westelijke rand van de binnenstad ligt het Praza do Obradoiro, het grote rechthoekige plein vóór de kathedraal. Klik hier om de beelden van de webcam op het plein te zien. De kathedraal zelf staat momenteel in de steigers. Als de planning wordt gehaald is de restauratie afgerond net vóór het Heilig Jaar in 2021.
route naar pelgrimsbureauEind december 2015 is het pelgrimsbureau (Oficina del Peregrino) verhuisd. Het huidige adres is: rúa das Carretas 33. Deze straat ligt links van het Parador Hostal dos Reyes Católicos op het praza do Obradoiro. Links van dit grote complex -de weg ligt er niet strak naast; er is wat ruimte- loopt de rúa das Carretas naar beneden. Het is een éénrichtingsweg; met de fiets rijdt u vanaf het plein tegen de rijrichting in. Let dus op de Guardia Civil!
In het pelgrimsbureau zit personeel bij wie u een getuigschrift kunt aanvragen. Het wordt ter plekke uitgeschreven. Houd uw id-kaart of paspoort en natuurlijk uw pelgrimspaspoort met stempels bij de hand. Op drukke dagen kan er -ondanks het vele personeel en de efficiënte werkwijze – toch een flinke wachtrij ontstaan.

balie pelgrimsbureau.jpg

Balie van het nieuwe pelgrimsbureau

In het voorjaar van 2014 is een vernieuwing van de verkrijgbare getuigschriften doorgevoerd. De oude compostela, daterend uit begin jaren ’80 van de vorige eeuw, heeft een nieuw design gekregen. Evenals het Certificado Alternativo, gratis verstrekt aan niet-religieuze pelgrims. Voor iedere pelgrims is een nieuw, aanvullend getuigschrift geïntroduceerd: het Certificado de Distancia. Zoals op de foto hiernaast is te zien hangt op de wand achter de balie een groot affiche waarop in verschillende talen vermeld staat dat u kunt vragen naar een Certificado de Distancia. Het kost drie euro.

1. De traditionele compostela.

Het compostela is vernieuwd.

Het compostela is vernieuwd.

Dit document wordt verstrekt indien u hebt aangegeven (op het aanvraagformulier) dat u de pelgrimstocht naar Santiago uit religieuze overtuiging hebt gemaakt. Op het document staat in het Latijn:

CAPITULUM hujus Almae Apostolicae et Metropolitanae Ecclesiae Compostellanae sigilli Altaris Beati Jacobi Apostoli custos, ut omnibus Fidelibus et Perigrinis ex toto terrarum Orbe, devotionis affectu vel voti causa, ad limina Apostoli Nostri Hispaniarum Patroni ac Tutelaris SANCTI JACOBI convenientibus, authenticas visitationis litteras expediat, omnibus et singulis praesentes inspecturis, notum facit: hoc sacratissimum Templum perfecto utique pedibus sive equitando itinere centum milia metrorum, birota vero ducentorum, pietatis causa devote visitasse. In quorum fidem praesentes litteras, sigillo ejusdem Sanctae Ecclesiae munitas, ei confero.

Datum Compostellae die …….. mensis …….. anno Dni …..

Segundo L. Pérez López
Deán de la S.A.M.I. Catedral de Santiago

De Nederlandse vertaling hiervan is (bij benadering):
Het Kapittel van de Kathedraal van Santiago de Compostela, bewaarder van het zegel van het altaar van de Apostel Jacobus, verklaart aan alle gelovigen en pelgrims die van over de hele wereld hier zijn aangekomen uit devotie of omwille van een gelofte, bij het graf van de Apostel, onze Patroon en beschermheer van alle Spanjaarden, en aan iedereen die dit document ziet, dat deze Gezegende Tempel na het afleggen van 100.000 meter te voet/te paard of 200.000 meter per fiets, devoot en uit christelijke overtuiging heeft bezocht. Ter bevestiging heb ik aan hem dit document, gewaarmerkt met de stempel van voornoemde Heilige Kerk, overhandigd.

Verstrekt in Santiago de Compostela, op <dag/maand> van het Jaar des Heren .

Segundo L. Pérez López
Decaan van de Kathedraal in Santiago

Aangezien het Kapittel met deze tekst verklaart dat u de kathedraal hebt bezocht omwille van vrome redenen (pietatis causa devote visitasse), moet u dat ook hebben aangegeven bij de aanvraag van uw compostela. Dat doet u door als motief voor het pelgrimeren ‘religioso’ (of ‘cultural’ én ‘religioso’) aan te kruisen. Het motief ‘spiritual’ dat vroeger ook recht gaf op een officieel compostela staat niet meer op het aanvraagformulier. Voor de naam van de pelgrim staat ‘Dnum’, in de betekenis van ‘de heer’ of ‘mevrouw’, al naar gelang het geslacht van de pelgrim. Omdat de tekst in het Latijn is wordt ook de Latijnse vertaling van voornaam (voornamen) genoteerd. De voornaam ‘Jan’ wordt dus ‘Ioannum’. Sommigen noemen dit ‘verhaspeld Latijn‘, maar ik beschouw het als een mooie traditie. Uw identiteitsbewijs wordt gebruikt als bron. Omdat hierop niet altijd ál uw voornamen staan (katholiek gedoopten hebben tot wel vijf voornamen) kan het een idee zijn al uw voornamen uitgeschreven op een papier(tje) aan te reiken zodat ze ook allemaal op uw compostela kunnen worden uitgeschreven. Bijvoorbeeld: Ioannum Iosephus Augustinus Iacobus Mariam de Rijke.

Een gift wordt op prijs gesteld. Wilt u een koker om uw compostela in te bewaren: 2 euro.

2. Het certificado alternativo.

Compostela certificado alternativo 2014Er zijn pelgrims, zo’n kleine 8% in 2015, die wél een gratis certificaat willen maar niet wensen te verklaren dat ze de camino om religieuze redenen hebben gelopen of gefietst. Voor hen is er het certificado alternativo. Kruist u op uw aanvraagformulier dus enkel het motief ‘cultural’ aan, dan krijgt u dit certificaat. Ook dit document is in 2014 vernieuwd en voorzien van een vernieuwde Latijnse tekst. Op het document staat rechts bovenaan een middeleeuwse afbeelding van de ontdekking van het graf van Sint Jacob. Links bovenaan een citaat uit de Codex Calixtinus. Daaronder staat in het Latijn:

Capitulum Almae Apostolicae et Metropolitanae Ecclesiae Compostelanae omnibus hanc visitationis chartam legentibus notum facit   Hanc Basilicam et Sancti Iacobi Sepulcrum visitasse.
Ei adveniento Capitulum Metropolitanum summo gaudio salutem in Domine dicit, et officio caritas ductum precatur ut Pater per ipsius Apostoli intercessionem ei tribuere dignetur non tantum bona humani corporis, sed etiam inmateriales peregrinarionis opes.
A benedicto Iacobo benedicatur

Datum Compostellae die …….. mensis …….. anno Dni …..

Segundo L. Pérez López
Deán de la S.A.M.I. Catedral de Santiago

De Nederlandse vertaling hiervan is (bij benadering):

Het Kapittel van de Heilige Apostolische en Stedelijke Kerk van Compostela maakt aan alle lezers van dit document bekend dat deze Basiliek en het graf van de Heilige Jacobus heeft bezocht.
Bij deze gelegenheid bidt het Kapittel tot de Vader, in grote vreugde van de Heer en vervuld van haar plicht tot liefdadigheid aan hem (haar) -op voorspraak van de Apostel- niet alleen een goed leven te geven maar ook de immateriële rijkdom van de pelgrim, gezegend door Santiago.

Santiago de Compostela, op <dag/maand> van het Jaar des Heren .

Segundo L. Pérez López
Decaan van de Kathedraal in Santiago

3. Het Certificado de Distancia.

Afstand certificaat

Certificado de Distancia

Sinds maart 2014 is het mogelijk een Certificado de Distancia aan te vragen. Het kost drie euro. Volgens het pelgrimsbureau is het ‘op veler verzoek’ geïntroduceerd. Wat dat precies inhoudt is niet duidelijk. Het kan dus gewoon een marketingtruc zijn om extra inkomsten te vergaren. Om uw aandacht voor dit document te trekken hangt achter de medewerkers aan de balie van het pelgrimsbureau een opvallend affiche waarop het document in verschillende talen wordt aanbevolen. Protestanten die de camino afleggen zullen wellicht moeite hebben met deze ‘paapse’ documentenhandel. Katholieken die bekend zijn met de vroegere handel in aflaten zullen mogelijk glimlachen.
Het Certificado de Distancia vermeldt behalve uw naam ook de plaats waar u bent begonnen, de naam van de pelgrimsroute en de afgelegde kilometers. Het certificado heeft een eigen tekst, het is een stuk groter dan de andere certificaten en het is gedrukt op speciaal papier. Het document begint met een citaat uit de Codex Calixtinus in het Latijn, gevolgd door een Spaanse tekst. Hieronder de volledige tekst met een vertaling van het Spaanse gedeelte.

Omnes dies et noctes quasi sub una sollempnitate continuato gaudio ad Domini et apostoli decus ibi excoluntur. Valve eiusdem basilice minime clauduntur die noctuque, et nullatenus nox in ca fas est haberi atra (cf Ap 21, 25) quia candelarum et cereorum splendida luce ut meridies fulget. (Códice Calixtino)

El Cabildo de la Santa Apostólica Metropolitana Catedral de Santiago de Compostela sita en la región occidental de las Españas, a todos los que vieren esta carta de certificación de visita, hace saber que

ha visitado la Basilica donde desde tiempo inmemoral los cristianos veneran el cuerpo del Beato Apóstol Santiago.
Con tal ocasión, el Cabildo llevado del deber de caridad, al tiempo que son gozo, le dan al peregrino el saludo del Señor y piden –por intercesion del Apóstol- que el Padre se digne concederle las riquezas espirituales de la peregrinación, asi como los bienes materiales, Bendigalo Santiago y sea bendito.
Dada en Compostela, Meta del Camino de Santiago, el dia ….. del mes …. del año….
Despues de realizar …… Desde ……………..
donde comenzó el …….. de ….. del ………….. por la ruta ……

Segundo L. Pérez López
Deán de la S.A.M.I. Catedral de Santiago

Vertaling van de Spaanse tekst (voor verbetering vatbaar):

Het Kapittel van de Heilige Apostolische en Stedelijke Kathedraal van Santiago de Compostela in de westelijke regio van Spanje, verkondigt aan al diegenen die dit certificaat onder ogen krijgen dat
< naam van de pelgrim>
de Basiliek heeft bezocht waar sinds mensenheugenis christenen het lichaam van de heilige Apostel Jacobus vereren.
Bij deze gelegenheid brengt het Kapittel, vervuld van haar plicht tot liefdadigheid en tot haar grote vreugde, aan de pelgrim de zegen over van de Heer en zij verzoekt -door bemiddeling van de Apostel- de Vader aan de pelgrim de spirituele rijkdom van de bedevaart te verlenen, evenals aardse rijkdom, gezegend door Santiago.
Gegeven in Compostela, eindbestemming van de Camino de Santiago, op de 2e juni van het jaar 2014.
Na afleggen van 775 kilometer, vanuit Saint Jean-Pied-de-Port.
Gestart op 2 mei 2014 via de route Camino Francés.
Segundo Leonardo Pérez López
Decaan van de S.A.M.I. Kathedraal van Santiago

Hieronder een foto van de Compostela (r) en het certificado de distancia (l) van pelgrim Harrie.

compostela-en-certificado-de-distancia

Hier ziet u een voorbeeld van de verschillen in doopnamen van een katholiek gedoopte Nederlandse pelgrim: Henrcicus Julianus Jacobus Maria van de Laar in katholiek Nederlands is in het Latijn: Enricum Iulianum Iacobum Mariam van de Laar.

Pelgrims wachten op de bus.

Pelgrims wachten op de bus.

Opmerkelijk is dat er op het certificado de distancia niet in staat hóe u de camino hebt afgelegd, te voet, per fiets of te paard. Misschien is hiervoor gekozen om een ander ‘probleem’ te vermijden: het aantal pelgrims dat (grote) delen van de route aflegt per bus, taxi, auto of zelfs trein neemt toe. Door de manier waarop de pelgrim heeft gereisd niet te vermelden vermijdt het pelgrimsbureau dat men onwaarheden verkondigt. Het liegen van de pelgrim over de plaats van vertrek wordt wel gedoogd; het is eventueel te controleren op basis van de verzameling stempels in het pelgrimspaspoort.
De gegevens over vertrek- en aankomstdata, vertrekpunt en de route verstrekt u op het aanvraagformulier. De genoemde data en het vertrekpunt in bovenstaande vertaling zijn uiteraard geheel fictief. S.A.M.I. is de afkorting van: Santa Apostólica Metropolitana Iglesia. Uw naam wordt geschreven zoals vermeld op uw id-bewijs.

Compostela Franciscaanse

Compostela Franciscaanse

In 2014 reikten de paters Franciscanen in Santiago een compostela uit ter gelegenheid van het 8e eeuwfeest. Het is 800 jaar geleden dat Franciscus van Assisi er als pelgrim arriveerde. Dit bijzonder exemplaar was daarom alleen in 2014 te verkrijgen. De volgende keer dat het wordt uitgegeven is in 2114.
In de Rúa do Vilar zit de VVV. Omdat Galicia een -min of meer- autonome ‘provincie’ van Spanje is zijn er twee VVV’s. Eentje van de Xunta de Galicia (Oficina de Información Turística Xunta de Galicia) op Rúa do Villar 30/32 en eentje van de Spaanse rijksoverheid Sede de Turismo de Santiago) op Rúa do Villar 63. Zo op het oog lijken ze elkaars concurrenten. Wilt u een papieren stadsplattegrond dan kunt u het beste naar het kantoor van de Xunta gaan. Het kantoor van de Sede heeft ‘m ook maar die bestrijkt een kleiner deel van de stad. De camping As Cancelas bijv. staat wel op de plattegrond van de Xunta maar niet op die van de Sede.

Uiteraard brengt u een bezoek aan de kathedraal, ingewijd in 1211. In 2011 vierde men het achtste eeuwfeest. Vroeger kon men als men de pelgrimstocht had volbracht, een ritueel doorlopen. Men ging naar het Praza do Obradoiro en trad van daaruit de kathedraal binnen. Daar raakte men de pilaar aan, midden in het oude Romaanse portaal. Vervolgens ‘botste’ men met het hoofd op een sculptuur, onder aan de pilaar en daarna keek men naar de afbeelding van St. Jacob, bovenaan de pilaar. Inmiddels kan dit niet meer. Er staat een groot hek rond de pilaar. Aanraken is er niet meer bij.

Pilaar achteraan in de kerk. Bovenaan Santiago. Een hek schermt nu de pilaar af

Echter, volgens Mireille Madou is het “met het hoofd beroeren van de monsterkoppen van het voetstuk van de zuil, helemaal verkeerd“. (Onderweg naar Santiago, pag. 164). Zij schrijft: “De middelste ingang (van de drie, via de trap aan Praza Obradoiro) is in twee gedeeld door een middenzuil van wit marmer met de afbeelding van de boom van Jesse. Het is gebruikelijk de rechterhand op de zuil (pilaar) te leggen. Op een kapiteel bovenaan de zuil troont Sint Jakob. Men moet naar hem opkijken om hem te groeten en te danken.” Met uw hoofd tegen de onderkant van de pilaar ‘botsen’ hoort er dus niet bij; het werd wel massaal gedaan. Hoe het ook zij, het kan niet meer. Een virtueel bezoek aan deze kerk vindt u hier.

Kathedraal Santiago de Compostela

Verder is er natuurlijk de dagelijkse pelgrimsmis. Deze begint om 12 uur en is meestal afgeladen vol. Maar gelukkig is er voor -nieuw aangekomen- pelgrims een gereserveerde ruimte. Vooraan in het middenschip van de kerk. Neem uw compostela mee. Afhankelijk van de omstandigheden (onduidelijk welke, maar het zal wel met de katholieke koopmansaard te maken hebben) wordt de mis beëindigd met de ceremonie van het wierookvat. Dit wierookvat, 1,75 m hoog, hangt aan een vuistdik touw en wordt door acht touwtrekkers in beweging gebracht. Het ding zwiert van links naar rechts door de kerk. Bijna raakt het het plafond. In Nederland zou zoiets op last van de brandweer streng verboden zijn. Spektakel dus. Klik hier voor een impressie.

De reden dat er een enorm wierookvat in de kerk hangt laat zich makkelijk raden. Als u een beeld hebt gekregen van de lucht van voeten en schoenen van pelgrims in de refugio’s, uzelf incluis, dan weet u wat de geur in de kathedraal moet zijn geweest in de Middeleeuwen. Een kerk afgeladen vol bezwete, veelal ongewassen bedevaartgangers met soms stinkende wonden, moet een niet te harden lucht verspreid hebben. Met als enige remedie: wierook, heel veel wierook. Tijdens het spektakel met het wierookvat wordt de Hymne van Santiago gezongen, door een non die dat -gezien andere verhalen- altijd doet. Klik hier om deze hymne te horen.
Gelovige katholieken kunnen als afsluiting van hun bedevaart een aflaat verdienen. In een Heilig Jaar kan dit een volledige aflaat (indulgencia plenaria) zijn. De voorwaarden voor het verdienen van aflaten zijn:

      1. Bezoek aan de kathedraal en het graf van Sint Jacob.
      2. Deelnemen aan een eucharistieviering in deze kerk en het bidden van het Onze Vader of het Credo tijdens de mis of een andere liturgische viering.
      3. Biechten in een periode van 15 dagen vóór of ná het kerkbezoek.
      4. Te communie gaan. Voor elke aflaat één keer.
Rúa do Vilar 1-3

Rúa do Vilar 1-3

Van begin mei tot half oktober zijn Nederlandse en Vlaamse pelgrims tussen 09:00 en 17:00 uur opnieuw van harte welkom in de “Huiskamer van de Lage Landen” om aan het eind van hun camino even op verhaal te komen. Tenminste zo was het in 2015 en 2016. Het Genootschap van Sint Jacob beslist elk jaar of deze service wordt aangeboden.
Het ontvangstlokaal is gevestigd in het (nieuwe) pelgrimsbureau aan de rúa das Carretas 33. U wordt ontvangen door vrijwilligers. U kunt er niet overnachten of eten. Wel is informatie beschikbaar over overnachtingsmogelijkheden, de stad en de terugreis. En u kunt er uiteraard andere, net aangekomen pelgrims ontmoeten. Als u als vrijwilliger voor dit ontvangstcentrum gastheer of gastvrouw wilt zijn, dan kunt zich bij het Genootschap aanmelden.

Pulpo a la Gallego, heerlijk!

Om te vieren dat u de tocht volbracht hebt, is een lekker etentje natuurlijk een goed idee. De meeste restaurants vindt u in de rúa do Franco (deze oud-dictator kwam uit Galicië), vlak bij de kathedraal. Er is een enorme keuze uit vis- en vleesgerechten. Wilt u genieten van dé specialiteit van Galicia, probeer dan een portie pulpo a la gallego. Dit is gekookte inktvis (tentakels) in kleine stukjes gesneden en er is flink wat zeezout over gestrooid. En er zijn natuurlijk tal van tapasbars, in allerlei variaties. Probeer het een en ander en drink er een vino tinto of cerveza bij.

Ook kunt u gebruik maken van een oude traditie van het Hostal dos Reis Catolicos op het Obradoiroplein. Dit parador biedt drie keer per dag aan pelgrims (die een compostela hebben) een gratis maaltijd om negen uur, 12 uur en zeven uur ’s avonds. U kunt niet reserveren maar u moet in de rij gaan staan, links van het hotel bij een garagedeur. De tien eerste pelgrims worden toegelaten. Voor echte Hollanders natuurlijk een buitenkansje. In het Spaans wordt deze traditie als volgt verwoord: “Cada día, el Hotel Reyes Católicos invita a los diez primeros peregrinos que se personen en la puerta del garaje a un desayuno, comida y cena. Los horarios son a las 9 de la mañana, a las 12, y a las 19 horas, sirviéndose gratuitamente la comida respectiva, según la hora, a los diez primeros peregrinos que se personen con la Compostela en la puerta del garaje. Esta es, como he dicho, una forma de recordar y homenajear la labor de la peregrinación, y sin duda al peregrino, después de andar cientos de kilómetros, se merece un buen desayuno, comida o cena en condiciones.”

Tenslotte zijn er een paar musea in de stad en is er regelmatig handel in de overdekte markt aan de oostkant van de binnenstad. Hier vindt u allerlei winkeltjes waar u kaas of orujo de hierbas (sterke drank op kruidenbasis) kunt kopen. En er is natuurlijk een keur aan vis, vlees en groente te koop. Niet dat u daaraan behoefte hebt, maar het ziet er zeer fleurig uit. Wilt u wat zoets, neem dan een portie churros met dikke warme chocolade. Vera Janssens heeft een video op youtube gezet die een beeld geeft van de stad, de kathedraal en de musea. Klik hier. Indien u geluk hebt dan treedt ’s avonds op het Praza do Obradoiro de Tuna van de

Tuna de Santiago, Tuna Compostelana

Universiteit van Santiago op. Een Tuna is een gezelschap muzikanten (officieel studenten, maar dat kan betwijfeld worden) dat uit de losse pols muziek maakt. Met gitaren, een paar fluiten, een trekharmonica en nog zo wat begeleiden ze zichzelf terwijl ze Spaanse (volks)liedjes zingen. De locatie (in een nis van een galerij) bevordert de klank. Niet dat het een hoogstaande performance is, maar het is wel enorm sfeervol. Klik hier voor een impressie. Indien u winkels zoekt om kleren, ondergoed of andere spullen te kopen, dan kunt u het beste naar de winkelstraten Horreo of Doctor Texeiro gaan iets ten zuidwesten van Praza de Galicia, het plein waar alle bussen stoppen. In deze straten zitten de ‘gewone’ winkels, in tegenstelling tot de binnenstad waar voornamelijk souvernirwinkels, restaurants en luxe boetiekjes zitten.

naar de vragen

30. Waar overnachten in Santiago?

kleinseminarie

Seminario Menor = Klein Seminarie

Een goede overnachtingsplek is het oude Seminario Menor in de buurt van de rúa das Trompas en de rúa de Belvis. De slaapzalen in dit grote gebouw, vroeger gebruikt door de leerlingen, zijn nu in gebruik voor de pelgrims. U kunt uit twee opties kiezen. Het bekende albergueconcept, met zes of meer personen op een slaapzaal (men heeft ‘gewone’ bedden; geen stapelbedden, 12 euro per nacht) of een eigen eenpersoons kamer à 15 euro per nacht, prijspeil 2015. Te reserveren via o.a. Booking.com. De vroegere limiet aan het aantal verblijfsdagen (3) is losgelaten. Eind 2015 hebt overal in het gebouw internettoegang. De regels die voor elke Spaanse pelgrimsalbergue gelden (bezit pelgrimspaspoort, sluitingstijd, etc.) zijn ook hier van toepassing. Kortom, een prima locatie op (een kleine) 15 minuten lopen van de kathedraal. Er is geen beveiligde fietsenstalling maar het terrein is ’s nachts wel afgesloten.

Slaapzaal Seminario Menor

Verder zijn er tal van pensions in de oude stad, bijv. in de rúa do Vilar die kamers verhuren voor € 40 per nacht. En voor kampeerders is er natuurlijk de camping Monte do Gozo even buiten de stad, richting vliegveld, handig voor als u op de terugreis Uw fiets wilt meenemen in het vliegtuig. Het summum van overnachtingsplekken is het Hostal dos Reis Católicos. (in het Spaans: Hostal de los Reyes Católicos) aan het Praza do Obradoiro. Dit gebouw was in de Middeleeuwen een ziekenhuis voor pelgrims en is nu een van de meest beroemde Paradores van Spanje. U slaapt in een museum. De prijs is er naar: € 180 per kamer per nacht (geboekt via http://www.booking.com). Als u een goedkoper parador wilt proeven: in León staat het Hostal San Marcos waar de prijs per kamer een stuk lager ligt, zo’n € 100, exclusief ontbijt en geboekt via booking.com.

De echte kampeerder zal uiteraard kiezen voor een camping, bijv. As Cancelas, dicht bij het centrum. Deze camping ligt op een heuvel aan de rand van de stad. Met de fiets rijdt u in maximaal tien minuten naar het praza do Obradoiro. Indien u vervolgens de binnenstad te voet wilt verkennen kan ’t een idee zijn om uw fiets (en eventuele bagage) veilig in een locker op te bergen. U kunt een locker huren in het postkantoor aan de rúa do Franco, 150 meter van het plein voor de kathedraal. Opbergen van uw fiets kost 3 euro per dag. Uw bagage opbergen kost 2 euro per dag.

naar de vragen

31. Uitstapjes?

Zijn er interessante uitstapjes te maken vanuit Santiago? Jazeker. Op 1 staat een bezoek aan Cabo Finisterre of op z’n Galicisch Cabo Fisterra. Nummer 2 is Lugo.

Fisterra, stookplaats met schoen.

Fisterra is voor sommigen het echte eindpunt van de camino. Op dit meest westelijke puntje van Spanje staat caminokilometerpaaltje 0,00. De traditie wil dat pelgrims op deze plek hun schoenen en kleren verbrandden en hun wandelstok in zee smeten. Ook nu zijn er vele ‘illegale’ brandplekken. Er is één officiële locatie waar de pelgrim zijn/haar kleren kan verbranden. Een echt stookgat. Klik hier voor een impressie. Verder is er natuurlijk de vuurtoren. En als u wat verder doorloopt, de heuvel op, dan is er een fantastisch uitzicht.

De meest gemakkelijke manier om in Fisterra te komen is met de bus. Dagelijks vertrekken er bussen vanuit het centrale bussstation in Santiago. Houd er rekening mee dat de bus (Autocares Mombus) al om negen uur vertrekt. Het busstation ligt op 20 minuten lopen uit het centrum. De reis duurt ongeveer twee uur. Als u het geluk hebt op de bovenverdieping van de bus vooraan aan het panoramaraam te kunnen zitten, plek 26/27, dan hebt u een fantastische reis. Een groot deel van de reis voert over de AC-550 direct langs de kust en u kunt genieten van prachtige vergezichten. Mits het weer meewerkt. Het kan ook midden in de zomer mistig en regenachtig zijn.

Lugo, stadsmuur.

Lugo is een stad 100 km. ten oosten van Santiago de Compostela. De stad is gesticht door de Kelten. De belangrijkste attractie van de stad is de muur die de Romeinen hebben aangelegd: 2117 meter lang en met 71 torens versterkt. Lugo wordt wel het Ávila van noord Spanje genoemd. Verder is er uiteraard de kathedraal en wat andere bezienswaardigheden zoals het archeologisch museum. Er gaan regelmatig Alsabussen vanuit Santiago naar Lugo. De reis duurt 2:30 uur. De trip (retour: ida y vuelta) kost ruim twintig euro.

naar de vragen

32. Hoe kom ik terug?

Opmerkingen vooraf:
1. Omdat vooral budgetmaatschappijen frequent wijzigingen aanbrengen in hun vluchtschema, vertrektijden en prijzen kan onderstaande informatie her en der verouderd zijn. Onderliggende boodschap: er zijn tal van manieren om naar Nederland of Vlaanderen terug te vliegen. Oriënteer u vooraf en wacht niet met het boeken van een vlucht tot de dag van aankomst in Santiago.

2. Alle sites van vliegmaatschappijen vereisen bij het boeken van een vlucht het gebruik van een geldige creditcard. Het meest handige is dat u een creditcard op zak heeft maar de boeking kan ook door het thuisfront worden geregeld. Kijk ook naar de huisregels van de maatschappij en naar extra kosten die in rekening gebracht kunnen worden. Bijv. betreffende het inchecken.

3. Bij trein- en zelfs busreizen is het vaak mogelijk en regelmatig ook noodzakelijk om vooraf on-line plaatsen te reserveren én te betalen.

Vliegen
Er zijn verschillende opties voor uw terugreis. De meest snelle is vliegen vanuit Santiago de Compostela. Het vliegveld ligt een paar kilometer ten noordoosten van de stad.

Een rechtstreekse vlucht naar Nederland lijkt niet meer mogelijk. Zowel Ryanair als Vueling zijn hiermee gestopt, naar ’t schijnt. Met Vueling kunt u naar Amsterdam vliegen met een tussenstop (en bagagetransfer) op Barcelona. Een andere optie is om met Ryanair via Stansted naar Eindhoven te vliegen. De vlucht naar Stansted duurt 2:10 uur, maar door wisseling van tijdzone lijkt de reis 1:10 te duren. Prijzen vanaf circa 30 euro. Op bijv. 13 juli 2019 landt u om 16:30 op Stansted. Vervolgens kunt u op deze dag om 18:55 naar Eindhoven vliegen. Ook met Ryanair, prijs 20 Engelse ponden. Let goed op voldoende overstaptijd (u moet uw bagage opnieuw inchecken) als u met Ryanair twee aansluitende vluchten wilt maken.

Noordkust van Galicië

Vergeleken met een paar jaar geleden zijn de mogelijkheden dus behoorlijk afgenomen. Bovendien hebben budgetmaatschappijen zoals Ryanair allerlei voetangels en klemmen in hun reserveringsproces gestopt om u geld uit de zak te kloppen. Bestudeer de reserveringspagina’s en kijk goed of alle ‘vinkjes’ goed staan. Uiteraard tikt u uw juiste ID-bewijsnamen in. Herstel van fouten in namen kost veel geld. 

Bagage
Voor de bagage is de keuze: meenemen wat u mee kunt nemen en/of de spullen laten thuisbezorgen door een gespecialiseerd transportbedrijf, bijv. Soetens uit Vessem. In de parkeergarage van hostal México (Rúa Republica Arxentina 33) is het inzamelpunt van de firma Soetens voor fiets en/of bagage. Kosten fietsvervoer € 131; bagage € 60. Dit hostal is ook een goede plek om te overnachten. Het ligt weliswaar buiten het oude centrum, maar de afstand tot de kathedraal is goed te lopen. Bovendien is vlakbij het hostal de opstapplek van de bus naar het vliegveld. Op de site waarnaar wordt verwezen staat dat de bus vertrekt vanaf het Praza de Galicia. Dat klopt ongeveer. De bushalte is in Rua do Doutor de Teixero, een van de toevoerwegen naar het kleine pleintje. Een alternatief voor Soetens fietsvervoer is Correos. Een kantoor van deze Spaanse versie van PostNL is gevestigd in de rúa do Franco 4. Goede kennis van de Spaanse taal is een vereiste. In Ultreia 39 wordt gemeld dat de kosten 90 euro per fiets zijn.
Het ìs mogelijk fiets én bagage mee te nemen op een vlucht naar Nederland of België. In Santiago zijn fietsenmakers die uw fiets vliegklaar maken, bijvoorbeeld de Bicicletas Velocipedo in de Rúa do San Pedro 23. Op het vliegveld kunt u uw fiets zelf ‘vliegklaar’ maken en inpakken in plastic. Voor alle Ryanair-overstapvluchten geldt dat de fiets mee kan voor in totaal 80 euro. Gemakkelijker is natuurlijk alles op transport te zetten en zelf zonder veel bagage terug te vliegen.

Per bus en trein
Voor mensen die liever niet vliegen is een optie om met de ALSA-bus van Santiago naar Irun/Hendaye (Spaans-Franse grens) te reizen. De bus vertrekt op het centrale busstation in Santiago. De kosten zijn ongeveer 65 euro. Uw fiets kan voor 10 euro ook mee. De reis duurt 13 à 14 uur en er zijn gewoonlijk twee vertrektijden per dag. In de vroege ochtend en in de late middag. Vanaf Hendaye kunt u met de nachttrein naar Parijs. De trein vertrekt om 19:00 uur. Per trein van Santiago naar Irun/Hendaye kost ongeveer 50 euro, de reis duurt 11 uur, aankomst 21:00 uur. Een directe aansluiting op de nachttrein naar Parijs zit er dus niet in. Het meenemen van fietsen in Spaanse treinen is ook lang niet altijd mogelijk. Lees vooraf over de mogelijkheden. Kijk op bicigrino.com/transporte voor meer informatie over reizen op de Camino.
Per trein vanuit Santiago naar de Franse grens kán, maar is ‘een mijl op zeven’ vanwege het vele overstappen, de slechte aansluitingen en de trajecten met enkel boemeltreinen.

Eurolinesbussen rijden niet meer vanaf Santiago de Compostela naar Nederland; de halte ‘Santiago’ is vervallen. Wel kunt u vanuit León met Eurolines naar Utrecht. Met een ALSA-bus kunt u van Santiago naar León reizen. 
De busmaatschappij Flix biedt wel directe busreizen naar Utrecht. Reken op een prijs per persoon van ruim 100 euro en een reistijd van ruim 31 uur. 

Terugfietsen
Terug fietsen is uiteraard ook mogelijk. Een enkeling doet het ook. De Sweermanboekjes zijn ook ‘achterste-voren’ te lezen. Maar dan duurt de hele reis wel zeven of acht weken.

naar de vragen

33. Wat zijn de tien geboden?

Naar goed katholiek gebruik sluit ik deze tekst af met mijn tien geboden.

1. Vertrek in goede conditie. Een open deur, maar wel een belangrijke.

2. Let de gehele reis op uw gezondheid. Niet alleen op tijd zonnebrand en uierzalf smeren, maar neem ook geen risico’s in afdalingen. Een valpartij kan het einde van de reis betekenen.

3. Luister naar uw lichaam en forceer niets. Ook voor de hand liggend, maar het ook doen is niet altijd gemakkelijk.

4. Zorg altijd eten en drinken voor het grijpen te hebben. Nog steeds vertrekken er fietsers ’s ochtends op nuchtere maag omdat ze niet voor eten hebben gezorgd. Onverantwoord. Beter oud brood dan geen brood.

5. Eet en drink onderweg regelmatig in kleine hoeveelheden. Klimmen kost veel energie en ook verliest u veel vocht. Dus op tijd aanvullen.

6. Ben kritisch op mee te nemen bagage. Niet alle risico’s willen afdekken. Mocht het kouder zijn dan verwacht; een extra kledingstuk is ‘overal’ te koop. Besef dat fietsen naar Santiago iets anders is de met de caravan naar Santiago gaan. Kamperen en koken kan ook heel goed zonder grondzeil en windscherm. En een zesdelige pannenset is ook niet nodig. Eén pannetje met deksel is genoeg. Mocht u denken ‘dit is overdreven!’, nee het gebeurt.

7. Uw fiets moet in topconditie zijn. Ook dit lijkt triviaal, maar er zijn fietsers die al na 200 km versleten remblokjes hebben. En pelgrim schreef: “Tien kilometer voor Bastogne had je een heus fietspad die me zo het centrum van Bastogne binnen leidde. Mijn remschoentjes waren tot de draad toe versleten en dus zoeken naar een fietsenwinkel. Na veel vragen heb ik het gevonden.

8. Neem de tijd en geniet vanaf het begin. Voor sommige fietsers lijkt het doel zo snel mogelijk in Santiago aankomen. Laat de weg het doel zijn en stap regelmatig af voor een sightseeing. Besteed ook een of meer hele of halve ‘rustdagen’ aan een verblijf in stadjes en steden waar u doorkomt.

9. Ben goed voorbereid en laat U niet van de wijs brengen. Natuurlijk, alles vastspijkeren is overdreven. Maar onvoorbereid gaan is het andere uiterste. Trek uw eigen plan en ga daar flexibel mee om.

10. Vertrouw altijd op de goede afloop. Er kan zich de situatie voordoen dat u het niet meer ziet zitten. Maar iedere pelgrim kan u vertellen dat het (bijna) altijd toch weer goedkomt. ’t Kan even duren, maar Santiago laat u niet in de steek.

Rest mij u een onvergetelijke reis toe te wensen.

Buen Camino!

Indien u een uitgebreid reisverslag wilt lezen, klik hier (de westelijke route) of hier (de oostelijke route).
Een fotoverslag van de Camino Francés vindt u hier.

naar de vragen

Avond in de buurt van Astorga

Verantwoording

Bovenstaande tekst is authentiek. Grotendeels gebaseerd op mijn eigen ervaringen. En daarmee dus ook subjectief. Maar uit de verschillende reisverslagen die ik op diverse sites heb gelezen leid ik af dat mijn ervaringen niet uniek zijn. Wel zijn vrijwel alle foto’s/plaatjes uniek. Slechts enkele komen van een andere site. Soms met toestemming, zoals het plaatje met alle bergen op de Camino Francés, dat van een Italiaanse site komt. Slechts een paar foto’s zijn ‘gejat’, bijv. de wielrenner die voor de prestatie gaat. Geen idee wie dat is.

Stef en Henk hebben de Col du Somport bedwongen.

Stef en Henk hebben de Col du Somport bedwongen.

Mochten er auteursrechtelijke problemen zijn, mail me op sanxacobeo@hotmail.nl. Enkele foto’s zijn (soms wat aangepast) overgenomen van blogs die pelgrims bijhouden. Eén van deze blogs wil ik speciaal vermelden: de blog van Henk Noordkamp uit Losser die met zijn compagnon Stef Hollander in 2015 naar Santiago fietste.

Blogs van pelgrims en fietsers naar Santiago gebruik ik ook om mijn teksten te valideren. Kloppen de genoemde kosten van de reis, zijn er nieuwe of mij onbekende bezienswaardigheden, etc. De grafieken heb ik zelf gemaakt op basis van gegevens (die me betrouwbaar leken) die ik op internet vond. De kans dat ikzelf nog eens naar Santiago fiets om het allemaal nog ‘ns van dichtbij mee te maken is vrij gering.

De fietstocht naar Santiago zal iedereen op een eigen wijze ervaren. Uw ervaring zal anders zijn dan de mijne bijvoorbeeld omdat u onderweg ander weer treft. Maar uit reacties op mijn teksten leid ik af dat het ‘overall beeld’ niet zoveel zal verschillen.
Ik heb met tot doel gesteld alle aspecten van de fietstocht naar Santiago neutraal maar vooral compleet te beschrijven. De ambitie compleet te zijn heeft tot gevolg dat er veel informatie op deze site staat. Mogelijk teveel. Maar ik hoop dat het me gelukt is uw interesse vast te houden en dat u veel interessante informatie hebt gevonden.

Tenslotte meld ik nog dat ikzelf niet al mijn ‘adviezen’ keurig heb opgevolgd. Met als meest risicovolle uitzondering een snelle (top 64 km/uur) en dus gevaarlijke afdaling naar Molinaseca. Maak dus uit wat ik u aanreik uw eigen keuze. U gaat fietsen, niet ik.

Mocht u op deze site advertenties zien, dan is dat het gevolg van het beleid van WordPress. Dit Amerikaanse bedrijf houdt zich het recht voor om op blogs gemaakt met de gratis (en dus uitgeklede) variant van hun tool ‘wordpress’, advertenties te plaatsen. Waarvan akte.

Ultreya y suseya.

Metershoge pelgrim op de Alto do San Roque.

Metershoge pelgrim op de Alto de San Roque.

Deze site bestaat sinds de jaarwisseling 2010/2011.
In 2015 is de site https://pelgrimerenperfiets.wordpress.com/ gepubliceerd. Deze site bevat dezelfde informatie als deze site maar de informatie is anders geordend. Hieronder gegevens over het gebruik van deze sites over de afgelopen jaren.

Jaar:                                    Views       Bezoekers
2011/2012                           40.000      13.500
2013                                     46.500      16.000
2014                                     43.500      16.000
2015                                     49.000      19.000
2016                                     42.500      19.000
2017                                     43.500      20.400
2018                                     36.000      18.500

De dalende trend spoort met de daling van het aantal pelgrims dat naar Santiago fietst.
Reacties kunt u sturen naar: SanXacobeo@hotmail.nl

Laatste update van deze site: februari 2019.

naar de vragen

Buen Camino!

Mat Knaapen.

 

Tags: , , , , , ,

22 Reacties to “Beste fietsende Caminoganger!”

  1. J.Velthuis Says:

    Hallo Matknaapen,

    Wat een geweldig stuk informatie op deze site.
    Hier heb je als toekomstig fietsend caminoganger wat aan.
    Super!

    Groet,
    J.Velthuis

  2. Henk Verhorevoort Says:

    Hoi Mat,
    Dit is nog eens een reisverslag,ik vind dit ook heel mooi en
    duidelijk geschreven met allen ups en down’s.
    Ook zeer vele waardevolle adviezen en suggesties.
    Voor mij als toekomstige caminoganger zeer waarde vol.

    groetjes,

    Henk Verhorevoort

  3. Sven Says:

    Schitterende uitleg en reisverslag, zoals velen voor mij ‘speel’ ikzelf ook met het idee om dit eens te gaan doen… 🙂 Na al enkele van deze enorm interessante artikelen gelezen te hebben raak ik meer en meer gewonnen voor het idee…

    http://svendua.wordpress.com/

  4. Bernhard Says:

    ik begrijp al die voorbereidingen niet ik ga dit jaar voor de zesde keer via Santiago naar Malaga en heb altijd genoeg aan zes kilo bagage en zes weken lang ritten van 80 km de rest komt spelenderwijs onderweg. Heb je pech er is altijd iemand die stopt en helpt. Zorg voor babydoekjes je maakt je handen tot je ketting ermee schoon .Een pet met klep houdt je ogen en bril prima druppel vrij Gewoon gaan en laat het avontuur komen de rest van het jaar is je leven al genoeg verzekerd!

  5. Rudy Cornelis Says:

    Mooien meer dan interessant reisverslag. Het zet me aan, na toch lang te hebben getwijfeld, ook eens naar Santiago te fietsen! Niet voor het geloof, maar voor de reis.
    En ja, babyshampoo: niet alleen voor de douche en het haar, maar ook voor scheren, afwas, kleren wassen,.. dus alle andere zeep mag thuis blijven!!

    • matknaapen Says:

      Zeker doen. Inderdaad voor de reis, niet voor de bestemming. Neem er de tijd voor. Met geloof heeft het -voor de meesten- niet zo heel veel te maken. Wel kom je ‘geloof’ tegen in kerken, monasterio’s, refugio’s en in contacten met anderen. Vooral pelgrims uit Spaans (Spanje, Mexico, Brazilie, etc) sprekende landen zijn erg gelovig.

  6. yvonne Says:

    prachtige site en wanneer ga je portugal naar fatima en santiago beschrijven?

  7. Gerrit Wieberdink Says:

    In 2012 ben ik langs Oude Wegen in 29 dagen van Den Haag naar Santiago gefietst en ik heb voor de voorbereiding buitengewoon veel nut gehad van deze prachtige website. Heel veel dank daarvoor! Een enkel punt is voor verbetering vatbaar: De camping Pont de Targnon bij Stoumont is een ravage. Rijd één km. door en je bent bij camping Chalet Weekend, de ideale camping voor fietskampeerders. Een zeer sympathieke Nederlandse dame, Annemarie van Hanegem, zwaait daar de scepter. Zij bereidt voor weinig geld een heerlijk maal. Wie denkt: ik kan nog wel 6 km doorfietsen, dan komt er nóg een camping aan de Lienne, die komt bedrogen uit: bagger in alle opzichten. Ook van het filmpje heb ik enorm genoten. Ik beleefde alles weer opnieuw. Als mijn plannen uitkomen ga ik het dit voorjaar daadwerkelijk opnieuw beleven, in een wat rustiger tempo, met meer aandacht voor de bijzondere kerken langs de weg. Nog een gezond 2013 toegewenst. Groeten Gerrit Wieberdink

    • matknaapen Says:

      Beste Gerrit,

      Dank voor je reactie en het compliment. Je voorstel mbt de camping in de Ardennen zal ik zeker overnemen. De camping in Stoumont is een van de zeer weinige campings die ik op mijn site noem, maar waar ik zelf niet ben geweest. In de Ardennen had ik de camping in Polleur en in Bastogne. Beide waren prima. Omdat ik de route wilde laten beginnen in Maastricht (leek me leuk) veranderde ik de eerste etappeplaatsen. Vanaf Dun-sur-Meuse ken ik alle campings, behalve die in St. Laurent-les-Eglises.
      Dus jouw tip is van harte welkom.
      In 29 dagen deze route afleggen is inderdaad heel snel. Lange etappes en weinig of geen tijd om wat te bekijken. Goed idee om het nog een keer over te doen. En dan wat rustiger. Geniet en neem alle tijd. Ik wens je een mooie herbeleving van de Camino met (meestal) goed fietsweer en weinig of geen pech.
      Groeten, Mat Knaapen

  8. De weg naar Compostella (2) | Gezonde Zaken Says:

    […] Hier een leuke blog speciaal voor de fietsende Santiagoganger […]

  9. Caminofrans Says:

    Hallo Mat,
    Je schreef over dat fietsers ook over de echte Camino kunnen gaan. Veel van die trajecten is het verboden voor fietsers. Helaas zijn er toch nogal wat fietsers die zich daar niet aan houden! En dat is voor wandelaars erg lastig!!
    Gegroet,
    Frans (caminofrans)

    • matknaapen Says:

      Hallo Frans,
      Juist omdat het voor wandelaars lastig is schrijf ik in het antwoord op de vraag (6) Welke route, dat het rijden van een klein stukje echte camino wel kan (mits op de voetgangers wordt gelet) maar dat de lol er snel vanaf is. Onder andere vanwege de voetgangers die dat niet leuk vinden. Maar er zijn toch wel een paar plekken waar het best kan, bijv het lange, brede, rechte caminopad na Carrion de los Condes. Verderop schrijf ik dat het volgen van de gele pijlen (en dus het caminopad) niet verstandig is omdat je als fietser dan op onberijdbare resp. voor fietsers verboden paden terecht kunt komen. En daarom stel ik voor in principe de fietsroute van Sweerman te volgen. Die overigens enkele stukken goed te berijden camino in zijn boekje 3 heeft staan.
      Je hebt dus gelijk met je opmerking dat fietsers voor wandelaars ‘lastig’ (kunnen) zijn. In mijn tekst meen ik beschreven te hebben dat fietsers hiermee rekening dienen te houden. Het gaat te ver om fietsers de toegang tot de hele camino te ontzeggen.
      Mat

  10. E. Vermeer Says:

    Ben afgelopen zomer met vrienden naar en door de Franse Pyreneeën gefietst. Echt een topervaring gehad, maar deze tocht lijkt me ook echt geweldig! Bedankt voor deze uitgebreide (informatie) pagina.

  11. Marten Schuurman Says:

    Wat een uitgebreide gids! Echt superwaardevol en biedt veel inspiratie. Mijn langste tocht tot nu toe was een rondje IJsselmeer. Meer over mijn voorbereiding en tips kan je op mijn site vinden: http://cyclingreview.nl/rondje-ijsselmeer-fietsen/

  12. Rogier Klappe Says:

    Hallo Mat, heel erg bedankt voor alle info die jouw site te bieden heeft. Ik vind de informatie erg compleet en heb er veel aan gehad tijdens mijn fietstocht. Afgelopen jaar (juni) heb ik van Biarritz via St. Jean Pied de Port naar Santiago gefietst. Ik heb daar ook een beeldverslag van gemaakt die ik gisteren online heb gezet. Misschien leuk om te vermelden op je site aangezien er heel veel foto’s inzitten van de vele landschappen.

    Het is hier te zien:

    Met vriendelijke groet,

    Rogier Klappe – Den Haag

    • matknaapen Says:

      Hallo Rogier,

      Ik zet de link naar jouw video zeker op mijn site. Mooi om te zien dat ‘alles’ nog is zoals ik het twee keer ervoer. ‘Keihard’ naar beneden een berg af, Logroño met een vrijwel leeg plein (was je er om zes uur ’s ochtends?), kamperen in een tentje, de ‘echte’ camino met zand, stenen en wandelaars. Belorado, Burgos, lekker eten en drinken en nog veel meer.
      Ook fijn om te lezen dat je veel aan mijn schrijfwerk hebt gehad. Deze waardering geeft inspiratie om de site actueel te houden.

      Geniet nog lang na van deze mooie ervaring. Aan je video te zien heb je mooi weer gehad en geen tegenvallers. Dus het was volop genieten. Ook dat herken ik. Hartelijk dank voor je mail.

      Vriendelijke groet,
      Mat Knaapen

      • Rogier Klappe Says:

        Beste Mat, Het was geweldig en het weer kon niet beter. Ik heb 12 dagen aaneengesloten droog weer gehad met veel blauwe luchten. Het was ook helemaal niet druk op de camino; ook niet in de steden. Het plein van Logroño fietste ik op om 4 uur in de middag. Wel op een doordeweekse dag maar inderdaad erg rustig. Ik wil nog een keer van Andalusië dwars door Spanje naar Santiago fietsen. Het is een prachtig land. Leuk dat je mijn video op je site zet. Nog leuker dat je deze zo actueel houdt! Daar hebben veel mensen wat aan! Met vriendelijke groet, Rogier Klappe————————————————See my pictures on rogierklappe.nl

  13. Caminofrans Says:

    Geachte pelegrino,
    Ik heb het allus gelezen en moet helaas koncludeeren dat er veel onzin in staat!
    Gegroet,
    Francis Schepers

    • matknaapen Says:

      Beste Francis

      Je schreef als reactie op mijn site met informatie voor fietsers naar Santiago de Compostela: “Geachte pelegrino,
      Ik heb het allus gelezen en moet helaas koncludeeren dat er veel onzin in staat!
      Gegroet,
      Francis Schepers”

      Het is jammer dat je niet aangeeft op welke ‘onzin’ je doelt; ik wil graag fouten verbeteren. Desondanks zal ik je waarschuwing bij een volgende update in mijn tekst opnemen. Om zo bezoekers van mijn site aan te sporen kritisch te lezen. Omdat ik graag taal- en spelfouten op mijn site vermijd, zal ik je commentaar tekstueel moeten aanpassen. Zo is het woord ‘pelegrino’ Frans, noch Italiaans, noch Spaans. Het is pélerin in het Frans, pellegrino in het Italiaans en peregrino in het Spaans. Ik ken geen taal die het woord pelegrino gebruikt. En allus en koncludeeren zijn geen Nederlandse woorden, die zal ik dus ook veranderen in ‘alles’ en ‘concluderen’. ‘Het alles’ bestaat niet; ik zal er ‘dit alles’ van maken, alhoewel ‘ik heb de hele tekst gelezen’ (i.p.v. Ik heb het alles gelezen) taalkundig veel beter is.

      Mocht je me toch nog willen helpen door aan te geven wat volgens jou onzin is op mijn site, reageer op deze mail door concrete passages/zinnen in mijn tekst aan te wijzen (kopiëren/plakken) en aan te geven waarom de tekst volgens jou onzin is. Dan kan ik er wat mee, want het is geenszins mijn bedoeling lezers met ‘onzin’ op het verkeerde been te zetten.

      Alvast hartelijk dank,
      Mat Knaapen

  14. bandolerahombre.com Says:

    Me gustaría invitarte a pasar por nuestra página y darnos tu opinión.
    Un cordial saludo del equipo bandolerahombre.com

  15. Jorge Says:

    Totalmente de acuedo

Plaats een reactie